Twents Carmel College

K1 persoonlijk voornaamwoord & werkwood sein

persoonlijk voornaamwoord & 
het werkwoord "sein"
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

persoonlijk voornaamwoord & 
het werkwoord "sein"

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Het persoonlijk voornaamwoord

  • enkelvoud
  • meervoud

Slide 3 - Tekstslide

ik = ich
jij = du
hij = er
zij = sie
het = es
wij = wir
jullie = ihr
zij = sie
u = Sie

Slide 4 - Tekstslide

er, sie, es
Das ist Peter. Er is mein Freund.
Kennst du die Frau? Sie ist meine Oma.
Wie alt ist das Kind? Es ist zwei Jahre alt.
Das sind Herr und Frau Müller. Sie wohnen hier.

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekent "er"?

Slide 6 - Open vraag

Wat betekent "sie"?

Slide 7 - Open vraag

Wat betekent "es"?

Slide 8 - Open vraag

Vertaal het woord tussen haakjes.
Mein Freund heißt Julian.
(Hij) ist 15 Jahre alt.

A
er
B
sie
C
es

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal het woord tussen haakjes.
Das ist Frau Stolze.
(Zij) wohnt neben uns.
A
er
B
sie
C
es

Slide 10 - Quizvraag

Vertaal het woord tussen haakjes.
Das ist ein Kind.
(Het) ist noch ein Baby.
A
er
B
sie
C
es

Slide 11 - Quizvraag

Het werkwoord "sein"
  • In het Nederlands "zijn"
  • "sein" vervoegen

Slide 12 - Tekstslide

ich bin
du bist
er ist
sie ist
es ist
wir sind
ihr seid
sie sind
Sie sind

Slide 13 - Tekstslide

Wie alt (bent u)?
(Hij is) 13 Jahre alt.
Wo (ben jij) geboren?
(Ik ben) in Berlin geboren.
(Het is) eine schöne Stadt.
sind Sie
er ist
bist du
ich bin
es ist

Slide 14 - Sleepvraag