Oefenvragen vakflex WOI

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

de industriële revolutie en de opkomst van emancipatiebewegingen

het denken over staat en maatschappij in de verlichting

het begin van staatsvorming en centralisatie 

burgerschap en wetenschappelijk denken in de Griekse stadstaat

De tijd van massavernietigingswapens

Tijd van Grieken en Romeinen

Tijd van Burgers en stoommachines

Tijd van Steden en Staten

Tijd van Wereldoorlogen

Tijd van Pruiken en revoluties

Beschrijf twee ontwikkelingen in 1917 die grote invloed hadden op het verloop van de Eerste Wereldoorlog.

Welk begrip wordt hier omschreven: reclame met en politiek doel

Welk begrip wordt hier omschreven: strijd om het sterkste bewapend te worden

Wat is de juiste chronologische volgorde?
A De Duitse legerleiding bedenkt het Schlieffenplan.
B De Slag bij de Somme.
C De Grote Oorlog begint.
D De Grote Oorlog eindigt.
E In Sarajevo wordt Frans Ferdinand vermoord.

1. EACBD
2. AECBD
3. AEBCD
4. EBACD

Lees de bron

Bron 1 Gedicht over een jonge soldaat

(1) Toen Johnny terecht kwam in ’t lazaret [=ziekenzaal],

(2) was ie achttien en enkele dagen.

(3) Zijn darmen hingen er wat bij neer,

(4) maar de dokter naaide het handig weer

(5) en ie werd als hersteld ontslagen,

(6) Johnny....

(7) Toen Johnny opnieuw in de loopgraaf zat,

(8) was ie achttien en enige weken.

(9) Daar dook ie bij lijken en rottend vuil,

(10) voor de eer van zijn vaderland, in een kuil

(11) en wéér moest hij schieten en steken,

(12) Johnny....

Lees deel 2 van de bron

(13) Toen Johnny in flarden gereten werd,

(14) was ie achttien en een paar maanden;

(15) zijn lichaam spatte uiteen, wijd en zijd....

(16) Nu rust hij, met alle winden verspreid,

(17) in de bloedige grond van Vlaanderen,

(18) Johnny....

Is deze bron representatief voor de Eerste Wereldoorlog? Leg je antwoord uit.

Lees de zes zinnen over de Eerste Wereldoorlog (A-F).
Noteer de letters van de juiste zinnen.
(2 punten)
Welke zin(nen) zijn juist?
A De bondgenootschappen voor WOI waren hetzelfde als tijdens WOI
B Duitsland kreeg de schuld van de Eerste Wereldoorlog.
C In de Eerste Wereldoorlog hoorde Frankrijk bij de centralen.
D Oostenrijk-Hongarije hoorde in de Eerste Wereldoorlog bij de geallieerden.
E Tijdens de Eerste Wereldoorlog merkte de bevolking thuis niet zo veel van de strijd.
F De moord op Frans-Ferdinand was een indirecte oorzaak van de Eerste Wereldoorlog.

Lees de bron

Bron 2 Uitspraak van een gemeenteraadslid van Rotterdam (1917)

Er is geen stad in ons land, die zo geteisterd wordt door de werkloosheid als Rotterdam. Het grote scheepvaartbedrijf in Rotterdam is ongeveer geheel stopgezet, waardoor duizenden arbeiders werkloos zijn geworden, die anders in de haven werken. Terwijl ook in de grootindustrie nu buitengewoon veel werkloosheid heerst, omdat die grootindustrie met de kolen zo sterk is gerantsoeneerd.

Naar: H. Binneveld e.a., Leven naast de catastrofe. Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog, Hilversum 2001.

Welke zin past het beste bij de bron?

1. De Rotterdamse haven was belangrijk voor de goederenaanvoer van Duitsland.
2. De geallieerden beperkten de handel van Nederland met Duitsland.
3. Door de schaarste in Nederland gingen levensmiddelen op de bon.
4. Nederland voerde een neutraliteitspolitiek in de Eerste Wereldoorlog.