In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Introductie
Met zelf gemengde kleuren maken de leerlingen een schilderij van een alledaags onderwerp uit hun eigen omgeving.
Instructies
Algemene leerdoelen
- Leerlingen vertalen de ideeën van Vincent van Gogh naar eigen beeldend werk.
- Leerlingen oefenen met het mengen van verf en het zoeken van interessante kleurcontrasten.
- Leerlingen ervaren dat een beperking in beeldende middelen (kleur) verrassende en verschillende resultaten op kan leveren.
Kerndoelen
54, 55, 56
Vooraf
- Zorg voordat de les begint dat alle materialen al klaar staan op de tafels.
- Eventueel doet u vooraf ook drie kleuren verf op de mengbordjes, als u leerlingen niet zelf wilt laten kiezen (tip: kies wel voor variatie in de kleuren).
Benodigde materialen
- Schilderpapier
- Potloden
- Verschillende kleuren verf
- Mengbordjes of lege eierdozen
- Kwasten
- Potten water
- Doekjes
Differentiatie
Laat de kleuren niet kiezen door de leerlingen zelf, maar deel verschillende combinaties uit.
Achtergrondinformatie
Vincent van Gogh experimenteerde veel met kleuren. Soms gebruikte hij hierbij felle kleurcontrasten, en soms beperkte hij zichzelf in zijn kleurgebruik. In zo'n geval is het dan de kunst om een schilderij toch interessant te maken. Met dit gegeven gaan de leerlingen aan de slag.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Vertel: Vincent koos als onderwerp van zijn schilderijen vaak het dagelijks leven: 'alledaagse' onderwerpen. Hier zien we een simpele avondmaaltijd van boeren. Vincent maakte dit schilderij toen hij nog in Nederland woonde en nog niet zoveel felle kleuren gebruikte.
- Hoeveel kleuren kunnen de leerlingen ontdekken?
De aardappeleters, 1885
Slide 2 - Tekstslide
Vraag de leerlingen wat ze opvalt aan de kleuren van dit schilderij.
- Is het heel anders van kleur dan het vorige schilderij?
Het geel gekleurde kleine boekje was een boek van Vincent, de grote bijbel was van zijn vader. Doordat het kleine boekje fel gekleurd is valt het meer op.
Stilleven met bijbel, 1885
Wat is een 'alledaags onderwerp'?
Slide 3 - Tekstslide
-Wat zijn dat eigenlijk, 'alledaagse onderwerpen'?
In de volgende side doen we daar een quiz over.
Een 'alledaags onderwerp' is bijvoorbeeld...
A
... ministers op bezoek bij de koning
B
... je slaapkamer
C
... een hele zware storm op zee
D
... de bruiloft van een beroemde voetballer
Slide 4 - Quizvraag
Bespreek het goede antwoord kort na.
- Kunnen de leerlingen meer voorbeelden geven van alledaagse onderwerpen?
- Van welke genoemde onderwerpen zouden zij een schilderij willen maken?
- Weten ze van welk van deze onderwerpen Vincent een schilderij heeft gemaakt?
> Van zijn slaapkamer - zie volgende slide.
Slide 5 - Tekstslide
De slaapkamer, 1888
Wat is een minder 'alledaags onderwerp'?
A
je lunchtrommel
B
een moeder op een fiets
C
kinderen die op het schoolplein spelen
D
de kroning van een nieuwe koning
Slide 6 - Quizvraag
Bespreek het goede antwoord kort na. Wanneer is iets een gewoon onderwerp? En wanneer is iets speciaal? Is het beter om een schilderij te maken van iets speciaals, of juist van iets alledaags? Waarom, vind je?
(Vincent heeft geen schilderij gemaakt van deze onderwerpen.)
Kunnen jullie alledaagse onderwerpen voor een schilderij verzinnen?
Slide 7 - Woordweb
Verzin samen een aantal voorbeelden ter inspiratie op de schilderijen die de leerlingen straks zelf van een alledaags onderwerp gaan maken.
De mogelijkheden kunnen op het bord worden geschreven door in het menu op het potlood te klikken.
Slide 8 - Tekstslide
Dit is een schets die Vincent maakte voordat hij De aardappeleters schilderde. Hij tekende de belangrijkste vormen. Dat gaan de leerlingen nu ook doen. Laat ze alvast bedenken waar lichte kleuren komen en waar de donkere kleuren. Teken niet zo dik als Vincent, anders blijf je de schets zien onder je schilderij!
Leerlingen die het moeilijk vinden een onderwerp te kiezen, kunnen proberen de schets van Vincent na te schetsen.
Schets voor De aardappeleters, 1885
Slide 9 - Tekstslide
Zijn de schetsen klaar? Dan is het bijna tijd om drie kleuren te kiezen om de schilderijen mee te maken.
Vertel: In deze twee schilderijen gebruikte Vincent bijna alleen donkere kleuren, maar dat hoeft natuurlijk niet per se...
Kijk maar eens naar het volgende voorbeeld!
Slide 10 - Tekstslide
Vertel: Je kunt ook juist voor hele felle kleuren kiezen. Vincent koos bij deze schilderijen voor bijna alleen maar geeltinten. En soms een heel opvallend andere kleur. Ziet iemand een 'gekke' kleur in het schilderij Zonnebloemen?
> Er is een zonnebloem met een blauwe kern.
Kweeperen, citroenen, peren en druiven, 1887
Zonnebloemen, 1889
Slide 11 - Tekstslide
Vertel: Vincent gebruikte bij het schilderen een palet. Op zijn palet kon hij de kleuren mengen. Dat gaan jullie nu ook doen. Maak met je drie kleuren verf zoveel mogelijk verschillende andere kleuren en tinten. Weet iedereen hoe mengen werkt? Als je het even niet meer weet, kun je op de kleurencirkel kijken. Dat deed Vincent ook.
Detail van Zelfportret als schilder, 1887-1888
Slide 12 - Tekstslide
Bekijk klassikaal nog even hoe de kleurencirkel werkt en hoe deze kan helpen bij het mengen. Daarna gaan de leerlingen schilderen met drie kleuren en de kleurnuances die ze daar mee kunnen maken.
Slide 13 - Tekstslide
Laat tijdens het werken deze slide op het bord staan. Links de afbeelding van een kleurenschema zoals Vincent dat kende, rechts een moderne kleurencirkel.
Geef de leerlingen de tip om een belangrijk stukje van hun schilderij een opvallende kleur te geven, en de rest een beetje dezelfde 'kleurnuances': mengkleuren die op elkaar lijken.
Hoe ging het?
Slide 14 - Tekstslide
Bekijk aan het einde van de les gezamenlijk de gemaakte schilderijen.
- Welke onderwerpen heeft iedereen gekozen?
- Hoe is het om een schilderij met weinig verschillende kleuren te maken?