Twents Carmel College

Kleuren zien

Kleuren zien
workshop 3G
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Kleuren zien
workshop 3G

Slide 1 - Tekstslide

In deze workshop geef ik antwoord op de volgende vragen:

Welke kleuren kunnen mensen zien
en ziet iedereen dezelfde kleuren?
Wat zijn nabeelden?
Hoeveel kleur zien we eigenlijk?
Wat zie je als je kleurenblind bent?
Welke soorten kleurblindheid bestaan er?


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke kleuren kunnen mensen zien met de zintuigcellen in de ogen?
A
rood, groen, blauw en geel
B
rood, blauw en geel
C
rood blauw en groen
D
rood, blauw, geel en wit

Slide 4 - Quizvraag

welk deel van ons gezichtsveld ziet kleur?
A
ons hele gezichtsveld
B
alleen de gele vlek
C
alleen de blinde vlek
D
met ongeveer de helft van ons gezichtsveld

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Demonstratie experiment 
vrijwilliger????

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Als je lang naar een rood vlak hebt gekeken en daarna naar een wit vlak kijkt zie je....
A
een licht blauw vlak
B
een paars vlak
C
een geel vlak
D
een rood vlak

Slide 12 - Quizvraag

onze hersenen:
 vullen kleuren aan waar we alleen zwart-wit zien.
draaien het beeld om.
vullen de blinde vlek in.
zien soms dezelfde kleur als verschillende kleuren.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Kleurenblind
meestal is 1 soort kegeltjes niet werkzaam. Omdat je 3 verschillende soorten kegeltjes hebt bestaan er verschillende soorten kleurblindheid.

Slide 15 - Tekstslide


Protanoop: rood is stuk
Deuteranoop : groen is stuk
trinanoop : blauw is stuk
Monochromaat : alle kegels zijn stuk

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Zien alle mensen dezelfde kleuren?
A
ja
B
nee
C
dat is onmogelijk te zeggen
D
waarschijnlijk wel

Slide 19 - Quizvraag

Waardoor ontstaat een nabeeld?
A
sommige kegeltjes zijn moe
B
sommige staafjes zijn moe
C
sommige kegeltjes zijn te actief
D
sommige staafjes zijn te actief

Slide 20 - Quizvraag

Zijn er nog vragen?

Slide 21 - Tekstslide