Twents Carmel College

Economie H3.1

H3.1 Wat zijn de kosten
Economie 4GT
1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 9 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H3.1 Wat zijn de kosten
Economie 4GT

Slide 1 - Tekstslide

Je leert in deze les:
  1. Wat voor kosten een bedrijf kan hebben
  2. Wat het verschil is tussen vaste en variabele kosten
  3. Hoe je de verkoopprijs en consumentenprijs berekent

Slide 2 - Tekstslide

Toegevoegde waarde
= De extra waarde die ontstaat doordat 
een bedrijf een product bewerkt. 
Dat is het verschil tussen alle inkopen bij 
andere bedrijven en de verkoopopbrengst 
van je product.

Slide 3 - Tekstslide

BTW = belasting toegevoegde waarde
Een winkelier koopt een product in, voegt waarde toe en verkoopt het. Eigenlijk moet hij alleen over deze toegevoegde waarde btw afgedragen worden aan de belastingdienst.

Slide 4 - Tekstslide

Productiefactoren
= alles wat je nodig hebt om te produceren
  1. Kapitaal = machines, gebouwen, voertuigen
  2. Arbeid = de inspanningen die mensen bij de productie leveren
  3. Natuur = grondstoffen, aardolie, aardgas
  4. Ondernemerschap = de activiteiten van de ondernemer, die het productieproces organiseert en leidt

Slide 5 - Tekstslide

En fabriek maakt per jaar 6.000.000 kilo gekruide aardappeltjes. De vaste kosten zijn €2,75 miljoen, de variabele kosten zijn €1,85 miljoen. Voor winst komt er 15% per kilo bij. De btw op aardappeltjes is 6%.

Slide 6 - Tekstslide

Brutowinstmarge
De brutowinstmarge is de winst die gemaakt wordt op een product. Soms wordt er gerekend met een percentage van de inkoopprijs, soms wordt er gerekend met een percentage van de verkoopprijs.

Brutowinstmarge als % van de inkoopprijs
Inkoopprijs €25,-
120% brutowinstmarge vd inkoopprijs (ikp)
21% btw

  1. €25 x 1,20 = €30 brutowinst
  2. €25 + €30 = €55 verkoopprijs excl. btw
  3. €55 x 1,21 = €66,55 verkoopprijs incl. btw 



Brutowinstmarge als % van de verkoopprijs
Verkoopprijs incl. btw €726,-
30% brutowinstmarge van de verkoopprijs (vkp)
21% btw

  1. €726 : 1,21 = €600 verkoopprijs excl. btw
  2. €600 x 0,3 = €180 brutowinst
  3. €600 - €180 = €420 inkoopprijs

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld kostprijs
Een fabriek maakt per jaar 6.000.000 kilo gekruide aardappeltjes. De vaste kosten zijn €2,75 miljoen, de variabele kosten zijn €1,85 miljoen. Voor winst komt er 15% per kilo bij. De btw op aardappeltjes is 6%.

  1. Bereken de kostprijs per kilo aardappeltje
  2. variabele kosten per kilo €1.850.000 mln : 6.000.000 = €0,31
  3. vaste kosten per kilo €2.750.000 : 6.000.000 = €0,47
  4. €0,31 + €0,47 = €0,78 is de kostprijs per kilo

  1. Bereken de verkoopprijs incl. btw per kilo aardappeltjes
  2. €0,78 x 1,15 x 1,06 = €0,95 is de verkoopprijs incl.btw 

Slide 8 - Tekstslide

MVO = maatschappelijk verantwoord ondernemen
         Bedrijven houden zoveel mogelijk rekening met de gevolgen van hun productie voor mens en milieu
         

Slide 9 - Tekstslide