Twents Carmel College

mens en milieu

mens en milieu
1 / 74
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 74 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

mens en milieu

Slide 1 - Tekstslide

Thema 6 Mens en Milieu
B3 
Voedselproductie

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen en begrippen B5
  • Je kunt maatregelen voor natuurbehoud, natuurbeheer en natuurontwikkeling en aangeven of je deze maatregelen aanvaardbaar vindt

Begrippen:
natuurbehoud, natuurbeheer, natuurontwikkeling, versnippering, Natuurnetwerk Nederland, Ecologische Hoofdstructuur, ecoduct, faunapassage, Rode Lijst


Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen en begrippen B4
  • Belang van het broeikaseffect kennen en het probleem van het versterkte broeikaseffect kennen
  • De belangrijkste broeikasgassen kennen
  • Gevolgen en mogelijke oplossingen van het versterkte broeikaseffect kunnen noemen

Begrippen:
broeikaseffect, versterkte broeikaseffect, broeikasgassen, biomassa, biobrandstoffen


Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen en begrippen B3
  • Je kent manieren waarop een optimale productie van voedsel kan worden verkregen
  • Je kent verschillen in de wijze van voedselproductie in de gangbare en de biologische landbouw
  • Voor- en nadelen van de verschillende vormen van bestrijding kennen
  • Oorzaken en gevolgen van eutrofiëring van water kennen en mogelijke oplossing daarvoor

Begrippen:
bemesting, uitspoeling, monocultuur, pesticiden, insecticiden, herbiciden, resistent, persistent, accumulatie, biologisch afbreekbaar, mechanische bestrijding, biologische bestrijding, vruchtwisseling, veredeling, niet-grondgebonden landbouw, mestoverschot, biologische landbouw, eutrofiering, waterbloei, verticale landbouw

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

(Versterkt) broeikaseffect
Broeikaseffect:
Zorgt ervoor dat de 
aarde leefbaar is

Versterkt BE: 
Atmosfeer houdt nog
meer warmte vast

Slide 8 - Tekstslide

CO2
Meest bekende broeikasgas

Waar ontstaat het?

Slide 9 - Tekstslide

Bemesting
Abiotische omstandigheden die geregeld worden:  
- bodembewerking
- bescherming tegen ziekten en plagen 
- voedingsstoffen in de bodem

Voedingsstoffen verdwijnen doordat:
1. gewassen van het land weggehaald worden
2. door regen op een kale bodem mineralen uitspoelen naar diepere lagen.

Slide 10 - Tekstslide

Natuurbehoud
Maatregelen om natuur te behouden of te handhaven

Bijvoorbeeld nadenken over hoe steden groeien of het opkopen van natuurgebieden

Slide 11 - Tekstslide

Oplossing: bemesten
kunstmest (NO3 of PO4) of stalmest
Stalmest wordt door reducenten afgebroken, zodat de mineralen beschikbaar komen voor de planten.

Effeciënte landbouwmethoden verbouwen in monocultuur: op een grote oppervlakte staat één soort gewas.  Nadeel plaagvorming en ziektes

Een plaag kan ontstaan door: 
1 groot voedselaanbod 
2 ontbreken van natuurlijke vijand

Slide 12 - Tekstslide

Natuurbeheer
Menselijk ingrijpen ten behoeve van optimale leefomstandigheden voor planten en dieren

Bijvoorbeeld successie voorkomen door grazers in een gebied te laten (zoals in de Oostvaardersplassen) of maaien en afvoeren van hooiweiden om ze te verschralen of aanplanten oeverbegroeiing

Slide 13 - Tekstslide

Het versterkte broeikaseffect
  • Door extra uitstoot van broeikasgassen (emissie), wordt extra warmte tegengehouden, waardoor de temperatuur op aarde extra stijgt.
  • Broeikasgassen zijn met name koolstofdioxide, waterdamp en methaan (CH4).
  • Vooral het CO2-gehalte stijgt fors in de atmosfeer

Slide 14 - Tekstslide

Bestrijding van plagen
  • mechanisch: het vangen of wegjagen van dieren. Door gewenning wordt dit minder effectief.
  • chemische bestrijding: pesticiden (herbiciden en insecticiden

Deze zijn erg effectief, maar:
- niet soort-specifiek, dus nuttige dieren gaan ook dood
- organismen kunnen resistent (ongevoelig) voor gif worden

Slide 15 - Tekstslide

Enkele voorbeelden van natuurbeheer
Nieuwsbericht:
https://nos.nl/artikel/2166030-1440-damherten-afgeschoten-in-jaar-tijd-in-waterleidingduinen.html

Voorbeeld van Agentschap Natuur en Bos in België:

Van dit agentschap zijn 
meer video's te vinden

Slide 16 - Tekstslide

Tijdseries van de wereldgemiddelde concentraties van kooldioxide (CO2), methaan (CH4) en lachgas (N2O)

Bron: WMO Global Atmosphere Watch.
Blauwe lijnen zijn maandgemiddelden, rode lijnen zijn vijf-jaar lopend gemiddelden

Slide 17 - Tekstslide

Het ontstaan van resistentie

Slide 18 - Tekstslide

Natuurontwikkeling
Natuur beïnvloeden door eerst menselijk ingrepen te doen en daarna de natuur haar gang laten gaan.

Bijvoorbeeld een bepaald ecosysteem te laten ontstaan, ruimte voor de rivier om buiten oevers te treden


Filmtip: De Nieuwe Wildernis over de Oostvaardersplassen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Natuur in Nederland??
Bijna geen natuurlijke ecosystemen in Nederland

Nederland is versnipperd door wegen

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Pesticiden
Pesticiden zijn ook persistent: 

ze worden niet of nauwelijks langs natuurlijke weg afgebroken. 

Gevolg accumulatie:

Slide 24 - Tekstslide

Methaan
25x sterker broeikasgas dan CO2

Waar ontstaat het?

Slide 25 - Tekstslide

Versnippering natuur
Verbinden natuur

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Afvoer van pesticiden
Pesticiden komen deels in het oppervlaktewater terecht. Een ander deel komt in het grondwater en zodoende in ons drinkwater.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Globale zeespiegelstijging
De dunne zwarte lijn geeft de langjarige trend weer en laat duidelijk zien dat de zeespiegel steeds sneller stijgt. 

Bron: European Space Agency (ESA) Climate

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Methoden voor verbetering van organismen
  • veredelen of fokken: nakomelingen met de meest gunstige eigenschappen worden geselecteerd om verder te kruisen. Hierdoor worden de meest gunstige eigenschappen in de nakomelingen gekregen.

  • recombinant DNA technieken: DNA wordt ingebracht, eventueel van een ander soort, om de gewenste eigenschappen te krijgen, bijv resistentie bij planten.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Plantenveredeling

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Fokken
Bij dieren wordt kunstmatige inseminatie toegepast om goede eigenschappen door te geven of IVF, waarbij veel draagkoeien gebruikt worden om veel nakomelingen van een goede stier en een goede koe tegelijkertijd te krijgen.

Slide 45 - Tekstslide

Oplossingen?
  • De fossiele brandstoffen zijn gedurende zeer lange tijd in de grond gekomen en opgeslagen en worden nu in zeer korte tijd opgestookt: langzame of lange koolstofkringloop
  • Alternatieve duurzame energiebronnen zijn overal op aarde aanwezig, raken niet op en zorgen niet voor die extra CO2 in de atmosfeer. Voorbeelden: zon, wind, water, aardwarmte, biomassavergisting (organisch restafval). Deze laatste maakt deel uit van de korte koolstofkringloop.

Slide 46 - Tekstslide

Biologische landbouw
Door in een cyclus verschillende gewassen te verbouwen, wordt uitputting van de bodem voorkomen en is er een kleinere kans op een plaag.

Dieren krijgen voldoende ruimte, biologisch geteeld voer zonder standaard antibiotica.

Slide 47 - Tekstslide

Water
Het water op aarde is aanwezig als oppervlaktewater of als grondwater. Oppervlakte water is naast rivieren en sloten ook de bovenste laag van zeeën en oceanen.

Vervuiling van oppervlaktewater komt via natuurlijke weg: dode resten van planten en dieren. Reducenten zetten dit om in anorganische stoffen. Dit is het zelfreinigende vermogen van water.

Slide 48 - Tekstslide

Eutrofiëring en waterbloei

Slide 49 - Tekstslide

Vermesting
= overbemesting van de bodem, waardoor er veel voedingsstoffen in het oppervlaktewater komt (verstoring evenwicht)
Eutrofiëring

  • Stalmest: via reducenten
  • Kunstmest (anorganisch)

Meer voedingsstoffen -->  algen in het voordeel over waterplanten --> minder licht 
--> nadeel waterplanten
Wanneer algen sterven --> afbraak door reducenten --> zuurstof gebrek water --> vissensterfte

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Video

Bestrijding plagen en ziektes
Monocultuur = op grote oppervlakte één soort gewas verbouwen --> maakt efficiënt bewerken mogelijk
Nadelen:
  • Groot voedselaanbod en ontbreken natuurlijke vijand --> plagen
  • Makkelijke verspreiding ziektes

Oplossing?
  • (Preventieve) bestrijding: chemisch, mechanisch en biologisch

Slide 53 - Tekstslide

Chemische bestrijding
Pesticiden:
  • Insecticiden/herbiciden
  • Effectief
  • Soortspecifiek vs. niet-soortspecifiek

Nadelen:
  • Dood ook nuttige soorten
  • Resistentie
  • Persistent: zeer langzame afbraak --> accumulatie
  • Uitspoelen --> vervuiling drinkwater

Slide 54 - Tekstslide

Biologische bestrijding
Natuurlijke vijanden 
  • Predatoren (= roofdieren)
  • Parasieten (bijv. sluipwespen bij witte vliegen)
  • Ziekteverwekkers (zoals bacteriën en schimmels)

Vruchtwissel:
  • ziekteverwekkers verdwijnen
  • betere benutting voedingsstoffen

Voordelen:
  • soort specifiek
  • geen accumulatie gifstoffen
  • geen resistentie
Nadeel:
  • Natuurlijke vijand niet plaatsgebonden

Slide 55 - Tekstslide

Verandering van erfelijke eigenschappen
- Veredeling: selectie van gunstige
eigenschappen, zoals vruchtbaarheid, 
voedingswaarde of opbrengst.
- Genetische modificatie.

Heeft ook nadelen. Verminderde
genetische variatie.


Slide 56 - Tekstslide

Verbeteren landbouw
Biologische landbouw = landbouw met specifieke regels voor akkerbouw en veeteelt
  • Geen kunstmest en niet meer voedingsstoffen dan nodig
  • Vruchtwissel (geen monocultuur)
  • Natuurlijke vijanden tegen plagen
  • Biologisch geteeld veevoer
  • Standaard minimale leefruimte/welzijn
  • Geen preventieve antibiotica

Slide 57 - Tekstslide

Oorzaken milieuproblemen
  1. Hoge bevolkingsdruk en levenswijze van mensen
  2.  Hogere uitstoot van verbrandingsgassen, uitputting energiereserves en grondstofvoorraden en (chemische) afvalstoffen 
  3. Hogere concentraties van ......

Slide 58 - Tekstslide

Oorzaken milieuproblemen
  • kooldioxide (CO2): komt vrij bij verbranding van fossiele brandstoffen zoals steenkool, aardolie en (in mindere mate) aardgas. CO2 komt ook vrij bij ontbossing
  • methaan (CH4): ontstaat vooral in de landbouw en veeteelt
  • distikstofoxide (N2O, lachgas): komt vrij bij verbranding van fossiele brandstof en gebruik van mest
  • fluorverbindingen

Slide 59 - Tekstslide

Oorzaken milieuproblemen
Gevolgen: wereldwijde temperatuurstijging
  • Gletsjers nemen in omvang af
  • Ijs smelt op de Zuid- en Noordpool
  • Water zet uit

= MEER EXTREEM WEER: 
-> Grote en langdurige hittegolven
-> Klimaatextremen zoals overstromingen, branden en orkanen
= veranderende bodemgesteldheid, misoogsten en uitsterving van flora en fauna.

Slide 60 - Tekstslide

Andere oplossingen?
  • Uitstoot methaangassen in de landbouw en veeteelt verminderen
  • Genetisch gemanipuleerde rijstplant met een verminderde uitstoot van methaangas
  • Aanpassing voeding koeien en verbetering opslag en verwerking mest
  • Uit mest biogas maken m.b.v. vergisting door micro-organismen
  • Energie uit algen (zeewier) halen

Slide 61 - Tekstslide

Biodiversiteit
Soortenrijkdom binnen een ecosysteem

Dankzij biodiversiteit hebben we:
- Voedsel
- Medicijnen
- Kleding
- Brandstof
- Vruchtbare grond

Slide 62 - Tekstslide

Slide 63 - Tekstslide

Mensen beinvloeden het milieu

Slide 64 - Tekstslide

Slide 65 - Video

Duurzame ontwikkeling
Kansen voor toekomstige generaties en natuur

- Kringloopeconomie (circulaire economie): economisch en industrieel systeem waarin de grondstofvoorraden niet worden uitgeput en waarin reststoffen opnieuw worden ingezet in het proces (cradle-to-cradle)
- Lineaire economie: economisch systeem waarbij grondstofvoorraden worden uitgeput en, na gebruik, als onbruikbaar afval in het milieu terechtkomen

Slide 66 - Tekstslide

Slide 67 - Tekstslide

Oorzaken van milieuproblemen
  • Bevolkingdruk

  • Industrialisering

  • Ruilverkaveling

Slide 68 - Tekstslide

Slide 69 - Tekstslide

Slide 70 - Tekstslide

Veranderingen in landbouw en landschap
Bevolkingstoename, veranderende levenswijze en opkomst grootschalige en niet-grondgebonden landbouw hebben invloed gehad op de hoeveelheid natuurlijk terrein en bos en de daar levende planten en dieren...

Slide 71 - Tekstslide

Slide 72 - Tekstslide

Slide 73 - Tekstslide

Slide 74 - Tekstslide