Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Twents Carmel College
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
V2 - en - Pitfalls
Grammar
Pitfalls
Leerjaar 2 - Engels
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammar
Pitfalls
Leerjaar 2 - Engels
Slide 1 - Tekstslide
Learning objective
I can avoid pitfalls.
Slide 2 - Tekstslide
Welke woord betekent:
'waar' (plaats)?
A
we're
B
wear
C
were
D
where
Slide 3 - Quizvraag
Welke woord betekent:
'wij zijn'?
A
we're
B
wear
C
were
D
where
Slide 4 - Quizvraag
Welke woord betekent:
'was' of 'waren'?
A
we're
B
wear
C
were
D
where
Slide 5 - Quizvraag
Sleep
your
of
you're
naar de juiste plek.
1. I see ... point.
2. ... such a crazy person!
3. If ... happy, clap ... hands.
4. When ... ready, we can leave.
you're
you're
you're
your
your
Slide 6 - Sleepvraag
Welk woord betekent:
'naar'?
A
to
B
too
C
two
Slide 7 - Quizvraag
Welk woord gebruik je om een overdrijving aan te geven? Bijvoorbeeld: 'te groot' of 'te zacht'.
A
to
B
too
C
two
Slide 8 - Quizvraag
Welk woord betekent:
'om te' en gebruik je vaak bij een werkwoord?
A
to
B
too
C
two
Slide 9 - Quizvraag
Welk woord betekent:
'ook'?
A
to
B
too
C
two
Slide 10 - Quizvraag
Sleep
its
of
it's
naar de juiste plek.
1. ... never been my favourite.
2. Wake up! ... time to get out of bed!!
3. ... the dog! Look at ... paws!
4. The driver lost ... license.
it's
it's
it's
its
its
Slide 11 - Sleepvraag
Welk woord betekent:
'hun' en geeft bezit aan?
A
there
B
their
C
they're
Slide 12 - Quizvraag
Welk woord betekent:
'zij zijn'?
A
there
B
their
C
they're
Slide 13 - Quizvraag
Welk woord past in de zin?
'Do you think ... are going to be final exams?'
A
there
B
their
C
they're
Slide 14 - Quizvraag
Welk woord is juist in de zin?
'First we have PE, ...... we have English.'
A
than
B
then
Slide 15 - Quizvraag
Welk woord is juist in de zin?
'Most pupils like PE better ...... English.'
A
than
B
then
Slide 16 - Quizvraag
Welk woord is juist in de zin?
'A tent is more fun ...... a caravan.'
A
than
B
then
Slide 17 - Quizvraag
Welk woord is juist in de zin?
'Was life really easier back ......?'
A
than
B
then
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide