In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Afstanden, in/uitzoomen en landschappen
Slide 1 - Tekstslide
Kennen
verschil tussen inzoomen en uitzoomen
verschil absolute en relatieve afstand
natuurlandschappen
ingerichte landschappen
Slide 2 - Tekstslide
Begrippen
inzoomen
uitzoomen
absolute afstand
relatieve afstand
inrichtingselement
natuurlandschap
natuurelement
ingericht landschap
inrichtingselement
Slide 3 - Tekstslide
Vergroten en verkleinen
inzoomen: van groot naar klein, meer details
uitzoomen: van klein naar groot, minder details
Bekijk de afbeeldingen.... zie je het verschil?
Slide 4 - Tekstslide
Deze kaart is een voorbeeld van:
A
Inzoomen
B
Uitzoomen
Slide 5 - Quizvraag
Deze kaart is een voorbeeld van:
A
Inzoomen
B
Uitzoomen
Slide 6 - Quizvraag
Absolute afstand
afstand gemeten in een rechtelijn
hemelsbreed
verandert nooit!
Slide 7 - Tekstslide
Realtieve afstand
afstand in tijd
afstand in kosten
verschilt per persoon
verschilt per vervoermiddel
verschilt per route
Bekijk de kaarten met de route van Groningen naar Maastricht: dezelfde route en toch een groot tijdsverschil. Welk vervoermiddel is gebruikt bij deze route?
Slide 8 - Tekstslide
0
Slide 9 - Video
Natuurlandschap
Niet door de mens ingericht
Natuurelementen: bossen, rivieren, bergen
Slide 10 - Tekstslide
Ingericht landschap
Door de mens ingericht
Inrichtingselementen: huizen, wegen, akkers
Slide 11 - Tekstslide
De absolute afstand is de afstand in
A
tijd
B
kilometers
(hemelsbreed)
C
Percentages
D
kilo's
Slide 12 - Quizvraag
Hemelsbreed betekent:
A
Gemeten in een kromme lijn
B
Gemeten langs de weg
C
Gemeten in uren en minuten
D
Gemeten in een rechte lijn
Slide 13 - Quizvraag
De absolute afstand:
A
Kan veranderen
B
Is voor iedereen anders
C
Verandert nooit
D
Verandert per vervoermiddel
Slide 14 - Quizvraag
De relatieve afstand is de afstand uitgedrukt in
A
Percentages
B
Kilometers
C
Tijd en moeite
D
Verschillen
Slide 15 - Quizvraag
De relatieve afstand:
A
Is voor iedereen anders
B
Is voor iedereen hetzelfde
C
Kan niet veranderen
D
Is altijd hemelsbreed
Slide 16 - Quizvraag
Een nieuwe snelweg tussen twee steden zorgt voor een andere
A
absolute afstand
B
relatieve afstand
C
beide veranderen
Slide 17 - Quizvraag
Door betere vervoermiddelen wordt de wereld relatief
A
Groter
B
Hetzelfde
C
Kleiner
Slide 18 - Quizvraag
Door meer en betere internetverbindingen wordt de wereld relatief
A
kleiner
B
groter
C
anders
D
hetzelfde
Slide 19 - Quizvraag
Een boer verbouwt maïs op zijn akker, de akker is een: