Twents Carmel College

verslaglegging

verslaglegging
verslag in tweetallen inleveren in teams.  Vandaag geven jullie door met wie je samenwerkt. Ik maak groepjes in teams.
Eerder inleveren is slim ivm feedback
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

verslaglegging
verslag in tweetallen inleveren in teams.  Vandaag geven jullie door met wie je samenwerkt. Ik maak groepjes in teams.
Eerder inleveren is slim ivm feedback

Slide 1 - Tekstslide

onderdelen zie teams

Slide 2 - Tekstslide

voorblad
titel = onderzoeksvraag als stelling
namen/ klas
docent
schooljaar

eigen foto

Slide 3 - Tekstslide

inhoudsopgave
onderdelen en paginanummer

Slide 4 - Tekstslide

inleiding
algemeen begin met theorie (bronvermelden)
onderzoeksvraag 
hypothese met uitleg

Slide 5 - Tekstslide

materiaal en methode
niet standaard overnemen van de toa. Er zijn bijna altijd aanpassingen. Let ook op de tijdstippen hoe lang blijft jet experiment staan, waar wordt het neer gezet. enz. vooral van belang bij experienten die meerdere dagen duren.
Materiaallijst volledig
maak foto`s van de opstelling

Slide 6 - Tekstslide

grafieken en tabellen
titel en naam

en verwijzen in de tekst naar je tabel of grafiek.
Dus tabel 1: resultaten van ....
In tabel 1 is te zien dat ....

Slide 7 - Tekstslide

resultaten
niet alleen in grafiek en tabelvorm, ook uitleggen

Slide 8 - Tekstslide

tabel en grafiek
let op duidelijkheid, niet te veel informatie in 1 grafiek.
vermeld de N (bv N=50)
let op juist gebruik van de x en y as.
geen foto`s van grafieken!!!!
werk met excel

Slide 9 - Tekstslide

conclusie
duidelijke terugkoppeling naar de inleiding. Samenvatting van de resultaten.

Slide 10 - Tekstslide

Discussie
wat ging er goed, wat fout?
hoe kunnen we het experiment verbeteren?
Welke vragen zijn er bij je op gekomen/ vervolg experimenten?

Slide 11 - Tekstslide

bronvermelding
bronvermelding gebruik [ ]
schrijf je bronnen duidelijk op. 
gebruik meerdere bronnen
eigen foto`s ook bronvermelden

Slide 12 - Tekstslide

APA
Met deze bronvermelding kan je docent (of een andere lezer) nagaan:
• welke bronnen je hebt gebruikt (betrouwbaarheid)
• of je een variatie aan bronnen hebt gebruikt
• of de bron correct is gebruikt, en
• of belangrijke bronnen ontbreken.
Dit overnemen van delen van andermans werk kan op twee manieren:
• door bronnen te parafraseren (in je eigen woorden weergeven)
• door bronnen te citeren (een stukje van de tekst letterlijk overnemen). Een citaat plaats je altijd tussen "aanhalingstekens".

Slide 13 - Tekstslide

BRONVERMELDING WEBSITE
Achternaam auteur, voorletter(s) (Publicatiejaar of update). Titel van het document of de website. Geraadpleegd op dag maand jaar, adres website.
Voorbeelden bronvermelding website:
Smeenk, J.(2015). Sagrada Familia Barcelona Barcelonapagina. Geraadpleegd op 7 juli 2015, https://barcelonapagina.nl/sagradafamilia.html

Smeenk, J.(z.d.). Een biologie verslag schrijven. Geraadpleegd op 13 januari 2014, https://www.biologiepagina.nl/verslagbiologie.htm


Slide 14 - Tekstslide

BRONVERMELDING BOEKEN
Achternaam auteur, voorletter(s) (Jaar van uitgave). Titel: Eventuele subtitel. Plaats uitgever: uitgever.
Voorbeeld:
Dekkers, M (2006), De larf: over kinderen en metamorfose. Amsterdam: Contact

Slide 15 - Tekstslide

OPMERKINGEN BRONVERMELDING
• Staat er bij een bron geen publicatiedatum vermeld? Noteer dan z.d.
• Is de auteur van een bron niet bekend? Vermeld dan de verantwoordelijke organisatie. Is die ook niet bekend? Zet dan de titel vooraan en het publicatiejaar erachter, gevolgd door de rest van de bronvermelding. In de bronnenlijst vermeld je deze bron dan bij de eerste letter van de titel.
• Het adres van een website begint met http:// en is geheel onderstreept.
• Soms is een publicatie geschreven door meerdere auteurs. Vermeld er hooguit drie. Zijn het er meer, dan vermeld je alleen de eerste drie, met de toevoeging et al of e.a. (= en anderen)

Slide 16 - Tekstslide

VERWIJZINGEN IN DE TEKST VAN JE WERKSTUK
Als je in de tekst van je werkstuk een bron letterlijk citeert of in je eigen woorden weergeeft, kun je ook op die plaats de bron vermelden. Die bron staat al uitgebreid beschreven in je bronnenlijst, daarom kun je hier volstaan met een verwijzing tussen haakjes, direct achter het citaat of de parafrase.
Die verwijzing ziet er als volgt uit: (auteur, publicatiejaar, paginanummer(s))
Voorbeeld: Er vielen veel slachtoffers onder de mariniers in Vietnam. Drie procent van de mariniers in Vietnam sneuvelde, en zo’n 17 procent raakte gewond. (Pietersen, 2006, p. 97)

Slide 17 - Tekstslide

logboek
Wie heeft wat wanneer gedaan?

Slide 18 - Tekstslide

Algemeen
Gebruik alleen eigen foto`s tenzij het echt niet anders kan.

Let ook op het taalgebruik. Geen wouden!!!

Extra onderzoeksvragen/deelvragen worden gewaardeerd maar dan wel met conclusie)
Kwaliteit gaat boven kwantiteit


Slide 19 - Tekstslide