Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Twents Carmel College
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
NGSL 1667-2000 Multiple Choice
NGSL 1667-2000 Multiple choice
Remember: you have 10 seconds per question!
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
Praktijkonderwijs
vmbo g, t
Leerjaar 3
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
NGSL 1667-2000 Multiple choice
Remember: you have 10 seconds per question!
Slide 1 - Tekstslide
voldoende
A
outlined
B
occupied
C
sufficient
D
updated
Slide 2 - Quizvraag
to encounter
A
afrekenen
B
tegenkomen
C
tellen
D
ademen
Slide 3 - Quizvraag
core
A
kern
B
wortel
C
schijf
D
zangkoor
Slide 4 - Quizvraag
uitzondering
A
expat
B
exclusion
C
exception
D
assumption
Slide 5 - Quizvraag
severe
A
rivier
B
ernstig
C
verschillende
D
gered
Slide 6 - Quizvraag
fabrikant
A
manufacturer
B
employer
C
employee
D
fabric
Slide 7 - Quizvraag
to distinguish
A
verdwijnen
B
zich onzichtbaar maken
C
verhogen
D
onderscheid maken
Slide 8 - Quizvraag
vooruitzicht
A
prospect
B
criterion
C
convention
D
sequence
Slide 9 - Quizvraag
instorten
A
to enhance
B
to defeat
C
to collapse
D
to borrow
Slide 10 - Quizvraag
negotiation
A
veronderstelling
B
onderhandeling
C
gevolg
D
doorgang/passage
Slide 11 - Quizvraag
veronderstelling
A
assumption
B
consumption
C
exclusion
D
intuition
Slide 12 - Quizvraag
to bother
A
in flessen doen
B
varen
C
lastig vallen
D
benadrukken
Slide 13 - Quizvraag
bestaan
A
nadruk
B
existence
C
appointment
D
emphasis
Slide 14 - Quizvraag
approximately
A
accomodatie
B
ongeveer
C
bijzonder
D
hoogtepunt
Slide 15 - Quizvraag
vergezellen
A
to illustrate
B
to imply
C
to exclude
D
to accompany
Slide 16 - Quizvraag
vast
A
vast
B
uitgebreid
C
rijk
D
uitgestrekt
Slide 17 - Quizvraag
to appoint
A
apporteren
B
aanstellen
C
aanwijzen
D
achtervolgen
Slide 18 - Quizvraag
achtervolgen
A
to urge
B
to pursue
C
to search
D
to appoint
Slide 19 - Quizvraag
to expose
A
oplossen
B
besluiten
C
tentoonstellen
D
exploiteren
Slide 20 - Quizvraag
wijdverspreid
A
widely
B
rare
C
remarkable
D
wisely
Slide 21 - Quizvraag
settlement
A
dozijn
B
gat/kloof
C
afwezigheid
D
regeling
Slide 22 - Quizvraag
beschuldigen
A
to attack
B
to acknowledge
C
to accuse
D
to excuse
Slide 23 - Quizvraag
to attach
A
aanvallen
B
erkennen/toekennen
C
stemmen
D
vastmaken
Slide 24 - Quizvraag
complaint
A
compliment
B
vraag
C
opdracht
D
klacht
Slide 25 - Quizvraag
strijden/wedijveren
A
te reserve
B
to compete
C
to bore
D
to fight
Slide 26 - Quizvraag
erkennen/toekennen
A
to admit
B
to accomplish
C
to acknowledge
D
to reward
Slide 27 - Quizvraag
legislation
A
wetgeving
B
vonnis, uitspraak
C
rekening
D
invoering
Slide 28 - Quizvraag
opleggen/opdragen
A
to impress
B
to impersonate
C
to impose
D
to improve
Slide 29 - Quizvraag
impression
A
schilderij
B
afdruk
C
indruk
D
opdruk
Slide 30 - Quizvraag
zich haasten
A
to heat
B
to crush
C
to rush
D
to reject
Slide 31 - Quizvraag