In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 30 min
Introductie
Het koloniale verleden heeft de wereld van nu gevormd. Wat merk jij vandaag nog van het koloniale verleden?
Deze lessen zijn ontwikkeld door het Tropenmuseum en Fawaka Wereldburgerschap ter gelegenheid van de tentoonstelling Onze koloniale erfenis in het Tropenmuseum.
Op www.tropenmuseum.nl/nl/onderwijs en www.fawakawereldburgerschap.nl vind je ons gehele onderwijsaanbod.
Onderdelen in deze les
Onze koloniale erfenis
Economische ongelijkheid en het koloniaal verleden
Slide 1 - Tekstslide
Beeldmateriaal: Susan Stockwell. Territory Dress. Verenigd Koninkrijk; 2018.
Dit kunstwerk is te zien in de tentoonstelling Onze koloniale erfenis in het Tropenmuseum.
Doen
Lezen
Praten
Kijken
Aan het eind van de les:
... weet je hoe Nederland geld verdiende door het kolonialisme en hoe dit zorgde voor economische ongelijkheid.
... ken je het cultuurstelsel.
Leerdoel en symbolen
Slide 2 - Tekstslide
Bespreek met de leerlingen de symbolen en het doel van de les.
Waar denk je aan bij economische ongelijkheid?
Slide 3 - Woordweb
Vraag: laat de leerlingen het Woordweb invullen met de vraag: waar denk je aan bij economische ongelijkheid.
Antwoord: economische ongelijkheid is het verschil in inkomen en rijkdom tussen verschillende groepen mensen binnen eenzelfde land of tussen verschillende landen.
Vertel: economische ongelijkheid ontstond op grote schaal in de koloniale periode. Bekijk de volgende video van de excuses tijdens Keti Koti 2021 van Femke Halsema. In haar toespraak constateert zij de economische ongelijkheid.
Slide 4 - Video
Doe: bekijk met elkaar een deel van de herdenking van het slavernijverleden in 2021 in Amsterdam. Tijdens deze toespraak biedt burgemeester Halsema de excuses van het slavernijverleden namens de stad Amsterdam aan.
Vertel: na de video beantwoorden de leerlingen twee vragen die na afloop van de video worden getoond. Deze vragen kunnen beantwoord worden met de device.
Hoeveel procent van de economische groei in de 18e eeuw in provincie Hollandkwam voort uit de slavernij?
A
40%
B
10%
C
25%
D
1%
Slide 5 - Quizvraag
Het juist antwoord is antwoord A.
Waarin zie jij de rijkdom van toen op dit moment nog terug?
Slide 6 - Open vraag
Vertel: Halsema zegt in haar speech dat je de rijkdommen van toen nu nog terug ziet in de kunsten en in de grachtengordel van Amsterdam.
Doe: laat de leerlingen de openvraag beantwoorden. Bespreek de antwoorden en laat vervolgens op de volgende slide de video zien.
Slide 7 - Video
Vertel: vanaf de 17e eeuw tot halverwege de 20ste eeuw was Nederland een koloniale grootmacht. In de praktijk betekende dit vergaande uitbuiting van de oorspronkelijke bewoners. Het enige doel was rijkdom vergaren voor de staat en de aandeelhouders van handelsondernemingen of plantages.
Om de handel en expansie in de overzeese gebieden goed te regelen, kwam ook al snel de bouw van een heel bestuurlijk apparaat op gang.
Met grof geweld werd binnen bestaande landen een heel nieuw land opgebouwd met eigen regels en betalingsmiddelen, om vervolgens veel geld te verdienen aan de grond en de oorspronkelijke bewoners.
Naast de handel in landbouwproducten ontstond er ook een georganiseerde handel in mensen. Tot slaafgemaakten werden vanuit Afrika naar Caraïbische Nederland en Suriname verscheept om daar verkocht te worden of te werk werden gesteld op de plantages. Slavernij bestond niet alleen op de plantages in Suriname. Veel minder zichtbaar maar ook aanwezig was de slavernij in Indonesië. De schattingen lopen uiteen van 600.000 tot 1.100.000 tot slaafgemaakte mensen in Zuidoost Azië tijdens het Nederlandse koloniaal bewind.
Wat is er aan de hand?
Slide 8 - Open vraag
Doe: in deze slide hoeven de leerlingen alleen de vraag te beantwoorden die op de slide staat. Hun interpretaties/vragen/reacties komen aan bod in de volgende slides/bij de volgende vragen.
Klik op de afbeelding om deze beeldvullend te tonen.
Waarom denk je dat?
Slide 9 - Open vraag
Doe: laat de leerlingen deze vraag beantwoorden op basis van de eerste observatie in de vorige slide.
Klik op de afbeelding om deze beeldvullend te tonen.
Wat zie je nog meer?
Slide 10 - Open vraag
Doe: beantwoord de derde vraag: 'wat zie je nog meer'.
Klik op de afbeelding om deze beeldvullend te tonen.
Bak met gloeiend heet ijzer dat na verkoop in de huid van de verkochte vrouw en haar kinderen zal worden gedrukt met het teken van hun nieuwe eigenaar.
Hier staat een vrouw met haar twee kinderen die te koop worden aangeboden. Alle drie hebben zij een bloot bovenlijf.
Aan haar ontblote bovenlijf zie je dat zij tot slaaf is gemaakt.
De mannen in pakken met hoge hoeden doen een bod.
De veilingmeester staat klaar met zijn hamer om op de tafel te slaan bij het hoogste bod.
Koeien en mensen op dezelfde markt per opbod verkocht.
Verkoop van tot slaafgemaakte vrouw
Aan hun blote bovenlijf en voeten zie je dat ze tot slaafgemaakt zijn.
Slide 11 - Tekstslide
Vraag: kijk naar deze tekening. Het is een tekening die gemaakt is van een veiling in Suriname. Wat zie je? Let op de houding van de vrouw en kinderen. En van de mensen om hen heen. Hoe zouden de moeder en haar kinderen zich voelen? Doe: klik op de rode hotspots voor toelichting bij details van de tekening.
Extra informatie: de vrouw die je hier ziet had al een tijdje een relatie met een witte man die bevriend was met Benoit, de tekenaar. De man wilde haar en haar kinderen vrijkopen en met haar trouwen. Maar op de dag van de vrijkoop overleed hij door een ongeluk. Daarom kwamen zij niet vrij en werden alsnog verkocht tegen het hoogste bod. De kinderen mochten bij hun moeder blijven. Vaak werden kinderen van hun ouders gescheiden. Dit verhaal kennen we omdat Benoit het opschreef bij deze tekening.
Tekeningen zoals deze gaven beeld aan de slavernij. Fotografie bestond in die tijd nog niet. Dit is een prent uit het boek Voyageà Surinam van Benoit.
Slide 12 - Video
Bekijk: de video met de leerlingen.
Cultuurstelsel in Indonesië 1830-1870
Slide 13 - Tekstslide
Vertel: op deze afbeelding zie je een koffie inkoop een plantage op Java in Indonesië. Het doel van de Nederlandse kolonisering van Indonesië was om zoveel mogelijk winst te maken. In de 19de eeuw werd het Cultuurstel ingevoerd. In dit systeem werd de bevolking gedwongen een deel van hun land te verbouwen met producten voor de Europese markt. Degene die geen grond bezaten, 'betaalden' met 66 dagen gedwongen arbeid per jaar. In de praktijk pakte het systeem nog heftiger uit. Vaak werd meer dan een vijfde grond in beslag genomen, waardoor de lokale voedselvoorzieningen in problemen kwam. Het Cultuurstelsel heeft Nederland veel geld opgeleverd. Geld dat bijna alleen werd uitgegeven om het Nederland te verbeteren.
Indonesiërs verzetten zich tegen de uitbuiting en gewelddadige onderdrukking waarmee Nederland in de 19e eeuw het gezag steeds verder uitbreidde. Onder aanvoering van leiders als Prins Diponegoro en Teuku Umar namen ze het op tegen het KNIL, het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger. Dit leger bestond niet alleen uit Europeanen, maar ook uit Indonesische en Ghanese soldaten.
Van welke plek is deze kaart gemaakt? Oostkust van Sumatra, een eiland van Indonesië.
Wie heeft deze kaart gemaakt?Nederlands bestuurder.
Wat laat deze kaart zien? Wat werd er verbouwd? - Druk op de hotspot en bekijk de legenda.
Welke producten zijn eetbaar?
De bevolking werd uitgebuit, er was vaak hongersnood, omdat producten als rijst waar je veel mensen mee kunt voeden werden vervangen door suiker.
Contractarbeid
Dit is een foto van een sorteerloods van tabak uit 1915-1926.
Het cultuurstelsel eindigde in 1870. Daarna werden er arbeiders uit India, Java en China geronseld om 'met een contract' tijdelijk op plantages in Noord-Sumatra en Suriname te werken.
Contractarbeiders in Noord-Sumatra ontvingen hun loon in munteenheden die de ondernemingen zelf uitgaven. Deze munten hadden alleen waarde in de ondernemingswinkel. Dit zorgde ervoor dat de arbeiders nog afhankelijker werd van het bedrijf.
Slide 15 - Tekstslide
Vraag over afbeelding: wie zijn de contractarbeiders en wie zijn de bestuurders? Waaraan zie je dat? De mensen die witte kleding dragen zijn de mensen die niet het zware werk uitvoeren en zijn dus de bestuurders.
Druk op de verschillende hotspots voor meer informatie over de contractarbeid in Indonesië.
Hoe kan je ervoor zorgen dat er economische gel
Slide 16 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat kregen de mensen ter compensatie na afschaffing van de slavernij in Suriname?
vrijverklaarde slaafgemaakten
Plantage-eigenaren
Contractarbeiders
Niks
300 gulden voor een tot slaafgemaakte
Na 5 jaar werken hadden zij recht op een eigen stuk landbouwgrond in Suriname en 100 gulden, of een gratis reis naar het land van herkomst.
Slide 17 - Sleepvraag
Vertel: de afschaffing van de slavernij betekende niet dat iedereen vrij was. Formeel eindigde de slavernij in 1860 in Indonesië en in 1863 op Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en in Caribisch Nederland. In Suriname volgden daarna tien jaren van Staatstoezicht en op Curaçao werd het paga tera-systeem ingevoerd, waarbij arbeiders verplicht een periode per jaar onbetaald moesten werken voor de plantage-eigenaren.
Daarnaast kregen de plantage-eigenaren in Suriname 300 gulden per vrijverklaarde slaafgemaakten.
Tot slaaf gemaakten kregen helemaal niks.
Na afschaffing van de slavernij (in 1860 in Indonesië en in 1863 in Suriname) en het Cultuurstelsel (1870) was gedwongen arbeid nog niet voorbij. In Suriname werd staatstoezicht ingesteld. Arbeiders uit India (vanaf 1873), Java (vanaf 1890) en China (vanaf 1853) werden vervolgens geronseld om 'met een contract’ tijdelijk op plantages in Noord-Sumatra en Suriname te werken.
Doe: laat de leerlingen de sleepopdracht uitvoeren.
Bespreek: wanneer je geld verdiend en "rijk" wordt geef je deze rijkdom ook weer door aan jouw kinderen. Dit zelfde geldt ook voor bedrijven. Zo heeft bijvoorbeeld de Nederlandse Bank afgelopen jaar (2022) excuses aangeboden voor het slavernijverleden van de bank.
Slide 18 - Tekstslide
Vertel: tegenwoordig is slavernij in vrijwel alle landen verboden. Toch werken nog altijd miljoenen mensen in slavernij of in andere vormen van gedwongen arbeid. Kinderen die in mijnen kobalt moeten zoeken voor onze smartphones, of cacao plukken voor onze chocoladerepen. Aziatische contractarbeiders die het voetbalstadion bouwen voor het WK Voetbal 2022 in Qatar.
Niet al deze vormen van dwangarbeid zijn een erfenis van het kolonialisme. Maar er zijn duidelijk overeenkomsten tussen kolonialisme en de manier waarop vandaag de dag contract- of gastarbeiders worden uitgebuit en worden gezien als minderwaardig en minder menselijk.
Op de afbeelding zie je mannen in Congo staan in het water om kobalt, dat wordt gebruikt in batterijen en accu's, te zeven.
Foto credits: Luca Catalano Gonzaga
Als je iets koopt, ben je niet verantwoordelijk voor de omstandigheden waarin dat product wordt gemaakt.
eens
oneens
Slide 19 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Als je iets te goedkoop koopt (bv. kleding, chocola) draag je bij aan economische ongelijkheid.
eens
oneens
Slide 20 - Poll
Deze slide heeft geen instructies
Evaluatie
Slide 21 - Tekstslide
Druk op de spinner en bespreek de vragen die voorbij komen.
Deze les is onderdeel van de lessenserie ontwikkeld bij Onze koloniale erfenis. Naast een vervolg les over economische ongelijkheid zijn er ook lessen over racisme, uitputting van de aarde en creatief verzet.