Les 1 - Introductie op film - beleven (bovenbouw)

• Mediawijsheid
• Voortgezet speciaal onderwijs

Les 1 - Introductie op film; beleven

Bovenbouw

Toelichting slide 1

Vertel dat dit project uit vier lessen bestaat: twee lessen over film en twee lessen over (film)muziek. 

Wat is jouw lievelingsfilm?

Waar kijk je het liefst een film?

Toelichting slide 3

Denk aan het volgende:

- in de bioscoop

- thuis op de bank (via de tv)

- thuis in bed (via de telefoon/laptop)

- bij opa/oma

- op school (op het digibord)

Bekijk de filmposter van de korte film 'Munya in mij'.

Wie denk je dat Munya is?

Wat voor soort film denk je dat het is?

Toelichting slide 4

'Wat voor soort film denk je dat het is?'

Mogelijke antwoorden: een grappige film,, een dierenfilm, een dansfilm, een film voor meiden, een poppenfilm, etc.

Door op de filmposter te klikken, kun inzoomen op de poster. 

Je gaat nu de korte film 'Munya in mij' kijken.

Daarna worden er vragen gesteld.

https:

Wat vond je van de film?

Welk stuk kun je je nog goed herinneren? Hoe komt dat?

Waar ging de film volgens jou over?

Waarom denk je dat de filmmakers deze film hebben gemaakt?

Toelichting slide 8

Bijvoorbeeld: de film gaat over pesten; over een meisje dat eerst gepest wordt en het dan later niet meer pikt en terugvecht.

De makers van film willen met het verhaal van 'Munya in mij' kinderen de boodschap meegeven dat je altijd controle kan uitoefenen op de situatie waar je je in bevindt. Met andere woorden: iedereen kan altijd kiezen hoe hij of zij reageert op iets. Iedereen heeft een innerlijke kracht waarmee hij of zij de situatie naar zijn of haar hand kan zetten.

Deze innerlijke kracht hebben de makers met animatietechnieken en muziek proberen vorm te geven.

Het is helemaal niet erg als leerlingen de film anders ervaren dan de maker bedoelt heeft. Film is ook kunst. Je mag er van vinden en bij voelen wat je wilt. Wel is het goed om te beseffen dat makers het verhaal, de beelden, de muziek en de montage gebruiken om een boodschap te vertellen.

Dit zijn de hoofdpersonen:

Munya

De pesters

Hoe zou je de hoofdpersonen omschrijven?

Noem een eigenschap of attribuut. 

Wat vind je van de hoofdpersonen?

Toelichting slide 10

Wat voor soort personen zijn Munya en de pesters? Wat voor karakter hebben ze? Het kan de leerlingen helpen een eigenschap of attribuut te noemen die zij bij de hoofdpersonen vinden passen. 

Waar wordt Munya blij van?

Waar wordt Munya verdrietig van?

Waar word je zelf blij van?

Waar word je zelf verdrietig van?

Hoe denk je dat de film is gemaakt?

De film is een 'stop motion animatie'.

Toelichting slide 13

'Stop motion-animatie' is een animatietechniek naast bijvoorbeeld tekenfilm en computeranimatie. 

Bij stop motion verandert een 'animator' bijvoorbeeld poppen telkens een beetje van positie of uitdrukking, maakt hier foto's van en speelt deze achter elkaar af. Hierdoor lijken de poppen te bewegen.

Alles wat moet bewegen, wordt door de animator onder de camera stukje voor stukje verschoven en opgenomen. Wanneer deze beelden achter elkaar gemonteerd worden, wordt de suggestie van beweging gewekt. Het kan om bestaande voorwerpen gaan, maak ook speciaal gemaakte poppen of klei-figuren.

De bedenker van de film is Mascha.

Toelichting slide 14

Regisseur Mascha Halberstad is gespecialiseerd in animatie. Haar filmset is een stuk kleiner dan die van een 'gewone' speelfilm. En de 'acteurs' zijn maar twintig centimeter hoog!

De film is door 4 mensen gemaakt. 

Hoe lang zijn ze denk je bezig geweest met het maken van de film?

1. 1 dag
2. 2 weken
3. 8 maanden
4. 1 jaar

Een filmverhaal bestaat altijd uit 3 delen: 

BEGIN 

MIDDEN 

EIND 

De hoofdpersoon heeft een doel.

De hoofdpersoon wordt tegengewerkt.

De hoofdpersoon bereikt het doel.

BEGIN 

MIDDEN 

EIND 

Wat wil Munya bereiken?

Door wie wordt Munya 

tegengewerkt?

Bereikt Munya haar doel?

Toelichting slide 17

- Begin: Munya is verlegen, maar wil graag zich zelf durven zijn. Ze wil graag rappen. 

- Midden: Haar moeder en de jongens op straat zijn de tegenkrachten.

- Eind: Munya wordt geïnspireerd door rapper Nina, en vindt zo haar innerlijke kracht. Door zelf te gaan rappen voelt Munya zich stoer en sterk.

BEGIN 

MIDDEN 

EIND 

Toelichting slide 18

Laat de leerlingen in kleine groepjes gezamenlijk één kort verhaaltje bedenken, met een begin, een midden (waarin ze bang of verdrietig zijn), en een eind (waarin het doel wordt bereikt). Laat ze hun verhaal in een paar foto's vastleggen; er is één fotograaf en de rest wordt gefotografeerd. Let op; de leerlingen moeten stilstaan als de foto's worden gemaakt!

TIP: je kunt ze ook zelf een verhaaltje geven, die de leerlingen moeten uitwerken in foto's.

Voorbeeld: 

- Begin: Ik wil goed leren lezen 

- Midden: Alle schoolboeken zijn gestolen

- Eind: De school krijgt nieuwe boeken

Voorbeeld:

- Begin: Ik zoek nieuwe sportschoenen

- Midden: Ze hebben geen sportschoenen in mijn maat/Alle sportschoenen zijn te duur

- Eind: Ik koop via internet tweedehands sportschoenen.

Samenwerken

Toelichting slide 19

Bespreek met de leerlingen: hoe ging het samenwerken in deze les?
Laat iedere leerling een handje naar de groene duim (goed) of de rode duim (minder goed) slepen.
Vraag de leerlingen waarom ze het goed of niet goed vonden gaan.
Maak na het invullen een foto van deze slide.

Leren

Toelichting slide 20

Bespreek met de leerlingen: hoe ging het leren in deze les?

Laat iedere leerling een handje naar de groene duim (goed) of de rode duim (minder goed) slepen.

Vraag de leerlingen waarom ze het goed of niet goed vonden gaan.

Maak na het invullen een foto van deze slide.

Filmen/

fotograferen

Toelichting slide 21

Bespreek met de leerlingen: hoe ging het filmen / fotograferen in deze les?

Laat iedere leerling een handje naar de groene duim (goed) of de rode duim (minder goed) slepen.

Vraag de leerlingen waarom ze het goed of niet goed vonden gaan.

Maak na het invullen een foto van deze slide.

Leren

Toelichting slide 22

Bespreek met de leerlingen: wat heb je van deze les geleerd?; Wat vond je moeilijk?

Noteer dit of maak een opname terwijl de leerling vertelt.

Laat de leerlingen een handje naar de groene duim (goed/gemakkelijk) of de rode duim (minder goed/moeilijk) slepen en maak hier weer een foto van.

Einde van de les

https:

Toelichting slide 22

Onderaan deze website staat een filmpje die laat zien hoe het er achter de schermen aan toe is gegaan.