Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Vester College
De onderwijsspecialisten
Bezoek de website
menu
Lessen
Zoeken
‹
Terug naar zoeken
GT P2 W2 S2
Regels
Ik wil dat je:
1. luistert als ik praat
2. naar elkaar luistert
3. je spullen meeneemt
4. je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. je respectvol gedraagt naar je klasgenoten en mij
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 2
In deze les zitten
22 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Regels
Ik wil dat je:
1. luistert als ik praat
2. naar elkaar luistert
3. je spullen meeneemt
4. je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. je respectvol gedraagt naar je klasgenoten en mij
Slide 1 - Tekstslide
Wat mag je van mij verwachten?
1. Als je naar mij luistert, luister ik naar jou
2. Ik zorg dat je hier aan leren toekomt
3. Ik zorg dat je je hier veilig voelt
Slide 2 - Tekstslide
GT P2 Woche 2, Stunde 2
Herzlich Willkommen!
Ga op je plek zitten (plattegrond!)
Pak je boek, pen, schrift
Zet je tas op de grond
Slide 3 - Tekstslide
Heute
Wiederholung
Lernziel
Kontrolle Hausaufgaben
Uitleg Grammatik
Selbständige Arbeit
Check
Hausaufgaben
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Lernziel (= lesdoel)
Ik weet hoe ik regelmatige werkwoorden in het Duits moet vervoegen.
Slide 6 - Tekstslide
Kontrolle Hausaufgaben
Slide 7 - Tekstslide
Regelmatige / zwakke ww (66)
Voorbeeld: wohnen
Herr Schmidt, wo wohnen Sie?
Ich wohne in Krefeld. Und wo wohnst du?
Hallo Kinder, wo wohnt ihr?
Wir wohnen in Hamburg.
Das ist Markus. Er wohnt in Bielefeld.
Das ist Anja? Weißt du, wo sie wohnt?
Slide 8 - Tekstslide
Regelmatige / zwakke ww (66)
Voorbeeld: wohnen
Herr Schmidt, wo
wohnen
Sie?
Ich
wohne
in Krefeld. Und wo
wohnst
du?
Hallo Kinder, wo
wohnt
ihr?
Wir
wohnen
in Hamburg.
Das ist Markus. Er
wohnt
in Bielefeld.
Das ist Anja? Weißt du, wo sie
wohnt
?
Slide 9 - Tekstslide
Regelmatige / zwakke ww (66)
Voorbeeld: wohnen
Herr Schmidt, wo
wohn
en
Sie?
Ich
wohn
e
in Krefeld. Und wo
wohn
st
du?
Hallo Kinder, wo
wohn
t
ihr?
Wir
wohn
en
in Hamburg.
Das ist Markus. Er
wohn
t
in Bielefeld.
Das ist Anja? Weißt du, wo sie
wohn
t
?
Slide 10 - Tekstslide
Regelmatige / zwakke ww (66)
ik ich
jij du
hij/zij/het er/sie/es
wij wir
jullie ihr
zij (mv)/U sie / Sie
Slide 11 - Tekstslide
Regelmatige /zwakke ww (66)
ik ich wohn
e
jij du wohn
st
hij/zij/het er/sie/es wohn
t
wij wir wohn
en
jullie ihr wohn
t
zij (mv) sie / Sie wohn
en
Slide 12 - Tekstslide
Regelmatige /zwakke ww (66)
ik ich wohn
e e
jij du wohn
st
st
hij/zij/het er/sie/es wohn
t t
wij wir wohn
en en
jullie ihr wohn
t t
zij (mv) sie / Sie wohn
en en
Slide 13 - Tekstslide
Ezelsbruggetje
fe-esttenten
Slide 14 - Tekstslide
Üben
1. machen - Ich _______________ meine Hausaufgaben.
2. spielen - Wir __________________ im Park.
3. leben - Du _____________ nur einmal.
4. suchen - Ihr ______________ einen Supermarkt.
5. lachen - Sie _________________ sehr laut.
Slide 15 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden (66)
Stam eindigt op -s, -ß of -z:
ich tanz
e
du tanz
t
er/sie/es tanz
t
wir tanz
en
ihr tanz
t
sie/Sie tanz
en
Slide 16 - Tekstslide
Üben
1. putzen - Er _______________ die Schuhe.
2. grüßen - Du __________________ den Nachbar.
3. küssen - Julia _____________ Romeo.
Slide 17 - Tekstslide
Regelmatige werkwoorden (66)
Stam eindigt op -t of -d:
ich red
e
du rede
st
er/sie/es rede
t
wir red
en
ihr rede
t
sie/Sie red
en
Slide 18 - Tekstslide
Üben
1. warten - ________________ du auf mich?
2. reiten - Ilse __________________ jeden Tag eine Stunde.
3. enden - Die Party _____________ um zwölf Uhr.
Slide 19 - Tekstslide
Selbständige Arbeit
Wat: Schritt 8, Aufgaben 3 t/m 8.
Hoe: Antwoorden opschrijven in boek of schrift
Wie: Alleen
Tijd: eerste 10 minuten in stilte, daarna fluisterend overleg
Hulp: Buch 1, aantekeningen, ELO, schoudermaatje, docent
Klaar? Controleer je antwoorden bij de docent!
timer
20:00
Slide 20 - Tekstslide
Lernziel (= lesdoel)
Ik weet hoe ik regelmatige werkwoorden in het Duits moet vervoegen.
Slide 21 - Tekstslide
Hausaufgaben
Machen / maken:
Schritt 8, Aufgabe 3 t/m 8
Lernen / leren:
Vervoeging regelmatige werkwoorden
Slide 22 - Tekstslide