Twents Carmel College

H8 Materialen Herhaling

H8 Materialen

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H8 Materialen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • H8 Materialen: Herhaling
  • Huiswerk H8 "test jezelf"
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

H8 materialen
  • H8.1   Materialen toepassen

  • H8.2 Van grondstof tot product

  • H8.3 Afvalverwerking

  • 8.4 Materialen kiezen

Slide 3 - Tekstslide

Hout

Geschikt als constructie materiaal

  • Goede trek en duwkrachten


Verspanende bewerkingen:

  • Schaven, Zagen, Boren, Vijlen


Houten onderdelen verbinden:

  • Spijkers, Schroeven, Lijm, Bouten en moeren

Slide 4 - Tekstslide

Glas

verpakkingsmateriaal:

  • Houdt vloeistoffen en gassen tegen.
  • Geeft geen stoffen af aan de inhoud van de fles.
  • glas niet wordt aangetast door zuren in de vloeistof.

Slide 5 - Tekstslide

Metalen
Toepassingen:
  • Metalen worden vaak door lassen of solderen aan elkaar verbonden. 

  • Metalen geleiden goed => koper als isolatiedraad

Slide 6 - Tekstslide

Productieproces
Grondstoffen uit de natuur halen
Grondstoffen chemisch bewerken
Halffabricaten maken

Eindproduct maken

Recyclen

Slide 7 - Tekstslide

Productie staal
  • Staal is een materiaal wat veel gebruikt wordt
  • Het wordt gewonnen uit ijzererts
  • ijzererts wordt samen met cokes in een hoogoven tot ruwijzer gemaakt. Bij dit proces komt slak vrij (wordt gebruikt voor beton)
  • Hierna wordt er in een staalfabriek staal van gemaakt

Slide 8 - Tekstslide

Hoogovenproces
  • 1e reactie: cokes met zuurstof.
  • cokes + zuurstof -> koolstofmono-oxide

  • 2e reactie: ijzeroxide (ijzererts) reageert  met koolstofmono-oxide.
  • ijzeroxide + koolstofmono-oxide -> ijzer + koolstofdioxide

  • 3e reactie: koolstof uit ruwijzer reageert met zuurstof tot CO2
  • koolstof + zuurstof -> koolstofdioxide

  • Door hoge temp => ijzer vloeibaar => zakt naar beneden => aftappen 
  • Koolstofdioxide wordt geloosd in de atmosfeer

Slide 9 - Tekstslide

Blikstaal
  • mag maar weinig koolstof bevatten. 
  • moet gemakkelijk vervormbaar zijn 
  • Staal met veel koolstof is sterk, maar bros.

Slide 10 - Tekstslide

milieu
  • Verbruik van grondstoffen
  • verbruik van (elektrische) energie
  • ontstaan van afvalproducten (o.a. CO2 => broeikaseffect)
  • recyclen (recyclen aluminium 5% v/d energie)

Slide 11 - Tekstslide

voorbeelden afval
Groente Fruit Tuin-afval (GFT) => compost
Papier/karton                                   
Glas                                                                                               
Hout/bouwafval                             
(Klein) chemisch afval               
Restafval                                          

Slide 12 - Tekstslide

Afvalverwerking restafval
Afval scheiden:
  • Restafval; afval dat niet meer te composteren of te recyclen is wordt of verbrand of gestort Maar eerst wordt nog blik/ijzer uit afval gehaald!
  • Voordeel verbranden:
  •       * Geen ruimte nodig voor te storten.
  •       * Onbrandbare resten (slak) te gebruiken voor aanleg bij wegen.
  • Nadeel verbranden:
  •      * Kunnen schadelijke stoffen in de lucht terecht komen 




Slide 13 - Tekstslide

Oplossingen mileuprobleem

1. Gedrag van mensen veranderen
2. Producten en productiemethoden kunnen veranderen
3. Andere manier van afvalverwerking => hergebruik/recyclen

Slide 14 - Tekstslide

Hfd 8.4 Materiaal kiezen

Materialen kies je op hun:
  • stofeigenschappen
  • mogelijkheid tot bewerken, verbinden of te vervormen
  • prijs van materiaal
  • consequenties voor milieu
  • afvalverwerking
Stofeigenschappen:

  • Dichtheid (p = m/V)
  • kleur
  • geur
  • smaak
  • brandbaarheid
  • kook- en smeltpunt
  • Oplosbaarheid in water
  • geleidbaarheid
  • fase bij kamertemperatuur
  • (geen stofeigenschappen:
    Vorm, volume, massa)

Slide 15 - Tekstslide

Dichtheid
ρ
m
V
= dichtheid

= massa

= volume
(g)
(cm3)
(cm3g)

Slide 16 - Tekstslide

Drijven, zwefen en zinken
Wat kun je zeggen over de dichtheid van het materiaal van
een massief voorwerp (een voorwerp zonder holle ruimten)
a. Als het voorwerp in water drijft?
b. Als het voorwerp tussen het vloeistofoppervlak en
de bodem zweeft?
c. Als het voorwerp in water zinkt?





Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag met 
H8 "test jezelf" p. 73

Slide 18 - Tekstslide

De steen heeft een massa van 20,25 gram, wat is de dichtheid van de steen?

Slide 19 - Open vraag

Bereken de massa van dit blokje aluminium?

Slide 20 - Open vraag

Bereken de dichtheid van een
stuk metaal met een
massa van 22,7 g en een volume van 2 cm3.
Welk metaal is het?

Slide 21 - Open vraag