Twents Carmel College

H8, grammatica Modalverben

Modalverben
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Modalverben

Slide 1 - Tekstslide

8 Modalverben
  • können -> kunnen
  • dürfen -> mogen (geen 'durven')
  • wissen -> weten
  • wollen -> willen
  • mögen -> aardig vinden, lusten, leuk vinden
  • möchten -> willen (wens) 
  • sollen-> moeten
  • müssen -> moeten

Slide 2 - Tekstslide

müssen/sollen
müssen
  • Het kan niet anders.
  • Noodzaak
VB: Ich muss auf die Toilette. 

sollen
  • De wil van een ander.
  • Een vraag naar de mening van een ander. 
VB: Du sollst nicht auf uns warten.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is er bijzonder aan deze werkwoorden?


Zie blz. 78/80

Slide 4 - Tekstslide

können
ich
kann
du
kannst
er/sie/es
kann
wir 
können
ihr
könnt
sie
können
Sie
können
Uitgangen werkwoorden
  • Let op de umlauten bij 'möchten'!
  • ich/er/sie/es -e als uitgang

Slide 5 - Tekstslide

Ihr ...... (kunnen) nicht kommen.
A
könnt
B
können
C
konnt
D
konnen

Slide 6 - Quizvraag

Nein, das (weten).....
er nicht.
A
wisse
B
weiße
C
weiß
D
weißt

Slide 7 - Quizvraag

(lusten)..... du gerne Schokoladenmilch?
A
magst
B
mögst
C
mag

Slide 8 - Quizvraag


Du ...... lernen, denn wir haben morgen eine Prüfung

Ich ..... auch weg, denn der Zug fährt bald!
Du ...... nicht auf uns warten. Wir sind so müde und machen nicht mit.
sollen 
musst
müss
musse
sollt
soll
muss
sollst

Slide 9 - Sleepvraag

Was ...... (willen)
ihr morgen machen?

Slide 10 - Open vraag

(weten)...... Sie, wie das Mädchen heißt?

Slide 11 - Open vraag

Wir sind gestraft und ...... (mogen)
heute Abend nicht mit unseren Freunden verabreden.

Slide 12 - Open vraag

Zijn de Modalverben moeilijk of makkelijk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Ende 
    Ende 

Slide 14 - Tekstslide