Twents Carmel College

Kerstelfje (gedicht)

Kerstelfje
Schrijfopdracht
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Kerstelfje
Schrijfopdracht

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een elfje (gedicht)?

Slide 2 - Woordweb

De elf is als dichtvorm ontstaan in de Verenigde Staten. In het Engels taalgebied is de dichtvorm bekend onder de naam "American Cinquain" (poëtische vorm met een patroon van 5 lijnen). In Nederland werd deze dichtvorm voor het eerst gebruikt in de 20ste eeuw (+/- 1987).

Het elfje is vooral populair omdat het een klein gedichtje is. En omdat het “verhaal” van het gedicht moet worden geschreven in 11 woorden. Daardoor moet er goed nagedacht worden over de tekst.

Er zijn weinig Nederlandse dichters die het elfje als een serieuze dichtvorm zien. Nico van den Raad is een dichter die deze dichtvorm wel gebruikt. Hier zijn 2 voorbeelden van zijn elfjes:



Slide 3 - Tekstslide

Elfje:
Gestreept
Een zuurstok
In de Kerstboom
Zou het lekker zijn
Zoet

Slide 4 - Tekstslide

Elfje:
sneeuw
wit tapijt
op donkere aarde
nog even niet betreden
ongereptheid


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Samengevat:

Een elfje is een gedicht van 11 woorden, verdeeld over 5 regels:
 
  • De eerste regel heeft 1 woord, 
  • De tweede regel heeft 2 woorden,
  • De derde regel heeft 3 woorden
  • De vierde regel heeft 4 woorden 
  • De vijfde regel heeft weer 1 woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel..

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel woorden heeft de tweede regel van een elfje?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quizvraag

De vijfde regel heeft weer 1 woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

In een elfje mag je ook dingen als w8, gwn of u2 gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Het bedenken van een elfje stimuleert je creatieve denkvermogen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Wat ga je doen?

Je gaat een elfje maken:

De eerste regel heeft 1 woord, 
De tweede regel heeft 2 woorden,
De derde regel heeft 3 woorden
De vierde regel heeft 4 woorden 
De vijfde regel heeft weer 1 woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel..

Slide 12 - Tekstslide

Het stappenplan:

Stap 1: Neem een ding, dier of mens in je hoofd waarover het gedicht zal gaan. Kies een eigenschap dat hierbij past en schrijf dit in 1 woord op. Bijvoorbeeld de kleur, het karakter, de geur, de smaak etc.

Stap 2: Schrijf in 2 woorden bij wie of wat die eigenschap hoort.

Stap 3: Waar is het ding, dier of mens?

Stap 4: Stel een vraag over waar de eerste drie regels over gaan.

Stap 5: Wat zegt het, welk geluid maakt het?

Slide 13 - Tekstslide

Ben je klaar?
Maak een poster waarin jouw elfje centraal staat.

Versier de poster.

Lever in bij de docent.

Slide 14 - Tekstslide

Hoe vond je het om een elfje te maken?
A
Leuk
B
Stom
C
Moeilijk
D
Makkelijk

Slide 15 - Quizvraag

Leg je antwoord uit...

Slide 16 - Open vraag