Twents Carmel College

Paragraaf 2

Welkom
De timer staat op 3 minuten, deze 3 minuten zijn voor jezelf.
Als deze 3 minuten voorbij zijn is het de bedoeling dat:
- je tas op de grond staat
- je het boek voor je hebt op blz. 74
- een pen in je hand hebt
- je mobiel volledig uit het zicht is
timer
3:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
De timer staat op 3 minuten, deze 3 minuten zijn voor jezelf.
Als deze 3 minuten voorbij zijn is het de bedoeling dat:
- je tas op de grond staat
- je het boek voor je hebt op blz. 74
- een pen in je hand hebt
- je mobiel volledig uit het zicht is
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- welke motieven  er zijn om te sparen
- welke verschillen er zijn in spaarrekeningen
- hoe je enkelvoudige rente berekent
- wat het gevolg van inflatie is voor je spaargeld

Slide 2 - Tekstslide

Sparen
Wat is sparen en wanneer kan je sparen?

Redenen om te sparen:
- doel
- voorzorg
- rente

Slide 3 - Tekstslide

Zelf aan het werk
Lees het blauwe stukje tekst op blz. 74

Maak nu zelf opdracht 3 en 4 op blz. 74 en 75

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken opdracht 3 en 4
3a = voorzorg
3b = kinderen zorgen voor veel extra kosten. Denk aan kleding, eten en hobby's. Maar ook ongelukjes en daarbij reparaties.

4a = sparen voor rente
4b = omdat het daar veiliger is dan "onder het kussen". Ook nog uit voorzorg.

Slide 5 - Tekstslide

Twee manieren om te sparen
Gewone spaarrekening, je geld is vrij opneembaar.

Spaardeposito
Afgesproken tijd, vaak langer
Voor- en nadelen

Slide 6 - Tekstslide

Zelf aan het werk
Lees het blauwe stukje tekst op blz. 75

Maak nu opdracht 5 op blz. 75

Slide 7 - Tekstslide

Nakijken opdracht 5
De twee juiste antwoorden zijn:

Als je een deel van je inkomen niet uitgeeft, dan spaar je
&
Als je je geld langere tijd niet nodig hebt, dan kun je kiezen voor een spaardeposito

Slide 8 - Tekstslide

Enkelvoudige rente
Elk jaar ontvang je rente. Dit is een vast bedrag.
Formule:
(rentepercentage + 100) x spaarbedrag

Slide 9 - Tekstslide

Inflatie
Inflatie = duurder worden van producten en diensten

Inflatie hoger dan de rente van je spaargeld?
Dan neemt je koopkracht af.

Slide 10 - Tekstslide

Zelf aan het werk
Lees de blauwe stukjes tekst op blz. 76 en 77

Maak daarna opdracht 7, 10 en 11 op blz. 76 en 77

Slide 11 - Tekstslide

Nakijken opdr. 7, 10 en 11
7a = (0,6 + 100) x €1.150 = €6,90
7b = €6,90 x 4 jaar = €27,60
7c = (€6,90 : 12 maanden) x 8 maanden =  €4,60
10 = neemt toe met 0,2%
11a = '13, '17, '18 en '19
11b = 2015
11c = 2019

Slide 12 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?
- welke motieven er zijn om te sparen
- welke verschillen er zijn in spaarrekeningen
- hoe je enkelvoudige rente berekent
- wat het gevolg van inflatie is voor je spaargeld

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk(?)
Voor de volgende les moeten alle opdrachten van paragraaf 2 gemaakt zijn.
Ga daar nu mee aan de slag.
Alles wat je hier afmaakt hoef je dus niet thuis te doen

Alleen als je alles klaar hebt mag je wat je voor jezelf gaan doen

Slide 14 - Tekstslide