Twents Carmel College

5.4 Zonder werk

5.4 Zonder werk
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 15 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Introductie

Je leert wat voor gevolgen het heeft als je werkloos wordt. Je leert over uitkeringen en wanneer je hier recht op hebt. Je leert ook wat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt betekent.

Onderdelen in deze les

5.4 Zonder werk

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 5.4
  • Je leert wat voor gevolgen het heeft als je werkloos wordt. 
  • Je leert over uitkeringen en wanneer je hier recht op hebt.
  • Je leert ook wat vraag en aanbod op de arbeidsmarkt betekent.
  • En tot slot leer je over de verschillende soorten     werkloosheid.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat kan het UWV voor je doen?
(kort antwoorden)

Slide 4 - Woordweb

Waarom is het handig voor jou om al vroegtijdig eens informatie te vragen aan het UWV over de arbeidsmarkt?

Slide 5 - Open vraag

UWV
  • helpt mensen een nieuwe baan vinden;
  • beoordeelt of werklozen een uitkering kunnen krijgen.

De afkorting UWV staat voor: Uitvoeringsinstituut voor WerknemersVerzekeringen.

Slide 6 - Tekstslide

Het UWV helpt bij het zoeken naar een baan en bij het aanvragen van een uitkering.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Geregistreerde werkloosheid
Alle werklozen die ingeschreven staan bij het UWV.

Slide 8 - Tekstslide

Verborgen werkloosheid
Werklozen die niet ingeschreven staan bij het UWV.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Werkgelegenheid
De totale vraag naar de productiefactor arbeid.

Slide 11 - Tekstslide

Beroepsbevolking

beroepsbevolking = aanbod van arbeid


Beroepsbevolking zijn alle inwoners van Nederland van 15 tot 67 (dit wordt steeds ouder) die werken of werk zoeken voor ten minste 12 uur in de week.


Slide 12 - Tekstslide

3

Slide 13 - Video

03:28
een strandtent gaat failliet. wat voor werkloosheid is dat?
A
conjuncturele werkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
seizoenswerkloosheid
D
frictiewerkloosheid

Slide 14 - Quizvraag

03:28
Wanneer de mens wordt overgenomen door een machine is dat ... werkloosheid
A
frictie
B
structurele
C
machinale
D
conjuncturele

Slide 15 - Quizvraag

03:28
Leg uit wat conjuncturele werkloosheid is.

Slide 16 - Open vraag

Conjuncturele werkloosheid

Slide 17 - Tekstslide

Structurele werkloosheid

Slide 18 - Tekstslide

Wat is geregistreerde werkloosheid?
A
Als je ingeschreven staat bij het UWV.
B
Als je niet ingeschreven staat bij het UWV.
C
Als je zwart werkt.
D
Als je wit werkt.

Slide 19 - Quizvraag

Waar staat UWV voor?
A
Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen
B
Uitvoeringsinstituut WerknemersVoorziening

Slide 20 - Quizvraag

Bij een overschot op de arbeidsmarkt is er meer ....
A
aanbod.
B
vraag.

Slide 21 - Quizvraag

Bij een tekort op de arbeidsmarkt zijn er te veel ....
A
banen.
B
werknemers.
C
werkzoekenden.
D
werklozen.

Slide 22 - Quizvraag

Waar komt het aanbod van arbeid vandaan?

A
arbeiders
B
arbeidsverdeling
C
beroepsbevolking
D
arbeidsmarkt

Slide 23 - Quizvraag

Welke werkloosheid is niet tijdelijk?
A
seizoenswerkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
regionale werkloosheid
D
frictiewerkloosheid

Slide 24 - Quizvraag

Welke vorm van werkloosheid krijg je wanneer bedrijven zich naar het buitenland verplaatsen?
A
regionale werkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
seizoenswerkloosheid
D
structurele werkloosheid

Slide 25 - Quizvraag

Wanneer je een tijdje per jaar niet kunt werken noem je deze werkloosheid ...
A
structurele werkloosheid.
B
seizoenswerkloosheid.
C
verborgen werkloosheid.
D
conjuncturele werkloosheid.

Slide 26 - Quizvraag

Conjuncturele werkloosheid is blijvend.
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Wat betekent regionale werkloosheid?
A
Werkloosheid die niet bekend is bij UWV.
B
Dat er in een bepaald seizoen meer werkloosheid is.
C
Dat er in een bepaalde provincie meer werkloosheid is.
D
Dat er geen werk is voor bepaalde opleidingen.

Slide 28 - Quizvraag

Is er hier sprake van conjuncturele werkloosheid?
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quizvraag

Extra uitleg

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

Slide 41 - Video

Slide 42 - Video

Slide 43 - Link