Vester College
De onderwijsspecialisten

Stambomen

Stambomen
H3 basisstof 4
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Stambomen
H3 basisstof 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een stamboom is en hoe je deze kunt lezen.
  • Aan het einde van de les kun je genotypen afleiden uit een gegeven stamboom.
  • Aan het einde van de les kun je bepalen welk allel dominant en welk allel recessief is.
  • Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe een eigenschap zoals haarkleur in een familie wordt doorgegeven.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over stambomen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn stambomen?
  • Een representatie van de overerving van genotypen binnen een familie.
  • Mannen worden weergegeven door vierkantjes en vrouwen door rondjes.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lees je een stamboom?
  • Uit een stamboom kun je afleiden welke genotypen de ouders en nakomelingen hebben.
  • Je kunt ook bepalen welk allel dominant en welk allel recessief is.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld van een stamboom
  • Gezin met beide ouders en twee van de drie kinderen hebben bruin haar.
  • Eén kind heeft blond haar.
  • Dit kan alleen gebeuren als beide ouders heterozygoot zijn.
  • Het blonde kind is homozygoot recessief (aa).
  • Kinderen met bruin haar kunnen homozygoot dominant (AA) of heterozygoot (Aa) zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
  • Stamboom: Een diagram dat de genetische relaties tussen de leden van een familie over verschillende generaties heen toont.
  • Genotype: De genetische samenstelling van een individu.
  • Allel: Één van twee of meer versies van een gen die op dezelfde plaats op een chromosoom voorkomen.
  • Dominant allel: Een allel waarvan het fenotype tot uiting komt, ongeacht of het individu homozygoot of heterozygoot is voor dat allel.
  • Recessief allel: Een allel waarvan het fenotype alleen tot uiting komt als het individu homozygoot is voor dat allel.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2
A. welke personen hebben een huidtype zonder sproeten?
B. Welk allel is dominant?
C. wat is het genotype van persoon 1 en 6?
D. Wat is het genotype van persoon 3, 4 en 5?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.