Vester College
De onderwijsspecialisten

Hoe gebruik je een woordenboek

Willkommen!
Kom rustig binnen;
Pak een woordenboek

Ziel: ?

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Willkommen!
Kom rustig binnen;
Pak een woordenboek

Ziel: ?

Slide 1 - Tekstslide

Wörterbuch

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Moet je alles opzoeken?
Je hoeft niet altijd direct een woord op te zoeken:
- Soms kun je het woord 'herkennen', bijvoorbeeld aan: de klank of omdat het op een Nederlands woord lijkt
- Soms kun je de betekenis van een woord uit de context halen: Zwei Jungen aus Berlin konnten ihr Haus nicht mehr finden, sie hatten sich verirrt.



Slide 6 - Tekstslide

Wie functioniert das Wörterbuch?
1. Alfabet
2. Werkwoordsvormen
3. Meervoudsvormen
4. Samengestelde woorden 
5. Meerdere betekenissen



Slide 7 - Tekstslide

Das Wörterbuch: werkwoorden
Het woordenboek laat nooit vervoegingen van werkwoorden zien!
 
Hoe vind je dan de juiste vertaling en vorm van een werkwoord?
  • Je zoekt het hele werkwoord op in het woordenboek en past dan de werkwoordregels toe. (esttenten-regel en voltooid deelwoordregels)
  • Voorbeeld 'hij loopt': In het woordenboek vind je het hele werkwoord 'lopen' (= 'laufen').

Slide 8 - Tekstslide

Hoe zoek je 'redet': Er redet mit seiner Mutter.

Slide 9 - Open vraag

Das Wörterbuch: zelfstandig naamwoorden
In het woordenboek staan géén meervoudsvormen. Je zoekt dus altijd naar een woord in het enkelvoud! 

bv: Väter zoek je bij Vater
      Menschen zoek je bij Mensch

Slide 10 - Tekstslide

Waar zoek je de vertaling van
Feiern?

Slide 11 - Open vraag

Waar zoek je de vertaling van
Schuhe?

Slide 12 - Open vraag

Das Wörterbuch: zelfstandige naamwoorden
Daarnaast geeft het woordenboek ook andere informatie:
- geslacht (der, die, das / m, v, o)
- meervoudsvorm 




Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Das Wörterbuch: samengestelde woorden
De meesten samengestelde woorden staan niet in het woordenboek.
 
Hoe vind je dan de juiste vertaling van een woord?
  • Haal 't woord uitelkaar en zoek de losse woorden op
  • Haustür -> Haus + Tür = huisdeur of voordeur
  • Hundenrasse -> Hund + Rasse = hondenras (soort hond)

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel woorden moet je hiervoor zoeken Fußbodenschleifmaschinenverleih?

Slide 16 - Open vraag

Das Wörterbuch: meerdere betekenissen 

Sommige woorden hebben meerdere betekenissen: gebruik niet de eerste betekenis die in het woordenboek staat, maar kijk of het past in de zin/context!

Slide 17 - Tekstslide

Zusammengefasst...
In het woordenboek vind je:
  1. alleen hele werkwoorden, geen vormen van een werkwoord
  2. alleen enkelvoud van zelfstandig naamwoorden, geen meervoud
  3. alleen losse woorden, geen samengestelde woorden

Slide 18 - Tekstslide

Hoe zoek je Großstädte op in het woordenboek?
A
Großstädte
B
Groß en Städte
C
Groß en Stadt
D
Groß en Stad

Slide 19 - Quizvraag

Hoe zoek je Entwicklungsländer op in het woordenboek
A
Entwicklungs Länder
B
Entwicklung en Land
C
Entwicklungsländer

Slide 20 - Quizvraag

Welk woord komt eerder?
A
sohlen
B
Sohlenbreite
C
söhlig
D
Sohlleder

Slide 21 - Quizvraag

Welk woord komt eerder?
A
Total
B
Tonne
C
Totenehrung
D
Töpf

Slide 22 - Quizvraag

Welk woord komt eerder?
A
Vollos
B
Vollkraft
C
Vollstufe
D
Vollhuf

Slide 23 - Quizvraag

Uit welke twee woorden bestaan het volgende samengestelde zelfstandig naamwoord: Polizeipraktikum

Slide 24 - Open vraag

Pak het woordenboek en zoek de eerste betekenis van dit woord op:
Einflüsse

Slide 25 - Open vraag

Pak het woordenboek en zoek de eerste betekenis van dit woord op:
Gegenstand

Slide 26 - Open vraag

Wat betekent
Fußbodenschleifmaschinenverleih?

Slide 27 - Open vraag

Fußbodenschleifmaschinenverleih
betekent zoveel als
Verhuur van vloerschuurmachines

Slide 28 - Tekstslide