Wat zijn de hoofdtaken van het parlement? 1. Stemmen over wetsvoorstellen. 2. Ministers controleren. 3. Ministers en staatssecretarissen kiezen. 4. Wetten uitvoeren.
In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Wat zijn de hoofdtaken van het parlement? 1. Stemmen over wetsvoorstellen. 2. Ministers controleren. 3. Ministers en staatssecretarissen kiezen. 4. Wetten uitvoeren.
A
1 en 2.
B
1 en 3.
C
2 en 3.
D
3 en 4.
Slide 1 - Quizvraag
Waaruit bestaat het parlement?
A
De regering en het kabinet.
B
De Eerste Kamer en de koning.
C
De Eerste en Tweede Kamer.
D
De ministers en staatssecretarissen.
Slide 2 - Quizvraag
Wie zit er niet in het driehoeksoverleg?
A
Politie-commissaris
B
Burgemeester
C
Officier van Justitie
D
Minister
Slide 3 - Quizvraag
Een politieverslag over een misdrijf noem je een:
Slide 4 - Open vraag
Wat is een belangrijke taak van de koning?
A
Het controleren van de Tweede Kamer.
B
Het voorlezen van de troonrede.
C
Het kiezen van de politici.
D
Het opstellen van de miljoenennota.
Slide 5 - Quizvraag
Passief kiesrecht betekent dat:
A
politici over wetten stemmen.
B
maar weinig mensen gaan stemmen
C
je bij verkiezingen mag gaan stemmen.
D
mensen bij verkiezingen op jou kunnen stemmen
Slide 6 - Quizvraag
Je kunt de landelijke politiek en de gemeentelijke politiek met elkaar vergelijken. Waar lijkt de gemeenteraad dan het meeste op?
A
De regering
B
De ministers
C
Het kabinet
D
Het parlement
Slide 7 - Quizvraag
Noem 2 rechten die je hebt als verdachte:
Slide 8 - Open vraag
In welke van onderstaande uitspraken herken je een progressief standpunt?
A
Nederland moet ‘Brussel’ meer tegengas geven.
B
Het dragen van een boerka moet strafbaar worden.
C
De overheid moet zich minder bemoeien met sociaaleconomische kwesties.
D
De rechten van dieren moeten opgenomen worden in de grondwet.
Slide 9 - Quizvraag
De leden van de Provinciale Staten kiezen:
A
de ministers van de regering.
B
het parlement.
C
de leden van de Eerste Kamer
D
de burgemeesters van de gemeenten in de provincie.
Slide 10 - Quizvraag
De burgemeester is de baas van:
A
de politie
B
de scholen
C
de ziekenhuizen
D
de opvang van asielzoekers
Slide 11 - Quizvraag
Er zijn 3 gebouwen waar rechtszittingen worden gehouden. Een verdachte komt als eerste bij de rechtbank terecht. Wat ontvangt een verdachte voordat hij naar de rechtbank gaat?
Slide 12 - Open vraag
Welke politieke stroming is meestal voorstander van repressieve maatregelen om criminaliteit tegen te gaan?
A
liberalen
B
sociaaldemocraten
C
ecologisten
D
christendemocraten
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een staatssecretaris?
A
Een soort onderminister.
B
Een minister met een eigen team van ambtenaren.
C
Een lid van de Tweede Kamer.
D
De leider van het kabinet.
Slide 14 - Quizvraag
Linkse politieke partijen benadrukken dat:
A
mensen gelijke kansen moeten krijgen.
B
burgers meer vrijheid moeten krijgen.
C
de overheid minder macht moet krijgen.
D
naastenliefde belangrijker is dan sociaaleconomische verhoudingen.
Slide 15 - Quizvraag
Noem 2 oorzaken van veelvoorkomende criminaliteit
Slide 16 - Open vraag
De bevolking kiest in de gemeente:
A
de burgemeester.
B
de leden van de gemeenteraad.
C
B en W.
D
de wethouders.
Slide 17 - Quizvraag
Wie voeren de wetten uit volgens de trias politica?
A
De ministers
B
De rechters
C
Het parlement
D
De burgers
Slide 18 - Quizvraag
Bij een referendum:
A
kiest de bevolking vertegenwoordigers in een bestuur
B
stemt de bevolking over een belangrijk politiek onderwerp
C
stemmen volksvertegenwoordigers over politieke zaken
D
stemmen stemmen volksvertegenwoordigers over zaken die van algemeen belang zijn
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen staande houden en aanhouden?
Slide 20 - Open vraag
Van wie krijgen de ministers de meeste steun?
A
De linkse partijen.
B
De rechtse partijen.
C
De coalitiepartijen.
D
De oppositiepartijen.
Slide 21 - Quizvraag
De leden van de Tweede Kamer worden …………………. gekozen. Wat is hier weggelaten?
A
indirect.
B
via verkiezingen voor de provincie.
C
door de bevolking.
D
door de Eerste Kamer
Slide 22 - Quizvraag
Als je het niet eens bent met de uitspraak van de rechtbank ga je...
A
Naar de Hoge Raad
B
In Cassatie
C
Naar een Gerechtshof
D
Naar een Kantonrechter
Slide 23 - Quizvraag
Welke politieke stroming hoort bij deze partij en waarom?
Slide 24 - Open vraag
Welke persoon in de rechtszaal houdt een voordracht: een pleidooi?
A
Advocaat
B
Rechter
C
Officier van Justitie
D
Griffier
Slide 25 - Quizvraag
De politie spreekt je aan en vraagt naar je I.D. Valt onder:
A
Staande houden
B
bekeuren
C
aanhouden
D
vasthouden
Slide 26 - Quizvraag
Als je door brand een deur vernielt is er sprake van