Twents Carmel College

Nesten bovenbouw: wonen en nestelen in de lente

Workshop
Vogelvilla's
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Introductie

Leerlingen leren de verschillen tussen nesten en nestkasten en waarom bepaalde vogels hun voorkeur daarin hebben. Ook voeren de leerlingen in teams een mini onderzoek uit waarin ze het ideale nest van een van de volgende vogels beschrijven: gekraagde roodstaart, koolmees, merel en de slechtvalk. Hoe houden ze hun nest warm en schoon? Waarom plaatsen ze hun nest op die plek? Extra: Maak met je klas een vogelhuisje. Bekijk de bijlage voor de instructie.

Onderdelen in deze les

Workshop
Vogelvilla's

Slide 1 - Tekstslide

Introductieslide
Vertel: Het is lente! In deze tijd gaan veel planten bloeien. Ook is het het broedseizoen: het seizoen waarin vele vogels eieren leggen, uitbroeden en opgroeien tot ze kunnen (uit)vliegen. Maar om een ei veilig uit te laten komen, heeft een vogel eerst een nest nodig.
Het doel

* waarom vogels een nest maken;
* waar vogels een nest maken ;
* hoe verschillende nesten eruitzien en
    bij welke vogels die horen;
* hoe je een nestkast bouwt;
* waar je een nestkast kunt ophangen.
Aan het einde van de les weet je....

Slide 2 - Tekstslide

Doel
Doe: Bespreek het doel van de les.
Vertel: In deze les leren wij wat vogels allemaal doen en nodig hebben om een nest te kunnen maken.
Waar denk jij aan bij het woord 'nesten'?

Slide 3 - Woordweb

Woordweb
Afhankelijk van de voorkennis van de groep kun je beslissen om dit woordweb wel of niet te maken.

Vraag: Waar denk jij aan bij het woord 'nesten'?
Doe: Maak samen of in groepjes een lijst van begrippen die met nesten te maken hebben. Vul deze woorden in in het woordweb.
Achteraf: Laat de leerlingen samenhang zoeken tussen de verschillende ingevoerde begrippen. Sleep deze bij elkaar. Welke samenhangende thema's zijn er? Schrijf dit thema erboven.
Vogelnesten en eieren

Slide 4 - Tekstslide

Video
Vertel: Vogels maken nesten om in te broeden en om eieren in te leggen. Sommige vogels maken hun eigen nestje in de  buitenlucht, andere doen dit in een nestkast. In deze video zien we verschillende vogels en hun nesten. Kijk goed naar de verschillen tussen de nesten.
Doe: Bekijk de video.

Welke verschillen zag je?

Slide 5 - Open vraag

Openvraag
Vertel: In de vorige video zag je verschillende vogels. Zo zag je de ekster, reiger, fuut, slechtvalk, ooievaar, merel, koolmees en de steenuil. 
Vraag: Weet jij nog de verschillen tussen de nesten van deze vogels? Welke weet je nog op te noemen?
Doe: Laat de leerlingen antwoorden noteren in de app of vraag het klassikaal en schrijf de antwoorden op. Kijk of je gelijkenissen kunt vinden in antwoorden. Welke thema's of categorieën kunnen jullie vinden?
Voorbeeld antwoorden: verschil in plaats, grootte, materiaalgebruik.

Sleep het nest naar de juiste vogel
fuut
reiger
ooievaar
slechtvalk

Slide 6 - Sleepvraag

Vraag: Weten jullie nog welke vogel bij welk nest hoorde?
Doe: Sleep het nest naar de juiste vogel.
 Vertel: In de volgende slides gaan we gericht kijken naar drie vogels die we al eerder zagen: de ooievaar, de huismus en de steenuil.
Gekke nestplaatsen

Slide 7 - Tekstslide

Kijkafbeelding
Vertel: Niet alle vogels nesten in bomen, struiken, nestkasten of tussen het gewas. Soms kiezen ze hele leuke, maar aparte nestplaatsen uit. 
Doe: Bekijk de foto's. Klik op de hotspot met de verrekijker voor de volgende foto. Kunnen jullie herkennen waarin deze vogels hun nestjes hebben gemaakt?
Antwoord: Brievenbus, kastenlades tussen de petunia's, tussen de bloemen van de magnolia.
Ooievaars en nesten
Dit ooievaarsnest staat op een schoorsteen. Ooievaarsnesten staan vaak op hoge plekken. Soms worden ooievaarsnesten gemaakt door mensen. Zou dit nest door een ooievaar of door een mens zijn gemaakt? Waar zou je op moeten letten als je een ooievaarsnest maakt?

Slide 8 - Tekstslide

Informatieve slide
Vraag: Wat vind je opvallen aan dit nest van de ooievaar? (rommelig, netjes, groot, klein, materiaalsoort)
Vertel: Dit zijn ooievaars. Ooievaars leggen meestal 3 tot 5 eieren. Daarvoor moeten ze een groot nest hebben, want ooievaars zijn grote vogels.
Doe: Klik op de hotspot met een 'i'. Er verschijnt dan een foto van een ooievaarsnest die op een schoorsteen staat. Lees de tekst op: "Dit ooievaarsnest staat op een schoorsteen. Ooievaarsnesten staan vaak op hoge plekken. Soms worden ooievaarsnesten gemaakt door mensen. Zou dit nest door een ooievaar of door een mens zijn gemaakt? 
Antwoord: Dit nest maakten ooievaars zelf. Dit zie je aan de wilderige takken. Wanneer mensen een ooievaarsnest maken, maken zij alleen de basis: een metalen platform met een laag takken.
Vraag: Waar zou je op moeten letten als je een ooievaarsnest maakt?
Antwoord: Bedenk als eerst of er ooievaars in de omgeving zijn en of er genoeg voedsel voor hen is in de omgeving. Ook moet er genoeg ruimte voor de ooievaars zijn om (uit) te vliegen. Alles gecheckt? Dan kun je gaan bouwen. Slim is om dit te doen in de winter. Ooievaars broeden al vanaf februari. Vooral de grootte van het nest is erg belangrijk. Baby ooievaars zijn klein, maar worden erg groot. Voordat ze uitvliegen, moeten de ooievaars er nog inpassen. De meeste nesten zijn daarom wel bijna 1,5e meter breed. Nesten zijn meestal gemaakt van wilgentakken. Die kun je namelijk goed ombuigen.


Extra: Klik op de hotspot met het geluidsteken om de zang van de ooievaar te horen.
Extra informatie: Ooievaars broeden één keer per jaar één leg. Ze leggen maar één keer in dat seizoen dat jaar eieren. Meestal leggen ooievaars 3-5 eieren. Het vrouwtje zit wel 33 tot 34 dagen op de eieren voordat ze uitkomen.
Bosuil
Herken je deze twee pluizige bollen? Dit zijn twee uilskuikens van de bosuil. Uilen hebben hun nest vaak in een boomholte, maar ook in nestkasten of ruimtes in gebouwen. Zou het lekker zitten in zo'n boomholte?

Slide 9 - Tekstslide

Informatieve slide
Vertel: Herken je deze twee pluizige bollen? Dit zijn twee uilskuikens van de bosuil. Uilen hebben vaak hun nest in een boomholte, maar ook in nestkasten of ruimtes in gebouwen. Zou het lekker zitten in zo'n boomholte? Met welke materialen zou een uil een zacht, warm nest kunnen maken voor zijn eieren?
Antwoord: wol, stro, veren, droog gras, touw, mos, haren van huisdieren, ook takjes in allerlei soorten, maten en diktes.

Extra informatie: Bosuilen leggen maar één keer per jaar eieren. Dit doen zij vanaf februari. Meestal leggen ze er 2 tot 4. Als de uilen dat jaar te weinig hebben gegeten, hebben ze geen leg.
Van ei tot steenuil

Slide 10 - Tekstslide

Video
Doe: Deze video laat het hele broedproces zien van de steenuil: paren, nestbouw, eieren leggen, uitkomen eieren, voeren kuikens, opgroeien kuikens en uitvliegen. Bekijk de video. 
Huismussen en nestkasten

Slide 11 - Tekstslide

Informatieve slide:
Vertel: Hier zie je een mannetjes en vrouwtjes huismus. Het nest van huismussen wordt vooral gemaakt onder dakpannen, in gaten en kieren van gebouwen en in nestkasten zoals hier rechts op de foto.
Vraag: Waarom zouden we nestkasten ophangen?
Antwoord:  Om vogels te helpen aan een droge broedplaats. Huizen worden steeds beter onderhouden. Hierdoor zijn er weinig kieren of holtes waar de huismussen hun nesten kunnen maken.
Vraag: Welke vogels help je daarmee?Antwoord: Vogels die normaal gesproken  in holtes broeden (holle bomen, rotsspleten of bij mensen tussen de dakpannen). Voorbeelden van bekende holenbroeders: koolmees, pimpelmees, huismus, spreeuw.
Vertel: Vogels zoeken in de omgeving van het nest of de nestkast naar geschikt materiaal. Vogels zijn slimme beesten. Ze zoeken materialen uit, die hun goed warm houdt en/of isoleert.
Extra: Om te zorgen dat leerlingen enig idee hebben wat het effect is van het nestmateriaal, moeten ze weten wat isolatie is. Bijvoorbeeld dat een ‘warme jas’ niet van zichzelf warm is, maar alleen goed warmte vasthoudt. En dat een ‘warme jas’ net zo goed helpt
om iets kouds koud te houden. Het is ook handig dat ze weten hoe isolatie werkt: dat je iets isoleert door een laagje stilstaande lucht te maken tussen hetgeen je wilt isoleren en de omgeving.
Dat ‘warme jassen’ vaak zijn opgevuld met een vulling waar veel lucht tussen blijft hangen, zoals haren van dieren (wol) of plastic.



Waar kun je het beste een nestkast plaatsen?

Slide 12 - Open vraag

Doe: Laat de leerlingen nadenken. Wat zouden goede verstandige plekken zijn om een nestkast op te hangen? En waar houd je daarbij rekening mee?
Antwoord:
Checklist hangplek nestkastje : 
1. Rustige plek. Dus bijvoorbeeld niet bij de ingang van de school.
2. Geen volle zon. Dus liever niet op het zuiden.
3. Beschut tegen de wind. De invliegopening van de nestkast op het noordoosten, want de wind komt in Nederland vaak uit het zuidwesten. (Weten de leerlingen waar dat ligt? Laat het zien a.d.h.v. de stand van de zon of pak er een kompas bij).
4. Vrije en veilige aanvliegroute. Geen takken direct voor de opening.
5. Uit de buurt van katten. Nestkast moet op 1,5 à 2 m hoogte hangen.
6. Zet nestkasten niet te dicht op elkaar. Laat tussen nestkasten ongeveer 3 meter ruimte.
P.S. Vergeet niet de nestkast goed vast te zetten, zodat hij niet slingert of valt. 
gekraagde  roodstaart 
merel 
 koolmees
 slechtvalk

Slide 13 - Tekstslide

Mini onderzoek

Deze vier vogels komen vaak in de lente voor: de gekraagde roodsaart, de koolmees, de merel en de slechtvalk. In teams van twee gaan de leerling op onderzoek uit met de volgende vraag: wat zou het ideale nest zijn voor (naam vogel)? Verdeel de vier vogels eerlijk over de teams. Laat de leerlingen een mini presentatie maken of laat ze het ideale nest daadwerkelijk maken. In de presentatie komen in ieder geval de volgende punten naar voren:
- Welke vogel het team heeft;
- Hoe het ideale nest eruit zou zien;
- Waarvan het ideale nest is gemaakt;
- Waar het ideale nest zou staan.

Tip: Op www.beleefdelente.nl staat heel veel informatie over deze vogels met super mooie video's. 


Elke vogel heeft zo zijn woonwensen

Nestkasten zijn er in alle soorten en maten. Sommige soorten willen een klein gat, andere vogels juist weer een grote. Weer andere kijken graag om zich heen en hebben liever een half open nestkast. Kijk van tevoren welke vogels er in je tuin zitten om te bepalen welk kastje je op moet hangen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nestkasten

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OK, dus je gaat nu zelf een nestkast maken, welke materialen kun je daarvoor het best gebruiken?

* Voor een vogelhuisje of nestkast zijn natuurlijke materialen het meest geschikt. Onopvallend, want felle kleuren zijn niet populair voor een rustige plek om te wonen.
Een felle kleur trekt roofdieren aan, en dat weten de vogels.

* Hout is het eenvoudigste materiaal maar je kunt ook een nestkast maken in een openbetonblok of met takken, zoals de nestkast hiernaast. Planken van een pallet zijn dik genoeg en meestal is dat hout al genoeg vergrijsd om onopvallend genoeg te zijn.

* Bamboe en riet zijn alleen geschikt als bekleding van de kast, deze materialen zijn niet winddicht en ook niet waterdicht.
Je kunt deze natuurlijke materialen wel op een dichte kast plakken als camouflage.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zo maak je zelf een nestkastje

Zelf een vogelhuisje maken is helemaal niet moeilijk en je kunt zelf bepalen hoe hij eruit komt te zien.

* Gebruik onbehandeld hout, bijvoorbeeld vurenhout, minstens 1,5 cm dik. Liefst hout met het FSC-keurmerk.
* Zaag de plankjes en een bevestigingslat. Bekijk hiervoor de bouwtekening
* Boor een gat in het plankje, dat de voorzijde wordt. Kijk hieronder voor de maten van de vliegopening. Elke vogelsoort heeft zijn eigen maat.
* Bevestig de onderdelen aan elkaar met schroeven, spijkers of lijm. 
* Maak de bevestigingslat vast en hang het kastje op.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grootte van de vliegopening


Pimpelmees: 28 mm
Koolmees: 32 mm
Boomklever: 32 mm
Huismus: 35 mm
Ringmus: 40 mm
Grote bonte specht: 50 mm

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer hang je een vogelhuisje op?

Zorg dat de nestkastjes in elk geval voor het broedseizoen hangen, in het vroege voorjaar dus. Voor de winter is eigenlijk nog beter, want in koude nachten schuilen vogels graag in zo'n kastje. En als de plek ze bevalt, heb je kans dat ze er ook gaan broeden.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de beste plek?

* Kies een rustige plek uit waar katten en andere roofdieren niet bij kunnen komen.
* Hang een nestkast in de schaduw en niet met de vliegopening naar het zuiden of zuidwesten gericht.
* Hang een nestkast uit de wind, je kunt eventueel een paar rietmatjes ophangen om de wind te blokkeren.
Dat zorgt ook voor extra camouflage van de nestkast. 
De meeste vogelsoorten hebben wel het liefste een vrije aanvliegroute.
* Hang de nestkast niet te dicht bij andere vogelhuisjes.
Een uitzondering daarop zijn mussen en zwaluwen die wél van gezelligheid houden.
Kasten voor dezelfde vogelsoort hang je tenminste tien meter van elkaar.
Met kasten voor verschillende vogelsoorten vogels van verschillende soorten hang je de nestkasten minimaal drie meter van elkaar.
* Een nestkast moet zodanig zijn vastgemaakt dat je deze eenvoudig kunt demonteren voor de jaarlijkse schoonmaak.
De kast mag niet schommelen in de wind, daar houden de meeste vogels niet van.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Succes!!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies