Twents Carmel College

H2 Samenvatting 2.1 en 2.2 3H

Chemische reacties
Samenvatting 2.1 en 2.2
Havo 3
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Chemische reacties
Samenvatting 2.1 en 2.2
Havo 3

Slide 1 - Tekstslide

Wat verandert er bij chemische reacties?
A
Niets
B
Vlammen
C
Fase (vast, vloeistof of gas)
D
Stofeigenschappen

Slide 2 - Quizvraag

Treden chemische reacties op als je mengsels scheidt
A
Ja, altijd
B
Soms, bv bij destilleren
C
Nee, nooit
D
Alleen bij indampen

Slide 3 - Quizvraag

welke van onderstaande verschijnselen is een chemische reactie
A
Het dichtvriezen van een vijver
B
Het oplossen van suiker in water
C
Het zuur worden van melk
D
Het destilleren van wijn

Slide 4 - Quizvraag

Verbranden
Onthoud: Een verbranding is altijd een reactie met zuurstof

Brandstof + zuurstof (g) => verbrandingsproduct(en)

Slide 5 - Tekstslide

Ontleden
Onthoud: een beginstof, meerdere reactieproducten.
Voor ontleden is energie nodig 
3 bronnen van energie: 
* Warmte => Thermolyse 
* Licht => Fotolyse
* Elektriciteit => Elektrolyse 
         Water ontleden in waterstof en zuurstof.

Slide 6 - Tekstslide

Aantonen
Aantonen waterstof en zuurstof

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een ontledingsreactie?
A
Een reactie met zuurstof
B
Reactie met één beginstof en meerdere reactieproducten
C
Een verbranding
D
Reactie met meerdere beginstoffen en één reactieproduct

Slide 8 - Quizvraag

Welke van de volgende reacties is een ontledingsreactie?
A
Waterstof en zuurstof => Water
B
koolstof en zuurstof => koolstofdioxide
C
Koper en Zuurstof => Koperoxide
D
Papier => koolstof + water + brandbaar gas

Slide 9 - Quizvraag

Fotolyse is een ontleding die plaatsvindt onder invloed van....
A
(zon)licht
B
elektriciteit
C
warmte
D
huh??

Slide 10 - Quizvraag

Ontleedbare stoffen/verbindingen: stoffen die je kunt ontleden.
Bestaan uit minstens 2 atoomsoorten

Niet ontleedbare stoffen/elementen: kun je niet ontleden. Deze bestaan uit 1 atoomsoort.
Deze 118 elementen staan in P.S.

Slide 11 - Tekstslide

Niet ontleedbare stoffen; elementen

Twee groepen; Metalen
Niet metalen

Slide 12 - Tekstslide

Welke formule is een verbinding?
A
Co
B
CO
C
O2
D
S8

Slide 13 - Quizvraag

Om van een verbinding naar elementen te gaan moeten we de stof....
A
scheiden
B
verbranden
C
mengen
D
ontleden

Slide 14 - Quizvraag

Paragraaf 2.2
Deeltjesmodel
  • iedere stof is uit hele kleine deeltjes opgebouwd, meestal moleculen
  • iedere stof heeft zijn eigen molecuulsoort
  • moleculen bewegen voortdurend
  • moleculen trekken elkaar aan (vanderwaalskrachten)

Slide 15 - Tekstslide

Met het deeltjesmodel kun je niet verklaren dat stoffen verdwijnen en nieuwe ontstaan.

Molecuul: Een molecuul is een groepje atomen.
Atomen
Moleculen zijn uit nóg kleinere deeltjes opgebouwd, namelijk atomen.
De ± 120 elementen (niet-ontleedbare stoffen) bestaan uit deze atomen.
Elke atoomsoort heeft zijn eigen symbool:
Waterstof           H
Lood                      Pb
Kobalt                   Co




Denk aan hoofdletters/kleine letters. Co is kobalt
CO is koolstofmono-oxide 

Slide 16 - Tekstslide

Als je weet welke atomen en hoeveel, geef je de molecuulformule

Slide 17 - Tekstslide

De meeste elementen bestaan uit losse atomen.
Sommige niet-ontleedbare stoffen bestaan uit moleculen
De volgende moet je kennen (tabel 6):
Claire      Cl2(g)    Chloor 
Fietst       F2(g)     Fluor
Naar        N2(g)     Stikstof
Haar        H2(g)     Waterstof
Oma        O2(g)      Zuurstof
In               I2(s)       Jood (hoofdletter i)
Breda       Br2(l)     Broom


Slide 18 - Tekstslide

Wat zie je hier?
A
mengsel met 5 H2O en 2 H2O2
B
mengsel met 2 H2O en 5 H2O2
C
zuivere stof met alleen H2O
D
zuivere stof met alleen H2O2

Slide 19 - Quizvraag

In welk fase heeft een stof gemiddeld de hoogste temperatuur?
A
vaste fase
B
vloeibare fase
C
gas fase
D
dat kan in alle 3 fasen zijn

Slide 20 - Quizvraag

Periodiek systeem der elementen
Metalen en 
niet-metalen
Metalen: 
- geleiden warmte en stroom
- glanzend oppervlak na polijsten

Slide 21 - Tekstslide

Periodiek systeem der elementen
Groep 1 : alkalimetalen
Groep 2: aardalkalimetalen
Groep 17: halogenen
Groep 18: edelgassen

Slide 22 - Tekstslide

Stoffen die uit zuurstof en een ander element bestaan, eindigen op oxide.
Dit geldt ook voor enkele andere atoomsoorten:

IJzeroxide bestaat uit ijzeratomen en zuurstofatomen
Waterstofsulfide bestaat uit waterstofatomen en zwavelatomen
Kaliumfluoride bestaat uit kaliumatomen en fluoratomen
Natriumchloride bestaat uit natriumatomen en chlooratomen
Stikstofbromide bestaat uit stikstofatomen en broomatomen
Calciumjodide bestaat uit calciumatomen en joodatomen

Slide 23 - Tekstslide

Hoe heten de stoffen uit groep 2 van het periodiek systeem
A
aardalkalimetalen
B
alkalimetalen
C
edelgassen
D
halogenen

Slide 24 - Quizvraag

Hoe noem je een stof die bestaat uit een magnesiumatoom en zwavel
A
magnesiumchloride
B
magnesiumbromide
C
magnesiumoxide
D
magnesiumsulfide

Slide 25 - Quizvraag

Warmte/stroom geleiden en glanzend oppervlak na polijsten zijn kenmerken van:
A
edelgassen
B
metalen
C
halogenen
D
moleculaire stoffen

Slide 26 - Quizvraag

Huiswerk
Maak test jezelf van 2.2
Lees 2.3 en 2.4 goed door.

Slide 27 - Tekstslide