Vester College
De onderwijsspecialisten

Voortplanting 2 Planten en Dieren

VOORTPLANTING BIJ PLANTEN EN DIEREN
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

VOORTPLANTING BIJ PLANTEN EN DIEREN

Slide 1 - Tekstslide

Stuifmeelbuis
Stuifmeelkorrel
Eicel
Bevruchting

Slide 2 - Sleepvraag

Wat zit er in de stuifmeelbuis?
A
de kern van een eicel
B
de kern van een stuifmeelkorrel
C
een bevruchte eicel
D
een bevruchte stuifmeelkorrel

Slide 3 - Quizvraag

Wat is bevruchting?
A
versmelten kernen eicel en stuifmeelkorrel
B
groeien van de stuifmeelbuis
C
stuifmeelkorrel komt op de stempel
D
bloemen maken nectar

Slide 4 - Quizvraag

Wat ontstaat uit de bevruchte eicel?
A
een kiem
B
een vrucht
C
een bloem
D
een stengel

Slide 5 - Quizvraag

Uit welk onderdeel van de bloem komt de peper?
A
Stempel
B
Vruchtbeginsel
C
Kroonblad
D
Meeldraad

Slide 6 - Quizvraag

De pruim is gegroeid uit
.............
A
de meeldraad
B
het vruchtbeginsel
C
de eicel
D
de bloemsteel

Slide 7 - Quizvraag

De pit (het zaadje)
is gegroeid uit
.............
A
1 eicel en 1 stuifmeelkorrel
B
2 eicellen en 2 stuifmeelkorrels
C
1 eicel en 2 stuifmeelkorrels
D
2 eicellen en 1 stuifmeelkorrel

Slide 8 - Quizvraag

De 3 zaadjes
zijn gegroeid uit
.............
A
1 eicel en 1 stuifmeelkorrel
B
3 eicellen en 3 stuifmeelkorrels
C
1 eicel en 3 stuifmeelkorrels
D
3 eicellen en 1 stuifmeelkorrel

Slide 9 - Quizvraag

De appel is
gegroeid uit
.............
A
de meeldraad
B
het vruchtbeginsel
C
de eicel
D
de stuifmeelbuis

Slide 10 - Quizvraag

Kelkbladeren
Zaadbeginsel
Bloemsteel

Slide 11 - Sleepvraag

Bevruchting bij geslachtelijke voortplanting bij dieren
Bij geslachtelijke voortplanting
(eicel + zaadcel) ontstaat 
variatie in de nakomelingen.

Slide 12 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting dieren
Mannelijke geslachtscel = zaadcel
Vrouwelijke geslachtscel = eicel

Uit bevruchte eicel groeit door celdeling een nieuw dier. 
Nakomelingen hebben niet precies dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouders

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

In de celkern van elke cel ligt alle erfelijke informatie (DNA)
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Bij bevruchting bij dieren en mensen smelten de kernen van........
A
2 eicellen samen
B
1 eicel en 1 zaadcel samen
C
1 eicel en 1 stuifmeelkorrel samen
D
2 zaadcellen samen

Slide 17 - Quizvraag

UITWENDIGE bevruchting
Bevruchting BUITEN het lichaam.
-> waterdieren
Bevruchting in het water
INWENDIGE bevruchting
Bevruchting IN het lichaam.
> landdieren 

Slide 18 - Tekstslide

Als kikkers paren
komen zowel de zaadcellen als de eicellen in het water. Dit noem je....
A
Inwendige bevruchting
B
Uitwendige bevruchting

Slide 19 - Quizvraag

Bij konijnen komen de zaadcellen in het lichaam van het vrouwtje, dit noem je?
A
inwendige bevruchting
B
uitwendige bevruchting

Slide 20 - Quizvraag