Twents Carmel College

4.2 -> De bezetting van Nederland

De Tweede Wereldoorlog
4.2

De bezetting van Nederland
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier de bezetting van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog verliep.

Onderdelen in deze les

De Tweede Wereldoorlog
4.2

De bezetting van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier de bezetting van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog verliep.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij over
de Duitse Bezetting in Nederland?

Slide 3 - Woordweb


Nederland mobiliseert
november 1939




De Nederlandse regering hoopt dat, net als tijdens de Eerste Wereldoorlog,
Nederland neutraal zou blijven. 
Uiteindelijk wordt pas laat besloten om tóch te mobiliseren en gebruik te maken van de Hollandse Waterlinie.

Slide 4 - Tekstslide


Duitsland valt aan
10 mei 1940



Op vrijdagmorgen, om 3.55, valt het Duitse leger het slecht bewapende Nederland aan. Op sommige plekken, zoals bij de Afsluitdijk en de Grebbelinie, wordt nog behoorlijk tegenstand geboden, maar tegen de Duitse Blitzkrieg is niets opgewassen.

Slide 5 - Tekstslide


Regering wijkt uit naar Londen
13 mei 1940



Om niet in de handen van de Duitsers te vallen, wijkt een 
groot deel van de Nederlandse regering uit naar Engeland.
Vanuit Londen zal koningin Wilhelmina de Nederlanders motiveren 
om niet op te geven en tegen de bezetters te strijden.

Slide 6 - Tekstslide


Bommen op Rotterdam
14 mei 1940



Hoewel de stad zich al heeft overgegeven, 
bombarderen de Duitsers Rotterdam tóch.
Het bombardement duurt maar een kwartier, maar de binnenstad is verwoest, en zal pas na de oorlog weer worden opgebouwd.

Slide 7 - Tekstslide


Nederland capituleert
15 mei 1940



Na het bombardement op Rotterdam, en de Duitse dreiging om ook andere steden te bombaderen, kan Nederland niets anders dan zich overgeven.
In totaal komen in de meidagen van 1940 ongeveer 2200 mensen om het leven.

Slide 8 - Tekstslide


Deel van Duitsland
29 mei 1940



Nederland wordt een deel van Duitsland: Reichskommissariat Niederlande
De Oostenrijker Arthur Seyss-Inquart wordt Reichskommisar. 



Slide 9 - Tekstslide


Gelijkschakeling
vanaf mei 1940



Elke burger, organisatie en vereniging moet zich houden aan de ideeën van de Nazi's en trouw zijn aan het Leidersbeginsel. Iedereen die dit niet doet, 
wordt ontslagen en of opgepakt.
Journalisten mochten alleen schrijven wat de Nazi's opdroegen (censuur).


Slide 10 - Tekstslide


Gelijkschakeling
vanaf mei 1940



Elke burger, organisatie en vereniging moest zich houden aan de ideeën van de Nazi's en trouw zijn aan het Leidersbeginsel. Iedereen die dit niet deed, 
werd ontslagen en of opgepakt.
Journalisten mochten alleen schrijven wat de Nazi's opdroegen (censuur)


Slide 11 - Tekstslide




Voor sommige beroepen (bijvoorbeeld: leraren) 
moet een Ariërverklaring worden getekend.
Hierin verklaar jij, je ouders en grootouders, niet Joods te zijn.

Eind november 1940 waren er al 
2200 mensen hierdoor ontslagen...

Slide 12 - Tekstslide




Alle post- en sierduiven moeten worden gedood. 
Duiven vliegen vrij rond en kunnen 
boodschappen brengen naar de geallieerden.

Duivenpootjes mét ring moeten 
als bewijs worden ingeleverd.
mensen eten nog meer dingen die wij tegenwoordig echt niet zullen opeten!
Wat denk je bevoorbeeld van bloembollen en suikerbieten als voedsel. Er zijn gevallen bekend dat mensen hun kat slachtten. Sommigen gingen op hongertocht naar Overijssel of Drenthe. Daar wilden de boeren nog wel eens een gouden armband tegen een mud aardappelen ruilen. Door dat ruilen konden ze weer gerechten maken, alleen moesten ze toch nog verzinnen wat ze gingen maken. Dus hadden de bakkers brood met zaagsel vulling en maakte de mensen rode kool met suikerbiet, gekookte tulpenbollen en zelfs een gerecht van hun eigen huisdier (als ze erg honger hadden). Later vlogen de geallieerden met heel veel vliegtuigen over het westen van Nederland en lieten eten uit de lucht vallen. Uiteindelijk werd Nederland bevrijd.

Slide 13 - Tekstslide


De eerste bezettingsmaanden
mei 1940 - februari 1941



De Duitsers gedragen zich meestal keurig en de meeste Nederlanders 
pakken hun normale leven op en werken, passief of actief,
met de Duitsers samen.
Nederlandse bedrijven kunnen goed geld verdienen aan de 'Duitse oorlog'...

Slide 14 - Tekstslide


Jodenvervolging in Nederland
vanaf mei 1940



Net als in andere delen van het Duitse Rijk worden snel anti-Joodse maatregelen, zoals het ontslag van Joodse ambtenaren of de registratieplicht.

Slide 15 - Tekstslide






Vanaf april 1941 verschijnen de bordjes "Voor Joden verboden
in de Nederlandse steden.

Slide 16 - Tekstslide






Vanaf mei 1942 zijn Joden verplicht om een Jodenster te dragen.
In dat jaar gaan ook de eerste Joden via Westerbork naar Auschwitz...

Slide 17 - Tekstslide



Arbeidsinzet
mei 1943





Wat begon als vrijwillig werken in Duitsland, wordt in 1943 verplicht: alle mannen tussen 18 en 35 jaar moeten zich melden.
Uiteindelijk werken rond de 500.000 
Nederlanders in Duitsland.

Slide 18 - Tekstslide



Vechten voor 
de vijand








De Nederlandse SS bestond uit ongeveer 7000 man.

Slide 19 - Tekstslide


Onderduiken


Onderduiken om je te verbergen zodat je niet wordt opgepakt door de politie of Duitsers. Dit zijn niet alleen Joden, maar iedereen die het risico loopt opgepakt te worden: studenten, mannen, verzetsstrijders enz. 

Op het hoogtepunt zijn er alleen al in Nederland 
ruim 350.000 mensen ondergedoken


Anne Frank: de bekendste onderduiker

Slide 20 - Tekstslide


Verzet



Wat is verzet?
Aanslagen plegen of illegale krantjes verspreiden? Onderduikers helpen? Of naar rechts gaan als de Duitsers zeggen dat je naar links moet gaan?


Slide 21 - Tekstslide




In totaal waren er rond de 45.000 Nederlanders die actief verzet pleegden. 
Maar dat konden ze niet doen zonder de hulp van honderduizenden anderen.
Verzet plegen was levensgevaarlijk: niet alleen voor jezelf, maar ook voor je omgeving.

Slide 22 - Tekstslide








Om te voorkomen dat Joden worden opgepakt,
worden identiteitsbewijzen vervalst...

Slide 23 - Tekstslide





De Nationaal-Socialistische Beweging (NSB), die collaboreerde met de Duitsers,
is de enige politieke organisatie die mag blijven bestaan.
De leider van de NSB, Anton Mussert, mag zich 'Leider van het Nederlandsche Volk' noemen, maar de Duitsers zijn uiteindelijk de baas.



Slide 24 - Tekstslide

Intussen in Europa:
- 6 juni 1944 -> D-Day begint in Frankrijk
- steeds meer landen worden bevrijd door Amerika, Engeland, Canada enz..

-> september 1944: het Zuiden van NL wordt bevrijd

Let op: het westen en noorden blijven bezet!

Slide 25 - Tekstslide


Hongerwinter
november 1944 - april 1945




Waar? In het westen en noorden van Nederland

Slide 26 - Tekstslide






Het systeem van de distributiebonnen, dat al in 1939 was ingevoerd,
werkt in de laatste fase van de oorlog niet meer: er wás gewoon niets meer... mensen gaan uit wanhoop de gekste dingen eten...



Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide


Duitse capitulatie
4 mei 1945



In Hotel De Wereld in Wageningen wordt op 5 mei onderhandeld 
over de onvoorwaardelijke overgave van de Duitse troepen in Nederland.
De Duitse troepen hebben zich overigens al op 4 mei overgegeven 
aan de geallieerden.







Slide 29 - Tekstslide


De Bevrijding
mei 1945



De bevrijding wordt tegenwoordig gevierd op 5 mei, maar Nederland werd niet overal op 5 mei bevrijd: soms was het eerder, soms veel later, zoals op Texel. 
Dit eiland werd pas op 20 mei 1945 bevrijd.


Slide 30 - Tekstslide





Hoewel het is verboden, is de reactie van Nederlanders op verraders, 
profiteurs en collaborateurs begrijpelijk.


Slide 31 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
  • NSB
  • bezetting
  • collaboreren
  • fout
  • gelijkschakeling
  • censuur

  • verzet
  • onderduikers



  • Hongerwinter

Slide 32 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Anton Mussert
  • Koningin Wilhelmina
  • Arthur Seyss-Inquart

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht => Tijdbalk
Wat ga je doen?
  1. Alle jaartallen die in par. 4.2 staan zet je in een tijdbalk.
  2. Nu zet je bij elk jaartal wat er in dat jaar/datum is gebeurd.

  3. Voeg waar het kan ook belangrijke personen toe.
  4. Werk netjes! Een tijdbalk is handig bij het leren straks.
voorbeeld tijdbalk

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video