Twents Carmel College

KJ- Simple Present vs Present Continuous

Today
  • Studiewijzer op tafel
  • Uitleg simple present en present continuous
  • LessonUp quiz maken
  • Verder werken aan Anglia: Unit 1


1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1-4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Today
  • Studiewijzer op tafel
  • Uitleg simple present en present continuous
  • LessonUp quiz maken
  • Verder werken aan Anglia: Unit 1


Slide 1 - Tekstslide

Messi is playing football.
(right now)
Messi plays football.
(but NOT at the moment)

Slide 2 - Tekstslide

The Present Simple
Gebruik:
Als iets vaak, regelmatig, soms gebeurt.
Als iets een feit is. 

Vorm:
Stam of stam +s

Voorbeeld:
He walks to school every day. 

Slide 3 - Tekstslide

The Present Continuous 
Gebruik:
Als iets NU gebeurt. 

Vorm:
vorm van to be  (am/is/are) + werkwoord + ing

Voorbeeld:
I am walking right now. 

Slide 4 - Tekstslide

Signaalwoorden
Hoe weet je welke tijd je moet gebruiken?
Signaalwoorden:

Vaak staan er in de zin bepaalde woorden waaraan je kan zien welke tijd je moet gebruiken, dit noemen we signaalwoorden. 

Present continuous                                             Present simple
at the moment, now,                                           Every day, usually, always, 
right now, be quiet etc.                                      sometimes, often, weekly etc. 

Slide 5 - Tekstslide

The Present Continuous vs. Present Simple







Tip! Kijk eerst naar het signaalwoord in de zin, zodat je weet welke tijd je moet gebruiken. 
Present continuous
Present simple
Vorm
am/is/are + ww + ing
stam of stam + s
Gebruik
NU
Feit of regelmaat
Signaal
woorden
Now, right now, at the moment
Every day, always, regularly, sometimes

Slide 6 - Tekstslide

Our teacher often ..................... at us in class.
A
shout
B
is shouting
C
shouts
D
shouted

Slide 7 - Quizvraag

Look! The dog .......... (play) with the ball.
A
is play
B
is playing
C
are play
D
plays

Slide 8 - Quizvraag

Max Verstappen .......... (race) at the track right now.
A
is raceing
B
are racing
C
is racing
D
races

Slide 9 - Quizvraag

I .......... (drink) coffee every morning.
A
drink
B
are drinking
C
is drinking
D
drinks

Slide 10 - Quizvraag

It .......... (rain) right now.
A
is raining
B
are raining
C
rains
D
rain

Slide 11 - Quizvraag


Look! He ........................ through the air!!!
A
fly
B
flies
C
flew
D
is flying

Slide 12 - Quizvraag

Today
  • Studiewijzer op tafel
  • Uitleg simple present en present continuous
  • LessonUp quiz maken
  • Verder werken aan Anglia: Unit 1


Slide 13 - Tekstslide