Kader hehaling 13.1-13.3 + demo's

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 4

4Km.Nsk1

• Jas in de kluis
• Mobiel in de bak
• Spullen op tafel 

• Tas op de grond
• 2x spullen/huiswerk  niet op orde => uur nakomen
• Uit de les gestuurd => 9de uur nablijven
• Na elke vakantie een schone lei

VANDAAG

Herhaling 13.1 t/m 13.3

Quiz - 10 meerkeuze vragen

Volgende uur: Demo's Geluid

* Dansend geluid

* Afstand sportveld berekenen!

VANDAAG

Herhaling 13.1 t/m 13.3

Quiz - 10 meerkeuze vragen

Bron - medium - ontvanger

Bron

Tussenstof

Ontvanger

Trillingen

Wat is de trillingstijd (T)?

• De tijd die nodig is voor 1 trilling

Wat is frequentie (f)?

• Hoeveel trillingen in 1 seconde

Wat is Amplitude?

• Zegt hoe HARD of ZACHT een geluid is

Trillingstijd/frequentie

Wat is de trillingstijd en wat is de frequentie?

1. T = 12 ms f = 1 : 12 = 0,083 Hz
2. T = 4,5 ms f = 1 : 4,5 = 0,22 Hz
3. T = 12 ms f = 1 : 0,012 = 83 Hz
4. T = 4,5 ms f = 1 : 0,0045 = 222 Hz

Frequentiebereik mens & dier

Frequentiebereik mens: 20 - 20.000 Hz

 Ultrasoon geluid => frequentiebereik boven de 20.000 Hz

Dit HOREN wij NIET !!!

vb. hondenfluitjes, echo's, reinigen van juwelen, lenzen, horloges ...

Geluidssnelheid

Geluidssnelheid: snelheid waarmee het geluid zich door een medium verplaatst.

Geluidssnelheid is 343 m/s (20 graden Celsius)

Afhankelijk van temperatuur en medium 

geluidssnelheid

Rekenopdracht:

De diepte van de zee wordt gemeten met een echolood. Tussen uitzenden en ontvangen van de puls zit 0,80 s. 

Bereken hoe diep de zee is?

Gegevens, gevraagd, formule,

uitwerking en antwoord!!

geluidssnelheid

Uitwerking rekenopdracht:

Gegevens: 

• geluidssnelheid zeewater = v =  1510 m/s
• tijd (heen-terug) = 0,80 s
• tijd (heen of terug) = t = 0,40 s

Gevraagd:

• afstand = s = ? m

formule

• s = v x t

uitwerking/antwoord

• s = 1510 x 0,40 = 604 m

Rekenen met Decibel

Als geluidsenergie verdubbelt, neemt het geluidsniveau toe met       3 dB

• regel geldt alleen voor geluidsbronnen die ongeveer evenveel geluid maken!

Opg. 14 (K), p 115

Een motorrijder rijdt met een snelheid van 70 km/h op de invoegstrook van een snelweg.

Hij geeft gas tot hij de maximaal toegestane snelheid van 130 km/h heeft. In tabel 2 zie je de windruis onder de motorhelm bij verschillende snelheden.

a) Bereken hoeveel keer zo luid het geluid onder de helm van de motorrijder wordt.

• Windruis 70 km/h => 89 dB
• Windruis 130 km/h => 101 dB
• Verschil windruis = 101 - 89 = 12 dB
• Geluidsterkte verdubbeling => +3 dB
• => 12 : 3 = 4x verdubbeling
• => 2 x 2 x 2 x 2 = 16x luider

b) Bij weinig windruis is de AMPLITUDE / TRILLINGSTIJD van de windruis GROTER / KLEINER dan bij veel windruis

• Amplitude - Kleiner

Welke drie dingen heb je nodig om geluid te horen?
(In de juiste volgorde)

1. Bron, tussenstof en ontvanger
2. Bron, ontvanger en tussenstof
3. Ontvanger, tussenstof en bron
4. Speaker, tussenstof en ontvanger

Als de druk stijgt, bewegen je trommelvliezen naar binnen. Als de druk daalt, bewegen ze weer naar buiten.

1. Waar
2. Niet waar
3. Dat kun je niet weten

Frequentie bereken je door?

1. f = T / 1
2. f = T x 1
3. f = 1 / T
4. f= 1 x T

de frequentie is 250 Hz.
wat is de trillingstijd?

1. 0,004 s
2. 250 s
3. 0,25 s
4. 0,025 s

Wat is de
frequentie?

1. 5Hz
2. 50Hz
3. 500Hz
4. 100Hz

Met welk apparaat kan je onderzoeken hoe hoog en hoe hard geluid is?

1. Stethoscoop
2. Stroboscoop
3. Oscilloscoop
4. Loboscoop

Waarvoor staat de s in s = v x t?

1. Snelheid
2. Afstand
3. Tijd
4. Versnelling

Joop staat voor een rotswand. Hij geeft een gil.
Na 3 seconde hoort hij zijn echo.
Hoe ver staat de rotswand van hem af?

1. s = v x t s = 343 x 3 = 1029 m
2. s = v / t s = 343 / 3 = 114,3 m
3. s = v x t s = 343 x 1,5 = 514,5 m
4. s = t / v s = 3 / 343 = 0,0087 m

1 grasmaaier heeft een geluidssterkte van 80 decibel

Wat is dan de geluidssterkte van 4 grasmaaiers?

1. 83 decibel
2. 84 decibel
3. 86 decibel
4. 320 decibel

2 honden blaffen met een geluidssterkte van 80 dB. Wat is de geluidssterkte bij 4 honden?

1. 83 dB
2. 86 dB
3. 160 dB
4. 320 dB

Einde Quiz

Vragen?

Volgende les:

Demo's geluid

4Km.Nsk1

• Jas in de kluis
• Mobiel in de bak
• Spullen op tafel 

• Tas op de grond
• 2x spullen/huiswerk  niet op orde => uur nakomen
• Uit de les gestuurd => 9de uur nablijven
• Na elke vakantie een schone lei

VANDAAG

Herhaling 13.1 t/m 13.3

Quiz - 10 meerkeuze vragen

Dit uur: Demo's Geluid

* Dansend geluid

* Afstand sportveld berekenen!

* indien tijd over => filmpje geluid examenstof

Demo: dansend geluid

Strak gespannen plasticfolie over een schaal, 

met daarop ongekookte rijst.

De schaal staat voor de muziek box, en de radio wordt steeds 

harder gezet. (beantwoord vraag 1 en vraag 2).

En daarna wordt muziek opgezet met verschillende muzieksoorten. (beantwoord vraag 3).

vraag 1: Wat zie je gebeuren met de rijst, als de muziek aan staat?

• Als je de muziek harder zet, dan springt de rijst op.
  

vraag 2: Hoe denk je dat dit komt?

• Doordat de trillingen zich door het vel van plasticfolie voortplanten, gaat het vel trillen en springt de rijst op.
  

vraag 3: Welke muzieksoorten doen het heel goed? En welke minder?

• Meestal zijn dat lage tonen. Muzieksoorten met veel lage of bass tonen (zoals house muziek) brengen de rijst beter aan het springen dan muzieksoorten zonder veel bass tonen (zoals liefdesliedjes).
• De hoge tonen trillen sneller per seconde, maar ze duwen niet zo hard tegen het vel. De lage tonen trillen langzamer per seconde => hardere duw op op folie

Trillingen

Wat is de trillingstijd (T)?

• De tijd die nodig is voor 1 trilling

Wat is frequentie (f)?

• Hoeveel trillingen in 1 seconde

Wat is Amplitude?

• Zegt hoe HARD of ZACHT een geluid is

Hierover nog vragen?

Afstand bepalen sportveld

• 2 leerlingen gaan naar buiten met stopwatch (mobiel)
• 1 Leerling maakt klapbeweging met klapper (Uit - In - Uit)
  
• dit doen we 5x 
  
• 1 Leerling buiten zetten stopwatch aan bij klap en uit bij horen geluid
  
• 1 Leerling buiten noteert de tijden
• Daarna naar binnen en berekenen we de afstand 

Afstand bereken sportveld

(temp = 10°C)

Gegevens/gevraagd:

• Temp = 10°C = 10+273 = 283 K
• Geluidssnelheid = 336 m/s
• tijd = ? s  (gemeten leerlingen)
• afstand sportveld = s = ? meter

Formule:

• s = v x t (afstand = geluidssnelheid x tijd)

Uitwerking/Antwoord:

• s = 336 x ... = ... m  (dit 5x)
• De gemiddelde afstand is .... meter

Hierover nog vragen?