Twents Carmel College

2 Onbekende woorden: de betekenis afleiden uit een woord

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS

Slide 1 - Tekstslide

DOEL
- Je kunt woordraadstrategieën gebruiken om de betekenis van een onbekend woord te vinden 

Woordraadstategieën:
- synoniem
- omschrijving
- voorbeeld
- tegenstelling
- bekend woorddeel

Slide 2 - Tekstslide

Filmpje

Dit filmpje heb je in een vorige les bekeken. Wil je het nog eens bekijken, dan kan dat.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Je vindt de betekenis van een moeilijk woord door in de tekst te zoeken naar:


- synoniemen

- omschrijving

- voorbeelden

- tegenstellingen

- bekende woorddelen


Slide 5 - Tekstslide

BEKEND WOORDDEEL

Soms kun je de betekenis van een onbekend woord begrijpen doordat je al een deel van het woord kent.


- samenstellingen

- woorden met voorvoegsel

- woorden met achtervoegsel


Slide 6 - Tekstslide

BEKEND WOORDDEEL - voorbeeld


- samenstellingen: vleesvervanger. Je kent de woorden vlees en vervanger. Je kunt raden wat vleesvervanger betekent.

- woorden met voorvoegsel: ongezond. On betekent niet, dus ongezond betekent niet gezond.

- woorden met achtervoegsel: gevoelloos. -loos is hetzelfde als zonder. Gevoelloos betekent zonder gevoel.


Slide 7 - Tekstslide

WOORDENBOEK

Wanneer het niet lukt om op één van de genoemde manieren de betekenis van een onbekend woord te vinden,

zoek je (een deel) van het woord op in het woordenboek.


Kies dan wel de betekenis die bij de tekst past!



Gebruik woordenboek is GEEN woordraadstrategie!

Slide 8 - Tekstslide




Een broer en twee zussen dansen bij het toonaangevende moderne Nederlandse Dans Theater.
Welke manier kies je om de betekenis van 
het onderstreepte woord te vinden?
______________________________
A
De betekenis van het woord staat in de rest van de zin.
B
Het woord is samengesteld uit twee woorden. De betekenis van die twee woorden is bekend.
C
Het woord bestaat uit een woord met een voorvoegsel, zoals in wangedrag.
D
Het woord bestaat uit een woord met een achtervoegsel, bijvoorbeeld waardeloos.

Slide 9 - Quizvraag




Volgens psycholoog Paul Ekman zijn gezichtsuitdrukkingen universeel onder alle volkeren en rassen.
Welke manier kies je om de betekenis van 
het onderstreepte woord te vinden?
____________________
A
De betekenis van het woord staat in de rest van de zin.
B
Het woord lijkt op een woord dat je wel kent.
C
Het woord bestaat uit een woord met een voorvoegsel, zoals in wangedrag.
D
Het woord bestaat uit een woord met een achtervoegsel, bijvoorbeeld waardeloos.

Slide 10 - Quizvraag




André Rieu wordt geïnterviewd over zijn ongekende succes.
Welke manier kies je om de betekenis van 
het onderstreepte woord te vinden?
____________________
A
Het woord lijkt op een woord dat je wel kent.
B
De betekenis van het woord staat in de rest van de zin.
C
Het woord bestaat uit een woord met een voorvoegsel, zoals in wangedrag.
D
Het woord bestaat uit een woord met een achtervoegsel, bijvoorbeeld waardeloos.

Slide 11 - Quizvraag




De gemeente subsidieert de vereniging voor bejaarden.
Welke manier kies je om de betekenis van 
het onderstreepte woord te vinden?
____________________
A
Het woord lijkt op een woord dat je wel kent.
B
De betekenis van het woord staat in de rest van de zin.
C
Het woord bestaat uit een woord met een voorvoegsel, zoals in wangedrag.
D
Het woord bestaat uit een woord met een achtervoegsel, bijvoorbeeld waardeloos.

Slide 12 - Quizvraag




De docenten van de klas zijn hoopvol dat alle leerlingen een goed rapport krijgen.
Welke manier kies je om de betekenis van 
het onderstreepte woord te vinden?
_______________
A
Het woord lijkt op een woord dat je wel kent.
B
De betekenis van het woord staat in de rest van de zin.
C
Het woord bestaat uit een woord met een voorvoegsel, zoals in wangedrag.
D
Het woord bestaat uit een woord met een achtervoegsel, bijvoorbeeld waardeloos.

Slide 13 - Quizvraag

Lees de tekst.

Slide 14 - Tekstslide

Noteer een synoniem voor cruciaal (alinea 1).

Slide 15 - Open vraag

Noteer de betekenis van on- in het woord onacceptabel (alinea 1).

Slide 16 - Open vraag

Welke omschrijving voor onacceptabel (alinea 1) staat in de tekst?

Slide 17 - Open vraag

Noteer het voorvoegsel voor gedrag (alinea 1).

Slide 18 - Open vraag

Wat betekent het voorvoegsel wan- in wangedrag (alinea 1)?

Slide 19 - Open vraag

Wat betekent 'klimaat' in leef- en leerklimaat
(alinea 2) in deze tekst?
A
omstandigheden waarin iemand zich bevindt
B
sfeer in iets
C
toestand van de atmosfeer in een bepaald gebied

Slide 20 - Quizvraag

GELEERD
- Je kunt woordraadstrategieën gebruiken om de betekenis van een onbekend woord te vinden 

Woordraadstategieën:
- synoniem
- omschrijving
- voorbeeld
- tegenstelling
- bekend woorddeel

Slide 21 - Tekstslide

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Slide 22 - Open vraag

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Slide 23 - Open vraag

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS

Slide 24 - Tekstslide