Twents Carmel College

Bs 1, Bs 2 verzuurde spieren & stofwisseling in de cel

Thema 3 Stofwisseling in de cel
1 / 80
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 80 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 13 videos.

time-iconLesduur is: 250 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 Stofwisseling in de cel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bst 1 chemie in cellen
leerdoelen:
je kunt de begrippen stofwisseling, assimilatie, dissimilatie omschrijven 
je weet wat er bij deze reacties met de energie gebeurt 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Beantwoord de volgende vragen:

  1. welk proces is in het lichaam van Kipchoge dominant: dissimilatie of assimilatie
  2. waar zat de brandstof om 42 km lang te kunnen lopen? 

  3. waarom gaan de ademhalingsfrequentie en de hartslag tijdens het hartlopen omhoog? 
  4. zal hij de dag erna spierpijn hebben? 



timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beantwoord de volgende vragen:

  1. wat is het verschil tussen organische en anorganische stoffen? wat is het verschil tussen assimilatie en dissimilatie?
  2. wat is chemische energie? waar kun je die vinden?
  3. wat is ATP? hoe is ATP opgebouwd? wat is de functie van ATP?
  4. waarom gaat de ademhalingsfrequentie en de hartslag tijdens het hartlopen omhoog? 


gebruik: boek  (bs 2) & BINAS
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

wat is ook alweer autotroof en heterotroof?
A
gebruikt CO2 en stoot het niet uit/verbruikt geen CO2 en stoot wel uit
B
kan uit organische stoffen energie halen/kan uit anorganische stoffen organische stoffen maken
C
kan uit anorganische stoffen organische stoffen maken/kan dat niet
D
heeft geen zuurstof nodig/heeft wel zuurstof nodig

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

noem 3 organische stoffen

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

wat gebeurt er met het gewicht van een individu waarbij in de cellen meer assimilatie dan dissimilatie plaats vindt?
A
gewicht neemt toe
B
gewicht blijft gelijk
C
gewicht neemt af
D
ik heb geen idee ....

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

gebruik BINAS 67L
Van welke dragermoleculen is AMP een bestanddeel?
A
NADH+
B
NADPH,H+
C
NADH,H+
D
NADPH+

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertering van een boterham is onderdeel van dissimilatie
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quizvraag

vertering is geen vorm van dissimilatie. Voor dissimilatie is het vrijkomen van energie om die om te zetten in ATP het doel. 
Vertering van grote organische moleculen kost energie (enzymen verlagen de activeringsenergie) 
heterotrofe organismen doen ook aan C-assimilatie
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

bst 2 enzymen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk enzym vertoont de grootste enzymactiviteit?
A
x (rood)
B
y (groen
C
z (paars)

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf welke temperatuur gaat enzym x denatureren?
A
vanaf 10 graden celcius
B
vanaf 15 graden celcius
C
vanaf 20 graden celcius
D
vanaf 25 graden celcius

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk/welke enzym(en) kunnen worden opgewarmd tot 45 graden en weer afgekoeld en werken daarna nog steeds?
A
Geen van de enzymen
B
Alleen enzym z
C
Enzym z en y
D
Enzymen z, y en x

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Enzymen x, y, en z kunnen werkzaam zijn in hetzelfde organisme
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij 37 graden zijn er meer enzymen y dan z gedenatureerd.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke belichting groeit een plant het snelste?
A
rood of blauw licht
B
groen of uv-licht
C
groen of geel licht
D
rood of uv-licht

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm van dissimilatie gebruikt de meeste glucose moleculen om een bepaalde hoeveelheid energie (ATP) te produceren?
A
Anaerobe dissimilatie
B
Aerobe dissimilatie

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enzymactiviteit

  • Temperatuur
  • pH
  • Concentratie stoffen
  • Activatoren en remstoffen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Remstoffen en activatoren

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bst 3 koolstofassimilatie

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fotosysteem 1 binas 69B
licht> electron aangeslagen > transport van H+ over het membraan >H+ concentratieverschil onstaat . als H+ de cel verlaat ontstaat NADPH,H > Het aangeslagen electron gaat terug naar het cytochroom (cyclisch)

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Absorptiespectrum
  • Chlorofyl absorbeert verschillende golflengten licht
  • Chlorofyl reflecteerd golflengte licht met kleur groen
  • Absorptiespectrum laat zien welke golflengten worden geabsorbeerd
  • Geabsorbeerd licht wordt gebruikt voor fotosynthese

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 57 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 58 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 59 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 60 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Chemosynthese
  • Autotrofe organismen maken gebruik van energie die vrij komt bij oxidatie van anorganische stof - chemoautotroof
  • Nitriet- en nitraatbacterien in bodem, zwavelbacterien in diepzee

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bst 4 voortgezette assimilatie

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

bst 5 Dissimilatie

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aerobe dissimilatie

Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 65 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 66 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Koolhydraten
  • Monosachariden omzetten naar disachariden door condensatie
  • Polymerisatie om polysachariden te vormen
  • Zetmeel in chloro- en amyloplasten planten, cellulose in celwanden planten, glycogeen in lever en spieren dieren

Slide 67 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitten
  • Planten bouwen aminozuren uit glucose en stikstofhoudende moleculen
  • Dieren kunnen alleen aminozuren omzetten in andere aminozuren
  • Peptidebinding tussen aminogroep en carboxylgroep twee aminozuren vormt dipeptide en polypeptide

Slide 68 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitten
  • Primaire structuur: volgorde aminozuren
  • Secundaire structuur:  a-helix of b-sheet vorm door hoek peptidebindingen en waterstofbruggen
  • Tertiaire structuur: vorming zwavelbruggen, hydrofobe en -fiele delen, lading zorgen voor vouwing
  • Quarternaire structuur: meerdere polypeptideketens vormen samen een eiwit
  • Foldit

Slide 69 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vetten
  • Drie vetzuren binden aan een glycerolmolecuul
  • Verzadigd (vast, vetten) en onverzadigd (vloeibaar, olien) vetzuur
  • Membraan bestaat uit fosfolipiden, één vetzuur vervangen door fosfaatgroep

Slide 70 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aerobe dissimilatie
glycolyse (splitsing glucose)
vorming acetyl-co-enzym A 
citroenzuurcyclus (afbraak citroenzuur)
oxidatieve fosforylering (vorming energierijke stoffen)

Slide 71 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 72 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Glycolyse
  • Vindt plaats in cytoplasma
  • Glucose gesplitst in twee pyrodruivenzuur moleculen
  • Enzym maakt moleculen instabiel
  • Energie komt vrij door verandering vorm moleculen
  • 4 ATP gevormd, maar ook 2 ATP verbruikt
  • 2 NADH moleculen geproduceerd

Slide 73 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acetyl-CoA vorming
  • Pyrodruivenzuur bindt aan co-enzym A en vormt zo acetyl-CoA

Slide 74 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Citroenzuurcyclus
  • Vindt plaats in matrix mitochondrium
  • Cyclus wordt twee keer doorlopen per glucose molecuul
  • Energie vastgelegd in NAD (NADH), FAD (FADH2), ADP (ATP) en GDP (GTP)
  • CO2  wordt geproduceerd

Slide 75 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oxidatieve fosforylering
  • Vindt plaats in binnenmembraan mitochondriën
  • Elektronentransportketen die energie FADH2 en NADH gebruikt om H+ ionen actief over membraan te transporteren
  • Concentratieverschil gebruikt om ATP te produceren
  • H2O wordt geproduceerd

Slide 76 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energierekening
  • Glycolyse:
    - Per glucosemolecuul ontstaan er 2 ATP-moleculen
  • Citroenzuurcyclus:
    - Per glucosemolecuul ontstaan er 2 ATP-moleculen
  • Oxydatieve fosforylering:
    - Per glucosemolecuul ontstaan 10 NADH- en 2 FADH2-moleculen
    - Per NADH-molecuul onstaan 3 ATP-moleculen
    - Per FADH2-molecuul ontstaan 2 ATP-moleculen
  • Totaal 38 ATP-moleculen

Slide 77 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anaerobe verbranding glucose - melkzuur
Anaerobe verbranding glucose - alcohol

Slide 78 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 79 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 80 - Video

Deze slide heeft geen instructies