In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Je weet nu de vertalingen van de bezittelijk voornaamwoorden.
Je kent de regels om te bepalen of een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is.
Het bezittelijke voornaamwoord kan in de 1e naamval (onderwerp) staan of 4e naamval (lijdend vwp). Dan gelden dezelfde regels als bij de ein-Gruppe.
Let op bij mannelijke woorden: ein > einen of mein > meinen