Twents Carmel College

klas 2 opdracht - Typografie

Typografie
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingTekenen+1Middelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 200 min

Introductie

Aan het eind van deze les kun je herkennen, uitleggen en toepassen welke verschillende soorten typografie er zijn.

Onderdelen in deze les

Typografie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze opdracht weet je wat typografie is en kan je de kenmerken van typografie toepassen in je eigen werk.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is typografie?
Typografie is het vormgeven van tekst. Daarbij speelt de opmaak van tekstblokken en de vormgeving van het lettertype een belangrijke rol. Ook de witruimte, dat is de hoeveelheid ‘wit’ tussen de letters en de keuze voor vette of cursieve letters spelen een belangrijke rol. 
Bekijk het filmpje

Slide 3 - Tekstslide

Typografie is niet meer weg te denken uit reclame-uitingen.
Typografie moet het doel en de inhoud van een tekst ondersteunen. Een tekst moet bijvoorbeeld leesbaar zijn. 
Een ontwerper kiest ervoor wel of niet te variëren in letterfamilie, lettergrote, kleur, dun, cursief en vet om zo de boodschap van de tekst goed over te brengen.

Slide 4 - Tekstslide

Vette letters
Vette letters zijn dikker en breder dan normale letters. Ze vallen daardoor meer op in een tekst en worden gebruikt om een woord of zin meer op te laten vallen dan de omliggende tekst.

Slide 5 - Tekstslide

Dunne letters
Dunne letters zijn dunner en smaller dan normale leters. Een dunne letter geeft een strak effect.

Slide 6 - Tekstslide

Cursieve letters
Cursieve letters zijn letters die schuin staan. Ze hellen naar rechts en lijken daardoor meer op een handgeschreven letter. Cursieve letters hebben een sierlijk effect.

Slide 7 - Tekstslide

Sierlijke letters
Dit zijn meestal cursieve letters met ronde vormen. Ze geven je tekst een vriendelijke uitstraling, zelfs al is de boodschap dat niet.

Slide 8 - Tekstslide

Strakke letters
Een strakke lettervorm is recht en heeft geen krul, golf of rondingen.
Strakke letters hebben een krachtig en zakelijk effect.

Slide 9 - Tekstslide

Open letters
Open letters zijn lettervormen met een opening. 

Slide 10 - Tekstslide

Gesloten letters
Gesloten letters hebben bijna geen open ruimte.

Slide 11 - Tekstslide

Lettertype
Een lettertype is een verzameling letters die overeenkomsten vertonen. Dit noemen we ook wel een letterfamilie.

Slide 12 - Tekstslide

Contrast tussen lettervormen
Het verschil tussen lettervormen noemen we contrast. Wanneer we verschillende lettervormen combineren wordt dit contrast zichtbaar. Hiernaast zie je een sierlijke dunne letter naast een open cursieve letter.

Slide 13 - Tekstslide

Typografische tekeningen
Door een herhaling van woorden ontstaat een tekening.

Slide 14 - Tekstslide

Draw me a song
Dit zijn tekeningen waarin een songtekst in woord en beeld wordt weergegeven.

Slide 15 - Tekstslide

Typografie en inhoud
Typografie moet het doel en de inhoud van een tekst ondersteunen.

Slide 16 - Tekstslide

Quiz

Slide 17 - Tekstslide

Welke lettervorm zie je hier?
A
Sierlijk
B
Strak
C
Dun
D
Cursief

Slide 18 - Quizvraag

Welke lettervorm zie je hier?
A
Sierlijk
B
Strak
C
Dun
D
Cursief

Slide 19 - Quizvraag

Welke lettervorm zie je hier?
A
Sierlijk
B
Vet
C
Dun
D
Strak

Slide 20 - Quizvraag

Hier zie je een?
A
Sierlijke combinatie van letters
B
Contrast tussen lettervormen

Slide 21 - Quizvraag

Maak een foto van een reclame waarvan je de typografie goed vindt.

Slide 22 - Open vraag

Wat wil de ontwerper laten zien met deze typografie?

Slide 23 - Open vraag

Welke lettervorm zie je hier?

Slide 24 - Open vraag

Wat wil de ontwerper laten zien met deze typografie?

Slide 25 - Open vraag

Wat wil de ontwerper laten zien met deze typografie?

Slide 26 - Open vraag

Wat wil de ontwerper laten zien met deze typografie?

Slide 27 - Open vraag

Wat wil de ontwerper laten zien met deze typografie?

Slide 28 - Open vraag

Wat wil de ontwerper laten zien met deze typografie?

Slide 29 - Open vraag

Opdracht
Je gaat een woordbeeld maken. In je woordbeeld is het de bedoeling dat woord  (tekst) en beeld (vorm) één zijn. Dit doe je door de typografie te bepalen. 

Door het woord visueel te maken zorg je ervoor dat je zonder het woord echt te lezen, eigenlijk al weet wat er staat!
De vorm van de letters, de kleuren die je gebruikt en de plaatsing (compositie) bepalen wat de tekst uitstraalt.

Slide 30 - Tekstslide

Opdracht
Je gaat een woordvorm maken. In je woordvorm is het de bedoeling dat tekst en beeld één zijn. Dit doe je door de typografie te bepalen. 
Eigenlijk zou je zonder te lezen, moeten weten welk woord er staat.

De vorm van de letter, de kleuren die je gebruikt en de plaatsing (compositie) bepalen wat de tekst uitstraalt.

Slide 31 - Tekstslide



Werkwijze
  1. Brainstorm over mogelijke woorden voor je eigen werk. 
  2. Kies 3 woorden uit en maak bij deze drie woorden een woordweb in je map. 
  3. Maak bij deze 3 woorden een ontwerpschets in je map (gebruik je woordweb).
  4. Kies een schets uit. Teken je definitieve woordbeeld op een A3
    (grijs potlood). 
  5. Werk je woordbeeld uit met materiaal naar keuze (minstens twee verschillende materialen).  De achtergrond van je werk doet ook mee!

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht
Je gaat een woordvorm maken. In je woordvorm is het de bedoeling dat tekst en beeld één zijn. Dit doe je door de typografie te bepalen. 
Eigenlijk zou je zonder te lezen, moeten weten welk woord er staat.

De vorm van de letter, de kleuren die je gebruikt en de plaatsing (compositie) bepalen wat de tekst uitstraalt.

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht
Je gaat een woordvorm maken. In je woordvorm is het de bedoeling dat tekst en beeld één zijn. Dit doe je door de typografie te bepalen. 
Eigenlijk zou je zonder te lezen, moeten weten welk woord er staat.

De vorm van de letter, de kleuren die je gebruikt en de plaatsing (compositie) bepalen wat de tekst uitstraalt.

Slide 34 - Tekstslide

Opdracht
Je gaat een woordvorm maken. In je woordvorm is het de bedoeling dat tekst en beeld één zijn. Dit doe je door de typografie te bepalen. 
Eigenlijk zou je zonder te lezen, moeten weten welk woord er staat.

De vorm van de letter, de kleuren die je gebruikt en de plaatsing (compositie) bepalen wat de tekst uitstraalt.

Slide 35 - Tekstslide

Opdracht
Je gaat een woordvorm maken. In je woordvorm is het de bedoeling dat tekst en beeld één zijn. Dit doe je door de typografie te bepalen. 
Eigenlijk zou je zonder te lezen, moeten weten welk woord er staat.

De vorm van de letter, de kleuren die je gebruikt en de plaatsing (compositie) bepalen wat de tekst uitstraalt.

Slide 36 - Tekstslide

Opdracht
Je gaat een woordvorm maken. In je woordvorm is het de bedoeling dat tekst en beeld één zijn. Dit doe je door de typografie te bepalen. 
Eigenlijk zou je zonder te lezen, moeten weten welk woord er staat.

De vorm van de letter, de kleuren die je gebruikt en de plaatsing (compositie) bepalen wat de tekst uitstraalt.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide



Criteria:
Proces (telt 1x)
*  brainstorm: bij drie woorden een woordweb met associaties bij dit woord 
* drie schetsen met grijs potlood 

Eindwerk (telt 2x)
* Woord en beeld zijn één
     - vormen van letters passen bij woord
     - kleuren passen bij woord
     - plaatsing/compositie past bij woord
* eigenzinnigheid/eigenheid ontwerp
* uitwerking minstens twee materialen
* afwerking, zorgvuldigheid

Slide 39 - Tekstslide

Upload een foto van je werkstuk

Slide 40 - Open vraag