In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.
Algemene leerdoelen
Aan de hand van het schilderij Het uitgaan van de Hervormde Kerk te Nuenen van Vincent van Gogh maken de leerlingen middels kijk- meet- en rekenopdrachten kennis met verhoudingen en dieptewerking.
Kerndoelen
1, 24, 26, 33, 53, 55, 56
Tijdsindeling
Vooraf
Materialen
Differentiatie
Achtergrondinformatie
Na 14 jaar werden twee verloren gewaande schilderijen van Vincent van Gogh weer teruggevonden. De schilderijen waren in 2002 gestolen uit het Van Gogh Museum. Eén van deze werken was Het uitgaan van de Hervormde Kerk te Nuenen uit 1884/85.
Lees voor meer informatie over de gestolen werken het verhaal op de website van het Van Gogh Museum, of bekijk de les Twee gestolen schilderijen....
Vertel: Dit schilderij van het kerkje in Nuenen is wereldberoemd geworden. Wie weet er waarom dat is?
Ga vervolgens naar de volgende slide. Daar staan de antwoorden.
Het uitgaan van de Hervormde Kerk te Nuenen, 1885/85
Vertel: Dit is Vincent van Gogh.
Vraag: Wat weten jullie over hem?
Zorg dat de leerlingen in ieder geval weten dat hij een wereldberoemde Nederlandse schilder uit de 19de eeuw is.
Vat de antwoorden van de leerlingen samen en ga naar de volgende slide.
Zelfportret als schilder, 1886
Vertel: Vincent schilderde het kerkje speciaal voor zijn moeder Anna. Zij brak haar been toen ze uit de trein stapte. Vincent wilde haar met het schilderij opvrolijken. Het deed zijn moeder waarschijnlijk denken aan zijn vader die daar werkte.
Vraag: Is het gelukt om zijn moeder hiermee op te vrolijken? Wat denk jij?
Vertel: Toen het schilderij af was schreef Vincent een brief aan zijn broer Theo. Daarin maakte hij een schets van de kerk. Zo liet hij Theo zien wat hij schilderde. Die briefschets zien jullie hier.
Briefschets, ca 3 februari 1884
Vertel: De briefschets is getekend met inkt en het schilderij is met olieverf geschilderd. Dat is een groot verschil.
Vraag: Zien jullie nog meer verschillen? Bespreek in tweetallen de verschillen die jullie zien. Jullie krijgen 30 seconden de tijd.
Ga na 30 seconden door naar de
volgende slide. Daar staan enkele antwoorden.
Bespreek de verschillen.
Vraag: Wat vinden jullie het belangrijkste verschil? En waarom?
Vertel: Het Van Gogh Museum ontdekte iets bijzonders: Vincent heeft het schilderij later veranderd. Net als op de schets stond op het schilderij eerst maar één figuur. Hij schilderde daar later een heleboel mensen voor in de plaats.
Vraag: Waarom deed hij dat, denk jij?
Ga naar de volgende slide voor een detail van de kerkgangers op de voorgrond.
Vertel: Kijk eens goed naar de mensen die de kerk uitkomen. Die hebben donkere kleding aan.
Vraag: Is het rouwkleding?
De vader van Vincent overleed kort voordat hij het schilderij veranderde. Het Van Gogh Museum denkt dat de donkere kleding rouwkleding is. Het schilderij laat zo het verdriet om de dood van zijn vader zien.
Vraag: Zien jullie dat de mensen vooraan veel groter zijn dan de mensen die de kerk uitkomen?
Opdracht: Laten we eens opmeten hoe groot dat het verschil is.
Maak tweetallen voor de meetopdracht op de volgende slide.
TIP: bewaar al jullie metingen. Je hebt ze nodig voor de volgende opdrachten.
Laat de leerlingen de meting uitvoeren.
TIP: bewaar al jullie metingen. Je hebt ze nodig voor de volgende opdrachten.
Lees de opdracht voor (of laat hem voorlezen) en vraag of alle leerlingen het begrijpen. Ga door naar de volgende slide voor de afbeelding.
Laat de leerlingen de meting uitvoeren.
TIP: bewaar al jullie metingen. Je hebt ze nodig voor de volgende opdrachten.
Lees de opdracht voor (of laat hem voorlezen) en vraag of alle leerlingen het begrijpen. Ga door naar de volgende slide voor de afbeelding.
Laat de leerlingen de meting uitvoeren.
Laat de leerlingen kort bespreken wat hen is opgevallen. Vraag daarna om een aantal resultaten van de metingen.
Vraag: Hoe komt het dat er zoveel verschillende resultaten zijn?
Antwoord:
1. Iets van een afstand opmeten met duim en wijsvinger is niet nauwkeurig.
2. Iedereen heeft een andere afstand tot het schilderij.
Vraag: Waarom zou Vincent de mensen vooraan groter hebben gemaakt dan de mensen achteraan?
Antwoord: Een schilderij is plat. Door grote dingen vooraan de schilderen en kleine dingen achteraan lijkt het alsof er ruimte in het schilderij zit.
Vertel: Vooraan noem je in een schilderij 'voorgrond'. Dingen op de voorgrond lijken dichtbij. Achteraan noem je 'achtergrond'. Dingen op de achtergrond lijken ver weg.
Vraag: Staan de mensen bij de kerk op de voorgrond of op de achtergrond? En de mensen vooraan?
Vertel: Jullie hebben net metingen gedaan. Nu gaan we met de metingen rekenen. Dat doen we weer in tweetallen.
Ga naar de volgende slide voor de opdracht.
Bereken in procenten het verschil in grootte tussen de achterste persoon en de voorste persoon.
Lees de opdracht hardop voor. Begrijpt iedereen het?
Geef de leerlingen vervolgens opdracht om in tweetallen te bedenken hoe ze dit uit kunnen rekenen.
Ga door naar de volgende twee slides om de berekening aan de hand illustraties van een fictief voorbeeld te bespreken.
Bereken de grootte van de achterste persoon ten opzichte van de voorste:
De illustratie laat een fictief voorbeeld zien.
Rekenvoorbeeld:
Achterste persoon delen door voorste persoon: 2,8 / 6,2 = 0,45.
Maak er procenten van door te vermenigvuldigen met 100:
0,45 X 100 = 45 %
De lengte van de achterste persoon is 45% van de lengte van de voorste persoon.
45% van 6,2 cm is 2,8 cm.
Bereken nu het verschil in grootte in procenten tussen de voorste persoon en de achterste persoon.
Dat is de rode lijn.
De illustratie laat een fictief voorbeeld zien.
Rekenvoorbeeld:
100% - 45 % = 55%
De achterste persoon is 55% kleiner dan de voorste.
Vertel: De volgende rekenopdracht gaat ook over de verhoudingen in het schilderij. Kijk goed naar de deur van de kerk. Daar gaat de rekensom over.
Ga door naar de volgende slide voor de opdracht.
Stel je voor dat de kerk naast de voorste mensengroep stond. Dan had Vincent de kerk veel groter moeten maken.
Bereken hoe groot de kerkdeur in cm zou zijn als deze naast de voorste mensen stond.
Lees de opdracht hardop voor. Begrijpt iedereen het?
Geef de leerlingen vervolgens opdracht om in tweetallen te bedenken hoe ze dit uit kunnen rekenen.
Ga door naar de volgende slide om de berekening te bespreken.
De illustratie laat een fictief voorbeeld zien.
Rekenvoorbeeld:
5,9 cm x 100% = 590 cm
590 cm / 45 % = 13,1 cm
Vertel: Grote dingen op de voorgrond en kleine dingen op de achtergrond zorgen voor diepte.
Vraag: Gebruikte Vincent nog andere manieren om ruimte in het schilderij te laten zien?
Laat de leerlingen eerst antwoorden en ga vervolgens door naar de volgende slide. Daar staan de antwoorden.
Kleurgebruik: Fellere kleuren op de voorgrond, zoals de blaadjes van de bomen en de heg. Lichtere kleuren op de achtergrond, zoals de lucht en de wolken.
Horizon: De lijn waar de aarde overgaat in de lucht. Hier niet precies te zien vanwege de bomen.
Overlapping: De mensen overlappen de heg en de bomen de kerk.
Vertel: 'Groot voor' en 'klein achter' is niet de enige manier om diepte in het schilderij te brengen. Toch is het wel heel belangrijk.
Vraag: Wat denken jullie dat er gebeurt als je juist kleine dingen op de voorgrond zet en grote op de achtergrond?
Bespreek de antwoorden van de leerlingen en ga daarna naar de volgende slide voor het voorbeeld.
Vertel: Kijk, hier staan de grote mensen op de achtergrond en de kleine op de voorgrond. Gebeurt er wat jullie hadden verwacht?
Bespreek hun bevindingen met de leerlingen.
Ga naar de volgende slide om de twee versies naast elkaar te tonen.
Vertel: Hier zien jullie de twee versies naast elkaar. Op versie X lijken de mensen op de voorgrond kabouters en de mensen op de achtergrond reuzen. De kerk lijkt op versie X ook veel kleiner dan op versie Y.
Vraag: Welke versie vinden jullie beter en waarom?
Vertel: Als schilder is het heel belangrijk om de goede verhoudingen te gebruiken.
Vraag: Wie weet waarom dat belangrijk is?
Bespreek ter afronding de antwoorden van de leerlingen en sluit de les af.