Twents Carmel College

Proefwerk Natuur 8 - Les 4 t/m 6

Proefwerk Blokboek Natuur 8
Les 4 t/m 6
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Proefwerk Blokboek Natuur 8
Les 4 t/m 6

Slide 1 - Tekstslide

Les 4 - De huid

Slide 2 - Tekstslide


In welk rijtje vind je alleen organen?
A
Hart, longen, slagaders, nieren en darmen.
B
Hart, nieren, huid, lever en aorta.
C
Hart, darmen, lever, longen en poriën.
D
Hart, lever, nieren, longen en huid.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is waar?
A
Het lichaam van een mens is 36 - 37 graden
B
De huid is ons grootste orgaan
C
Als het koud is, worden bloedvaten wijder
D
Iemand die ziek is, heeft 38 graden of meer

Slide 4 - Quizvraag

Leg uit: hoe komt het dat er verschillende huidskleuren zijn?
(Tip: gebruik het woord pigment in je antwoord)

Slide 5 - Open vraag

Huid met haren
Dunne huid die zuurstof en water doorlaat.

Huid met slijm en schubben
Leerachtige huid met schubben
Sleep de tekst naar het plaatje

Slide 6 - Sleepvraag

Waar of niet waar:
Na ongeveer 3 weken is je bovenste huidlaag helemaal vernieuwd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Als het warm is gaan we ......
Door de ..... in de huid kan het zweet naar buiten gaan.
Als het koud is, worden de ........ in de huid nauwer.

Slide 8 - Sleepvraag

Les 5 - de seizoenen

Slide 9 - Tekstslide

Welke stelling is waar?
A
De aarde draait in 1 week om de zon.
B
De aarde draait in 1 jaar om zijn eigen as.
C
De aardas staat recht
D
Als het in het noorden winter is, is het zuiden zomer.

Slide 10 - Quizvraag

Schrijf de jaargetijden op

Slide 11 - Open vraag

Begin rond 21 juni
Begin rond 21 september
Begin rond 21 maart
Begin rond 21 december

Slide 12 - Sleepvraag

Wat hoort er bij de lente?
A
Vruchten rijpen
B
Groenblijvende bomen verliezen hun blad niet
C
Planten en dieren komen uit de winterrust
D
Trekvogels trekken weg

Slide 13 - Quizvraag

juni 
juli
augustus
september
oktober
november
maart
april
mei 
december
januari
februari
Lente
Winter
Zomer
Herfst 

Slide 14 - Sleepvraag

Les 6 - Bloed

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel bloed heeft een volwassen mens normaal gesproken in zijn lichaam?
A
2 - 4 Liter
B
4 - 6 Liter
C
6 - 8 Liter
D
8 - 10 Liter

Slide 16 - Quizvraag

Wat is waar?
A
Bloed zorgt ervoor dat ons lichaam warm blijft
B
Bloed zorgt ervoor dat bacteriën tegen worden gehouden
C
Bloedplasma bestaat vooral uit water
D
Bloedplasma is een dikke vloeistof

Slide 17 - Quizvraag

Zet op volgorde van groot naar klein
A
Aders, slagaders en haarvaten
B
haarvaten, aders en slagaders
C
Slagaders, aders en haarvaten

Slide 18 - Quizvraag

Wat is niet waar?
A
In bloedplasma zitten meestal rode bloedcellen
B
De rode bloedcellen zorgen ervoor dat het zuurstof overal komt
C
In rode bloedcellen zit een kleurstof die je bloed rood maakt
D
De longen nemen zuurstof en koolstofdioxide op.

Slide 19 - Quizvraag

Hoe heten de plaatjes die ervoor zorgen dat jij een korstje krijgt als je bent gevallen?

Slide 20 - Open vraag

Waarvoor zijn witte bloedcellen belangrijk?
A
Ze sluiten bacteriën in die binnen komen en doden ze
B
Ze zorgen dat het bloed stolt als we een wond hebben
C
Ze geven kleur aan ons lichaam
D
Ze vervoeren zuurstof naar alle delen van ons lichaam

Slide 21 - Quizvraag