Twents Carmel College

MBO - Hetzelfde maar dan anders

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMaatschappijkunde+3MBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Introductie

In het kader van De Week Tegen Pesten 2021 met het thema: Buitensluiten? Uitgesloten! ontwikkelden we de les: Hetzelfde maar dan anders. Een les over groepsnormen en groepsdruk. Erbij horen is belangrijk en buitensluiten is niet oké. Daar is iedereen het in grote lijnen wel mee eens. Jezelf zijn is daarin óók heel erg belangrijk. Maar is dat wel zo eenvoudig? Helemaal jezelf zijn is eigenlijk nog een stapje ingewikkelder dan we denken. In iedere groep gedraagt iedereen zich namelijk net een beetje anders. En hoewel je je echt ‘jezelf’ voelt en dingen doet die bij je passen zijn er toch steeds verschillen. Hoe dat komt gaan we ontdekken in deze les.

Instructies

Doel van de les
In deze les leren de leerlingen over normen en normering in groepsverband. De leerlingen gaan actief aan de slag met het herkennen en benoemen in welke verschillende groepen zij zich bevinden. Zij gaan onderzoeken hoe zij zich persoonlijk verhouden tot de groepsnormen en wat zij hierin wel en niet prettig vinden. Waardoor ze hun plek in de samenleving en hun normen beter leren kennen.

Werkvormen
Klassikaal en individueel.
Klassikale introductie en brainstorm, voorbeelden aan de hand van filmpjes, zelfonderzoek aan de hand van een invulformulier afgesloten met een klassikale reflectie.


Kennis/competenties/vaardigheden
Bewustwording, zelfbewustzijn, empathie, betrokkenheid, samenwerken, aanpassingsvermogen, zelfkennis, groepsnormen, groepsverhoudingen, sociologische ontwikkeling


Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Introductie

Erbij horen is belangrijk en buiten de groep vallen is niet fijn. Daar is iedereen het in grote lijnen wel over eens.
Jezelf zijn is óók heel erg belangrijk.
Maar ben je dat in elke groep?

In iedere groep gedraag je je net anders. Hoewel je toch ‘jezelf’ bent, gedraag je je in de ene groep anders dan in de andere.

Hoe dat komt?
Daar gaat deze les over.



Slide 2 - Tekstslide

Doe normaal!

Dit hoor je best vaak. Maar ‘normaal’ gedrag is niet overal hetzelfde.

Binnen elke groep en op elke plek zijn er ongeschreven gedragsafspraken. Sommige dingen kunnen wel, andere doe je niet.

Voorbeeld: Niemand gaat in bikini naar de supermarkt. En bij je oma zit je niet op tafel een tosti te eten, hoewel je dat in de voetbalkantine misschien wél doet.

Normen zijn de regels en afspraken die je aanvoelt en overneemt van de rest van een groep. Dit gebeurt in elke groep en in elke situatie.



Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn normen?

‘Normen’ zijn iets anders dan regels. Dat je bijvoorbeeld niet met je koptelefoon op hardop zingt in een klas heeft met (school)regels te maken.

Maar keihard meezingen in de supermarkt zie je ook niet veel mensen doen, hoewel dat vast en zeker is toegestaan. Maar zeg nou zelf... dat is toch... not done... niet echt NORMaal...

Deze onzichtbare afspraken en (gedrags)regels, dát zijn normen!
Ze zijn ongeschreven en toch voel je ze aan. Hoe werkt dat?
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 4 - Tekstslide

GROEPSDRUK is heftig

Hoe je je binnen een groep gedraagt, heeft vaak erg veel te maken met hoe de rest zich gedraagt. De 'druk' van een groep speelt een belangrijke rol.

Negatieve groepsdruk kan je dingen laten doen waarvan je eerst denkt: 'NO way dat ik dat zou doen' of waarvan je  later denkt: 'Huh, deed ik dat?'

Dit is niet gek en gebeurt. Dat is groepsdruk.

Belangrijk is om er over na te durven denken, het te bespreken en te oefenen met je eigen keuzes maken en grenzen aangeven.

>> Bekijk het filmpje

Slide 5 - Tekstslide

Positieve groepsdruk

Groepsdruk hoeft niet altijd negatief te zijn. Het kan ook andersom werken.
Als veel mensen bijvoorbeeld  opkomen voor iemand die gepest wordt, dan zal de pester voelen dat hij in de minderheid is.

Positieve druk kan je ook stimuleren om meer uit jezelf te halen.
Denk aan prestaties in een teamsport: als je team extra vecht voor de bal en de wedstrijd, dan word je meegetrokken in dat gevoel en geef je niet op.

>> Bekijk het tweede filmpje

Slide 6 - Tekstslide

Hoe weet je hoe het hoort?

Oké, er zijn dus overal normen. Maar hoe weet je hoe je je gedragen moet? Hoe weet je hoe het ‘hoort’? 

Het probleem met al die onzichtbare afspraken is dat ze niet voor iedereen automatisch hetzelfde zijn en ook niet altijd voor iedereen duidelijk.
Dit kan soms botsen.

OPTIONEEL: Wil je wat meer ingaan op normen en buitensluiten? Dan kun je nog benoemen dat het in een groep (zoals een klas) zomaar kan gebeuren dat wat voor de een ‘normaal’ is door anderen als raar of zelfs irritant wordt gezien.

In het ergste geval kunnen groepen mensen gaan buitensluiten omdat ze er ‘niet bij passen’. Er is dus blijkbaar een norm waar iemand buiten valt. Het is voor de buitenstaander vaak lastig om erachter te komen wat die norm dan precies is.  Een situatie kan dan steeds erger worden. De weg terug is vaak moeilijk, want... tja... Iedereen mag zijn wie hij is….maar blijkbaar toch ook weer niet helemaal.

Wie er dan schuldig is?
Daar kom je moeilijk uit.

Wat je wel kunt doen, is op tijd samen de norm bepalen. Afspraken maken over omgang én elkaar goed (leren) kennen dragen hierin bij aan de oplossing.

Slide 7 - Tekstslide

Snel schakelen? Geen probleem!

We zijn gewend om te schakelen tussen het gedrag dat past bij norm van elke groep.

Bij sommige docenten kunnen dingen wel, bij andere niet. Thuis gedraag je je anders dan bij je vrienden en op je werk houd je ook rekening met de daar geldende normen.

Met welke groepen met welke normen heb jij te maken?

Slide 8 - Tekstslide

Tot welke groepen behoor jij?

Tot welke groepen behoor jij allemaal?
Ben je onderdeel van een hechte vriendengroep? Heb je een online game-groep? Hoor je bij een sportteam? En wat dacht je van je familie? Dat is eigenlijk ook een groep!
 
In de opdracht gaan we op zoek naar groepen waar je bij hoort en waarvan je weet welke onzichtbare regels en afspraken er zijn. Je weet dus hoe je je daar gedraagt.

Slide 9 - Tekstslide

Werkblad

We gaan in kaart brengen bij welke groepen jij hoort en welke normen er bij die groepen passen.

Vervolgens bekijken we welke van deze normen goed bij je passen en welke je eigenlijk kan missen als kiespijn.

Tot slot bespreken we de opdracht

Slide 10 - Tekstslide

Stap 1

Bedenk vier groepen waar jij onderdeel van uitmaakt. Noteer deze groepen in de grote witte vlakken bij stap 1.


Slide 11 - Tekstslide

Stap 2

Welke normen kun jij bedenken voor deze groepen? Wat kun je bijvoorbeeld juist wel maar ook echt NIET doen in deze groepen?

Probeer dingen te bedenken die specifiek voor die groepen gelden. Iemand met een honkbalknuppel op z'n kop slaan is over het algemeen nergens de norm.

TIP: Wil je nog een variatie aanbrengen, dan kun je bij de roze vakken vragen om een spannende, negatieve norm die vaak elders niet oké is. En bij de groene juist om een positieve 'knuffelnorm', een norm die ergens anders wellicht wat te klef of lief gevonden wordt.

Slide 12 - Tekstslide

Jouw favoriete normen

Kies nu van alle normen van al je groepen jouw favoriete normen. Welke passen bij jou en bij welke voel jij je prettig?

Stel jezelf bijvoorbeeld de vraag:  'Als ik de norm mag bepalen op een eigen eiland, hoe zouden we daar dan samenleven? Wat zou ''normaal'' gedrag zijn bij mij?'

Kies uit de lijst van stap 2 en/of vul aan met eigen ideeën.

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting

Je kunt deze opdracht op twee manieren afsluiten.

OPTIE 1
Als jouw groep een veilige groep is, kan je ervoor kiezen om de studenten in duo’s de werkbladen te laten bespreken.

Elk duo bespreekt in 5 minuten wat ze hebben ingevuld en waarom. Interview elkaar en kom zoveel mogelijk te weten van je klasgenoot.

Vraag tot slot klassikaal of iemand wil vertellen wat hij van een ander heeft gehoord wat hij bijzonder, grappig of interessant vond en graag wil delen.

OPTIE 2
Soms kan het prettiger zijn om het resultaat van deze opdracht niet specifiek te bespreken maar juist het proces. Vooral als de groep (nog) geen veilige groep is.

Nabespreken en vragen stellen over de opdracht is dan ook effectief.
Bijvoorbeeld:
  • Was het lastig om te doen?
  • Lijken jouw ‘groepen’ op elkaar?
  • Heeft iemand grote verschillen in normen van zijn groepen?
  • Wil iemand iets delen/vertellen?
  • Kijk je nu anders naar jezelf binnen groepen?
  • Kijk je nu anders naar anderen?
  • Etc.

Slide 14 - Tekstslide

Conclusie

Je bent overal hetzelfde, maar dan anders!

Vertel tot slot dat iedereen overal zichzelf is maar dat er dus verschillend gedrag hoort bij ‘jezelf’ zijn.
Je bent overal hetzelfde, maar steeds net een beetje anders.
Het is vooral belangrijk om elkaar hierin te leren kennen en het is ook niet gek om elkaar af en toe te vertellen over deze verschillende normen zonder een mening klaar te hebben of groepen meteen te veroordelen. Als je meer van elkaar weet, kun je elkaar ook beter begrijpen.