H5.4 Willen we meer produceren?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Opdracht 2

Als je niet genoeg kunt produceren, moet je de .......................... uitbreiden. Dat kan door meer ........................... in dienst te nemen of door heen ............................. uren per week te laten werken. Ook kun je meer of betere ................................. aanschaffen.

productiecapaciteit

mensen

meer

machines

Opdracht 3.
Ridwan heeft een rijschool. Zelf werkt hij vijftig uur per week. Hij heeft twee mensen in dienst die allebei parttime werken. Steeds meer klanten willen rijles nemen bij Ridwans rijschool. Wat kan Ridwan doen om meer rijlessen te kunnen geven? Er zijn drie antwoorden goed.

1. Een extra lesauto aanschaffen
2. Meer reclame maken
3. Nog een instructeur in dienst nemen
4. Vragen of de instructeurs in voltijd willen gaan werken.

Opdracht 4.
Kapper Boldman kan samen met zijn medewerkers per week 375 klanten knippen. Tegenwoordig komen er minder klanten, nog maar 300 per week. Kiest het juiste percentage.
Van zijn productiecapaciteit gebruikt de kapper nog maar ....... %

1. 20%
2. 25%
3. 75%
4. 80%

Opdracht 5

Als je in een bedrijf de ................... hoger wordt, kun je met evenveel mensen ..................... produceren. Of je porduceert evenveel met ........................ mensen.

Meer

Minder

Arbeidsproductiviteit

Opdracht 6. Hoe kan de arbeidsproductiviteit stijgen? Er zijn 3 antwoorden juist.

1. Door het gebruik van moderne apparaten en robots
2. Door het personeel een goede opleiding te geven
3. Door meer personeel in dienst te nemen.
4. Door taken beter te verdelen over het personeel.

Opdracht 7. Door de betere machines en ovens daalt / stijgt de arbeidsproductiviteit in de fabriek.

1. Daalt
2. Stijgt

Opdracht 7. Ze kunnen nu evenveel broden produceren met meer/ minder personeel.

1. Meer
2. Minder

Opdracht 7. Hierdoor worden de loonkosten van de fabriek hoger/ lager

1. Hoger
2. Lager

Opdracht 7. De kostprijs per brood gaat hierdoor omhoog/ omlaag.

1. Hoger
2. Lager

Opdracht 8. Kasper gaat in de zomer bij een boer aardbeien plukken. Hij mag kiezen: een vast loon per uur of een vast bedrag per kistje aardbeien. Kies het juiste woord. Als Kasper kiest voor een vast bedrag per kistje, krijgt hij ..............

1. Prestatieloon
2. Vast loon

Maken opdracht 9, 10 + 11

Opdracht 12

De kosten die een bedrijf heeft voor grondstoffen, het gebouw en personeel zijn ...................... kosten. De negatieve gevolgen van productie voor de samenleving zijn .................... kosten.

Bedrijfkosten

Maatschappelijke

Opdracht 13. Welke zinnen gaan over maatschappelijke kosten?

1. Vrachtverkeer zorgt voor geluidsoverlast voor de bewoners langs de weg.
2. De temperatuur op aarde stijgt door te veel CO2 in de lucht.
3. Door de nieuwe zonnepanelen wordt de energierekening lager.
4. Door de productie komt er veel stikstof in de natuur.

Opdracht 14a.
Berend is melkveehouder. In de zomer staan zijn koeien in de wei, 's winters staan ze in de stal. Geef een voorbeeld van opbrengsten die Berend heeft van zijn melkveehouderij.

Opdracht 14b.
Berend is melkveehouder. In de zomer staan zijn koeien in de wei, 's winters staan ze in de stal. Geef een voorbeeld van bedrijfskosten die Berend heeft.

Opdracht 14c.
Berend is melkveehouder. In de zomer staan zijn koeien in de wei, 's winters staan ze in de stal. Geef een voorbeeld van maatschappelijke kosten die Berend met zijn bedrijf veroorzaakt.