Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Twents Carmel College
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
2 VMBO-KGT H4 C
Werkwoorden met stam op -d/-t.
Hoe vervoeg je in de tegenwoordige tijd een Duits werkwoord waarvan de stam eindigt op een -d of een -t?
1 / 12
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
In deze les zitten
12 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Werkwoorden met stam op -d/-t.
Hoe vervoeg je in de tegenwoordige tijd een Duits werkwoord waarvan de stam eindigt op een -d of een -t?
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Vertaal: Ik rijd paard
A
Ich reite Pferd
B
Ich reitte Pferd
C
Ich reite
D
Ich reitte
Slide 3 - Quizvraag
Vertaal: Hij werkt
A
Er arbeittet
B
Er arbeitt
C
Er arbeit
D
Er arbeitet
Slide 4 - Quizvraag
Vertaal: Jullie praten
A
Ihr redest
B
Sie redest
C
Ihr redet
D
Sie redet
Slide 5 - Quizvraag
Vertaal: Wij praten
A
Wir redeten
B
Wir redent
C
Wir reden
D
Wir rede
Slide 6 - Quizvraag
Vertaal: Zij werkt
A
Sie arbeite
B
Sie arbeiten
C
Sie arbeitest
D
Sie arbeitet
Slide 7 - Quizvraag
Samengevat:
Werkwoorden waarvan de stam eindigt op een -t of een -d krijgen bij de vormen "du", "er", "sie", "es" en "ihr" een extra -e- in de uitgang.
Slide 8 - Tekstslide
Vertaal:
Het kind praat veel.
Slide 9 - Open vraag
Vertaal:
Jullie vinden Duits grappig?
Slide 10 - Open vraag
Vertaal: Susan en Maud rijden paard.
Slide 11 - Open vraag
Vertaal: Rijd jij ook paard?
Slide 12 - Open vraag