Twents Carmel College

present continuous

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

To summarize !
3 steps:
Een vorm van 'to be' (am, are, is)
Hele werkwoord (zonder 'to' ervoor)
+ ing

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous:
Pick the present continuous.
A
I am going to be waiting at the crossroads.
B
I was waiting at the crossroads.
C
I am waiting at the crossroads.
D
I will be waiting at the crossroads.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Present Continuous
Wanneer gebruik je de Present Continuous?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous:
Pick the present continuous.
A
We are eating lunch at the cafeteria.
B
They have eaten lunch at the cafeteria before.
C
She ate lunch at the cafeteria.
D
He has eaten lunch at the cafeteria.

Slide 8 - Quizvraag

Present continuous
1. aan te geven dat iets NU aan de gang is. Signaalwoorden zijn o.a: "now, at the moment, listen..." enz.
2. aan te geven dat je iets van plan bent. Meestal staat er bij wanneer je in de toekomst dat van plan bent.
3. irritatie aan te geven
Maak de present continuous door: vorm van 'to be' (am/is/are) + ww+ ing
Susanne is singing right now
Present continuous:
Wat is de regel van de present continuous?
A
ww + - ed
B
shit = bij she/he/it : ww +-(e)s
C
vorm van to be + ww+-ing

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous:
Pick the present continuous.
A
She walks from the car park to the shopping centre.
B
She had been walking from the car park to the shopping centre.
C
She was walking from the car park to the shopping centre.
D
She is walking from the car park to the shopping centre.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je de present continuous?

__________ + ___________ + __________

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous:
? ___ you _____ me? (joke)

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

present continuous:
She ............ (walk)

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous
I .... (think).

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous
I .... (read).

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous:
They ... (eat)

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan de Present Continuous toepassen.
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies