Twents Carmel College

3.8 Bloedgroepen

H3 De bloedsomloop
3.8 Bloedgroepen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H3 De bloedsomloop
3.8 Bloedgroepen

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les...
- Kun je de verschillende bloedgroepen benoemen en wat dat betekent bij bijvoorbeeld bloedtransfusies.

Slide 2 - Tekstslide

Antigenen en antistoffen
Net als ziekteverwekkers, hebben onze eigen cellen ook antigenen. Zo ook ons bloed! Bij bloed noem je de antigenen bloedfactoren.
Bij sommige bloedgroepen heb je dus ook antistoffen tegen de bloedgroep(en) die je niet hebt.

Bloedgroep 'nul'

Slide 3 - Tekstslide

Welk bloedgroep is (algemeen gezien) de beste kandidaat om te doneren? Leg je antwoord uit.

Slide 4 - Open vraag

Bloedtransfusie
Het toedienen van bloed, zoals in ziekenhuizen vaak gebeurt, noem je een bloedtransfusie. Je krijgt bloed van een ander. Daarom zijn die bloedfactoren erg belangrijk!!


Slide 5 - Tekstslide

Wat zou er gebeuren als iemand met bloedgroep A, bloed toegediend krijgt van bloedgroep B?

Slide 6 - Open vraag

Samenklonteren
Iemand met bloedgroep A heeft Anti B in zijn of haar bloed. Als die een bloedtransfusie met bloedgroep B krijgt, zal dat samenklonteren. Anti B zal vast gaan hechten aan bloedgroep B.


AB = De egoïstische ontvanger
O   = De perfecte donor


Slide 7 - Tekstslide

Waarom kan AB wel alles ontvangen, maar bijna
niets naar andere bloedgroepen doneren?

Slide 8 - Open vraag

Zelfstandig werken
- Werk aan de opdrachten van 3.8 
- Klaar? Maak de test jezelf van 3.8. Als je dat gedaan hebt, kun je aan de vorige paragrafen werken.

Succes! 

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk: 
Leren voor de toets!

Slide 10 - Tekstslide