Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Twents Carmel College
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
1.4 Koopkracht & inflatie
1.4 Alles wordt duurder
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
3 videos
.
Lesduur is:
20 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Introductie
Aan het eind van deze les weet je wat koopkracht en inflatie betekent. Je leert ook wat indexcijfers zijn.
Onderdelen in deze les
1.4 Alles wordt duurder
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen 1.4
Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat
koopkracht
en
inflatie
betekent.
Je kunt daarbij ook uitleggen hoe de
koopkracht
wordt beïnvloed door inflatie.
Slide 2 - Tekstslide
Koopkracht
De hoeveelheid goederen en diensten die je kunt kopen met je geld.
Je koopkracht hangt af van:
je inkomsten
de prijzen
Slide 3 - Tekstslide
0
Slide 4 - Video
Slide 5 - Video
Inflatie
Inflatie
betekent een
algemene prijsstijging
van goederen en diensten.
Door inflatie wordt de
koopkracht kleiner,
als je inkomen niet net zoveel stijgt als de inflatie.
Het tegenovergestelde van inflatie noemen we
DEFLATIE
.
Slide 6 - Tekstslide
inkomensstijging > prijsstijging
koopkracht neemt toe
inkomensstijging < prijsstijging
koopkracht neemt af
Slide 7 - Tekstslide
De gemiddelde prijs van boodschappen steeg afgelopen jaren
Slide 8 - Tekstslide
De gemiddelde prijs van woningen steeg afgelopen jaren.
Slide 9 - Tekstslide
inkomensstijging > prijsstijging
koopkracht neemt toe
inkomensstijging < prijsstijging
koopkracht neemt af
Slide 10 - Tekstslide
Oorzaken inflatie
Loonverhoging
Hogere grondstofprijzen zoals olie en graan
Meer vraag van consumenten naar goederen of diensten
Minder aanbod van producten
Hogere belastingen of andere heffingen door de overheid
Slide 11 - Tekstslide
www.cbs.nl
Slide 12 - Link
Soorten inflatie
Inflatie: als producten duurder worden.
Als producten duurder worden omdat er
veel vraag
naar die producten is, noem je dat
bestedingsinflatie
.
Als producten duurder worden omdat het
maken
van de producten duurder wordt, noem je dat
kosteninflatie
.
Slide 13 - Tekstslide
Wat is koopkracht?
A
Hoeveel geld je hebt.
B
De hoeveelheid producten die je kunt kopen.
C
Hoeveel spaargeld je hebt
D
Hoeveel euro's je kunt uitgeven.
Slide 14 - Quizvraag
Job zijn inkomen blijft gelijk, maar de prijzen stijgen. Welk antwoord is juist?
A
Hij heeft meer koopkracht
B
Hij heeft minder koopkracht
Slide 15 - Quizvraag
Al de koopkracht toeneemt dan stijgt het inkomen meer dan ...
A
de inkomsten.
B
de prijzen.
Slide 16 - Quizvraag
Juist of onjuist?
Door inflatie daalt de koopkracht
van je geld.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Wat is inflatie?
Slide 18 - Open vraag
Welke oorzaken zijn er voor inflatie?
Slide 19 - Open vraag
Er is heel veel vraag naar de nieuwe iPhone, de Iphone wordt steeds duurder, dit noem je ...
A
kosteninflatie.
B
bestedingsinflatie.
Slide 20 - Quizvraag
Extra uitleg
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
www.meneerjetten.nl
Slide 23 - Link