Twents Carmel College

Recap CH2

Hello!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hello!

Slide 1 - Tekstslide

Program
Check homework
Recap CH2
Time to work

Slide 2 - Tekstslide

Past continuous
Als je wilt vertellen dat iets in het verleden voor een langere tijd aan de gang was, gebruik je de past continuous.

Om de past continuous te maken, gebruik je:
Was/were + werkwoord + ing
Was/were
I, he, she & it: was
You, we & they: were

Slide 3 - Tekstslide

Past simple vs. past continuous
De past simple en de past continuous kun je in één zin gebruiken. 
De activiteit die dan het langst duurt, is de past continuous.

De activiteit die dan het kortst duurt, is de past simple.
  1. Werkwoord + ed
  2. Onregelmatige werkwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Choose the correct form:
She ... a book when the phone ... .
A
read, was ringing
B
was reading, rang

Slide 6 - Quizvraag

Choose the correct form:
My son ... a coin when he ... .
A
found, was walking
B
was finding, walked

Slide 7 - Quizvraag

Choose the correct form:
She ... her hair when the postman ... .
A
did, was coming
B
was doing, came

Slide 8 - Quizvraag

Choose the correct form:
When they ... we ... for the bus.
A
arrived, were waiting
B
were arriving, waited

Slide 9 - Quizvraag

Choose the correct form:
The mixer ... down when I ... dinner.
A
broke, was cooking
B
was breaking, cooked

Slide 10 - Quizvraag

Choose the correct form:
The teacher ... angry because we ... .
A
was, were talking
B
was being, talked

Slide 11 - Quizvraag

Modal verbs (hulpwerkwoorden)
Veranderen niet van vorm. Hele werkwoord komt er achter.

  • Can: vragen of je/iemand iets kan doen
  • Could: beleefd willen vragen
  • Should: advies, geen verplichting
  • Must: spreker verplicht zichzelf, advies: geen verplichting
  • Have to: verplichting

Slide 12 - Tekstslide

Choose the correct modal:
He ... play tennis very well.
A
can
B
must
C
should

Slide 13 - Quizvraag

Choose the correct modal:
If you go to Egypt, you ... take a camera.
A
must
B
should
C
have to

Slide 14 - Quizvraag

Choose the correct modal:
I ... speak English when I was younger.
A
must not
B
should not
C
could not

Slide 15 - Quizvraag

Choose the correct modal:
You ... be over sixteen to drive a motorbike.

A
must
B
should
C
can

Slide 16 - Quizvraag

Give the correct translation:
dairy products

Slide 17 - Open vraag

Give the correct translation:
probably

Slide 18 - Open vraag

Give the correct translation:
breakfast

Slide 19 - Open vraag

Give the correct translation:
clumsy

Slide 20 - Open vraag

Give the correct translation:
moe

Slide 21 - Open vraag

Give the correct translation:
lachen

Slide 22 - Open vraag

Give the correct translation:
gootsteen

Slide 23 - Open vraag

Give the correct translation:
groenten

Slide 24 - Open vraag

What to do now


Study for the test next week:
  • Test yourself online
  • Slim stampen
  • Quizzes
  • Padlet for extra practice (see Teams for Padlet)
  • Work on practical assignment

Slide 25 - Tekstslide