Vester College
De onderwijsspecialisten

1F Getallen - SCORE Rekenen, handig rekenen, schatten, splitsen, rond getal, aanvullen

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolPraktijkonderwijsvmbo, mavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Rekencursus 9 Methode: SCORE Rekenen 1F, les 2 e.v. Uitleg, voorbeelden, instructie, oefenen en nabespreken

Instructies

Inhoud:

  1. Rekenmachine
  2. Schatten: + - x :
  3. Splitsen + - x :
  4. Rekenen via een rond getal: + - x :
  5. Aanvullen tot een rond getal: + -
  6. Rekenen met nullen: + - x :

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Rekencursus 9
Handig rekenen


Getallen 1F

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze cursus:

  1. Rekenmachine
  2. Schatten: + - x :
  3. Splitsen + - x :
  4. Rekenen via een rond getal: + - x :
  5. Aanvullen tot een rond getal: + -
  6. Rekenen met nullen: + - x :

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


1. Rekenmachine

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De rekenmachine gebruiken

  • Op de rekenmachine typ je nooit een scheidingsteken (punt of spatie).
  • De punt op de rekenmachine kan een komma betekenen (nl. als deze Amerikaans is ingesteld)
  • Een komma gebruik je alleen voor decimale getallen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Als je 3.025 bedoelt, 
typ je op de rekenmachine 3025. 

Als je 1,50 bedoelt, 
typ je op de rekenmachine 1.50.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het juiste antwoord?
345 + 761 = ?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


2. Schatten + - x :

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schatten

Het maken van een schatting is handig wanneer je iets snel wilt uitrekenen. Dit doe je door het getal af te ronden. Maak alleen een schatting als je iets niet precies hoeft te weten.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tip

Bij het teken '=' reken je iets precies uit.

Bij het teken '≈' reken
je iets ongeveer uit.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schat het juiste antwoord:
1250 + 7 ≈ ?

A
Ongeveer 1250
B
Ongeveer 1270
C
Ongeveer 1260
D
Ongeveer 1240

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


3. Splitsen + - x :

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Splitsen

Soms kun je een som makkelijker maken door 
hem te splitsen in twee kleinere sommen. 
De uitkomsten van de twee kleinere sommen
tel je bij elkaar op om het uiteindelijke
antwoord te krijgen. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
De som 6 x 36 kun je
splitsen in:

6 x 30 = 180
en 
6 x 6 = 36
Tel op. 
Antwoord: 6 x 36 = 216

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe splits je de som:
5 x 46 = ?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

4. Rekenen via een rond getal: + - x :

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen via een rond getal

Rekenen via een rond getal is handig,
omdat je ongeveer weet wat het antwoord
zal zijn. Op het moment dat je de som precies
gaat uitrekenen, heb je een idee of het antwoord
in de juiste richting zit.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
748 + 48 = ?

Van deze som maak je
in gedachten: 750 + 50 = ?

Je weet dat het antwoord dan ongeveer 800 is.

Slide 18 - Tekstslide

Wijs de leerlingen op het feit dat je bij dit voorbeeld eerst 2 hebt opgeteld, dus dat die er later weer af moeten. 

Het antwoord zal 798 zijn.
Welke som maak je in gedachten?
621 + 81 =
A
620 + 80 =
B
630 + 80 =
C
620 + 85 =

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5. Aanvullen tot een rond getal: + -

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanvullen

Het kan ook handig zijn om getallen 
in gedachten eerst aan te vullen 
tot ronde getallen.

Let op: daarna moet je het antwoord wèl corrigeren.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tip

Wat je aanvult,
trek je later weer van het antwoord af.

Bekijk het voorbeeld!

Slide 22 - Tekstslide


Voorbeeld
729 + 69 = ?

Bij 729 tel je 1 op, dan heb je 730.
Bij 69 tel je ook 1 op, dan heb je 70. 
Dus 730 + 70 = 800. Je hebt 2 opgeteld.

Aangezien je er 2 bij op hebt geteld,
moeten ze er weer vanaf. 800 - 2 = 798. 
Dus 729 + 69 = 798. 

Slide 23 - Tekstslide

Wijs de leerlingen op het feit dat je bij dit voorbeeld eerst 2 hebt opgeteld, dus dat die er later weer af moeten. 

Het antwoord zal 798 zijn.
Hoeveel vul je in totaal aan om ronde getallen te krijgen: 348 + 47 = ?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

6. Rekenen met nullen:
+ - x :

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen met nullen

Getallen kun je makkelijk met 10, 100 en 1000 vermenigvuldigen door nullen achter
het getal te 'plakken'.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
6 x 400 = ?

Haal eerst de nullen eraf.
Dan heb je 6 x 4 = 24.

Plak de nullen weer achter het antwoord.

6 x 400 = 2400.

Slide 27 - Tekstslide


Wat is het juiste antwoord?
7 x 300 =
A
21.000
B
21
C
210
D
2100

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen met nullen

Getallen kun je makkelijk delen 10, 100 en 1000 
door de nullen 'tegen elkaar weg te strepen'.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
560 : 70 = ?

Streep de nullen tegen elkaar weg.
Dan heb je 56 : 7 = 8.

Nu heb je het antwoord gevonden.
560 : 70 = 8.

Slide 30 - Tekstslide

Wijs de leerlingen op het feit dat je bij dit voorbeeld eerst 2 hebt opgeteld, dus dat die er later weer af moeten. 

Het antwoord zal 798 zijn.
Wat is het juiste antwoord?
550 : 55 = ?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt nu geleerd over:

    • Rekenen met de rekenmachine
    • Rekenen via een rond getal
    • Aanvullen tot een rond getal
    • Rekenen met nullen
    • Schatten
    • Splitsen


    Oefen hiermee in SCORE.

    Slide 32 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Nabespreking

    Slide 33 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Welke vragen heb je nog?

    Slide 34 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies