In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
Taalweetjes
Slide 1 - Tekstslide
Nederlands over de grens
Slide 2 - Tekstslide
Sommige vreemde talen lijken zelfs op het Nederlands, zoals het Afrikaans. Deze taal wordt in het zuidelijk deel van Afrika gesproken. Dat komt doordat een deel van Zuid-Afrika vroeger een Nederlandse kolonie was. Veel woorden zijn nog steeds herkenbaar.
Nederlandse woorden kom je ver
over de landsgrenzen tegen.
Slide 3 - Tekstslide
Kun jij bedenken wat het volgende woord betekent?
moltrein
Slide 4 - Tekstslide
Kun jij bedenken wat het volgende woord betekent?
moltrein
Slide 5 - Tekstslide
moltrein = metro
(een trein onder de grond)
Slide 6 - Tekstslide
wat zou de volgende Afrikaanse waarschuwing betekenen? ‘Moe nie hysbak gebruik ten tye van ’n brand nie, gebruik trappe.’
A
De hijskraan niet gebruiken, gebruik de trap.
B
In deze tijden gebruik je de trap.
C
Gebruik bij brand niet de lift, gebruik de trap.
D
Als de lift het niet doet bij brand, geef dan een trap.
Slide 7 - Quizvraag
LEENWOORDEN
Dit zijn woorden die wij lenen uit een andere taal.
horloge - Frans
computer - Engels
Slide 8 - Tekstslide
UITLEENWOORDEN
Nederlandse woorden die in andere talen woorden gebruikt.
baas = het meest uitgeleende woord
bas - Zweeds
bosi - Chinees
boss - Engels
Slide 9 - Tekstslide
UITLEENWOORDEN
Hoeveel woorden kan jij vinden voor
het woord 'pomp'?
Volgens onderzoek zijn het er 48!
Slide 10 - Tekstslide
pomp = wordt 48 keer uitgeleend
Pomp - Afrikaans
pompa - Bulgaars, Italiaans, Maltees, Pools
pompe - Frans
ponpu - Japans
pump - Engels, Zweeds
pumpe - Deens, Duits
pumppu - Fins
Slide 11 - Tekstslide
BIJ DE BUREN
Ook dichter bij huis kun je met Nederlands goed uit de voeten, namelijk in buurland België.
In het noordelijke deel, Vlaanderen, is Nederlands de officiële taal. Toch zijn sommige woorden net een beetje anders.
Slide 12 - Tekstslide
Test je kennis in het Vlaams
In elke zin staat een vetgedrukt Vlaams woord.
Wat denk jij dat het woord betekent?
De amusatie ermee!
Slide 13 - Tekstslide
Mijn nonkel heeft zijn been gebroken.
A
hond
B
oom
C
paard
Slide 14 - Quizvraag
Hip-hopartiest Tourist LeMC heeft nieuwe muziek klaar: “Zonder zwanzen: ik vind dit de beste plaat die ik ooit gemaakt heb.”
A
de waarheid zeggen
B
onzin praten
C
zweten
Slide 15 - Quizvraag
Met een duimspijker prikt Dolf een foto aan de muur.
A
punaise
B
schroef
C
wasknijper
Slide 16 - Quizvraag
Het was plezant in de zoo van Antwerp.
A
druk
B
leuk
C
saai
Slide 17 - Quizvraag
Bravo! We zijn allemaal heel fier op jou.
A
blij
B
boos
C
trots
Slide 18 - Quizvraag
De buitenwipper had me niet zien binnenkomen.
A
gastheer
B
konijn
C
portier
Slide 19 - Quizvraag
Ik ben mijn dagklapper alweer vergeten!
A
agenda
B
tas
C
schrift
Slide 20 - Quizvraag
Dat zoekertje van die scooter wordt vaak gedeeld.
A
GPS-systeem
B
toeter
C
advertentie
Slide 21 - Quizvraag
Een klavier dat door meerdere mensen wordt gebruikt, bevat veel bacteriën.
A
snijplank
B
toetsenbord
C
wc-bril
Slide 22 - Quizvraag
Zonder kletterpet op uw scooter rijden, is gevaarlijk.