In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Introductie
Het koloniale verleden heeft de wereld van nu gevormd. Wat merk jij vandaag nog van het koloniale verleden?
Deze lessen zijn ontwikkeld door het Tropenmuseum en Fawaka Wereldburgerschap ter gelegenheid van de tentoonstelling Onze koloniale erfenis in het Tropenmuseum.
Op www.tropenmuseum.nl/nl/onderwijs en www.fawakawereldburgerschap.nl vind je ons gehele onderwijsaanbod.
Onderdelen in deze les
Onze koloniale erfenis
Verzet en het koloniaal verleden
Slide 1 - Tekstslide
Beeldmateriaal: Made Bayak, Sanghyang the secret of Pertiwi dance, Indonesië, Bali (2017)
Dit kunstwerk is te zien in de tentoonstelling Onze koloniale erfenis in het Tropenmuseum.
Doen
Lezen
Praten
Kijken
Aan het eind van deze les:
... weet je dat er altijd verzet is geweest tegen het kolonialisme en slavernij en dat dit verzet verschillende vormen kent.
Leerdoel en symbolen
Slide 2 - Tekstslide
Bespreek met de leerlingen de symbolen en het doel van de les.
Waar denk je aan bij verzet?
Slide 3 - Woordweb
Doe: laat de leerlingen antwoord geven op de vraag: Waar denk je aan bij verzet? Bespreek de woorden in het woordweb. Vertel: tijdens de koloniale periode was er voortdurend klein en groot verzet. Ondanks de gruwelijke straffen die stonden op vluchten, bleven tot slaaf gemaakte mensen ontsnappen.
In de komende slides zien we verschillende voorbeelden van gewapend verzet en opstand. In de vervolg lessen zie je andere vormen van verzet (creatief).
Wat is hier aan de hand?
Slide 4 - Tekstslide
Doe: er volgen nu drie dezelfde prenten meet steeds een andere vraag. Stel de vraag: 'wat is hier aan de hand?' aan de leerlingen. De leerlingen hoeven nog geen interpretatie te geven op waarom ze dat denken.
Vertel: dit is een Boni-soldaat met een geweer, een buidel voor munitie en een hakbijl. Op de grond ligt een schedel en een bot van een mens. Op de achtergrond lopen nog twee mannen met geweren. Boni-soldaten schoten op achtervolgers die te dicht bij hun dorp kwamen. De schedel en het bot zijn waarschijnlijk van zo’n achtervolger.
Waar denk je aan?
Slide 5 - Tekstslide
Doe: stel de tweede vraag waar de leerlingen aan moeten denken nu ze deze tekening hebben gezien.
Vertel: dit is een Boni-soldaat met een geweer, een buidel voor munitie en een hakbijl. Boni zou geboren zijn rond 1730 in Suriname. Zijn vader was een Nederlandse plantage eigenaar en zijn moeder een tot slaaf gemaakte. Zijn moeder sloot zich aan bij de marrons in de jungle en beviel daar van een baby: Boni.
In 1765 werd Boni zelfs leider van een groep marrons die later zijn naam zouden dragen: de Boni’s. Hij trainde zijn mensen tot beruchte strijders. Met regelmaat vielen zij plantages aan, bevrijdden de tot slaaf gemaakten en plunderden voorraden. 20 jaar lang ging Boni door met zijn strijd tegen de onderdrukkers.
Uiteindelijk werd hij op 19 februari 1973 verraden en gedood.
Wat zie je nog meer?
Slide 6 - Tekstslide
Doe: Laat de leerlingen nogmaals naar de tekening kijken en vraag of ze nog meer zien. Vertel: onder aanvoering van strijders zoals Boni (ca. 1730 – 1793) kwamen slaafgemaakte mensen in Suriname in opstand en ontvluchtten ze de plantage. Zij en hun nazaten staan bekend als de Marrons. In de dichte bossen van Suriname bouwden de Marrons met veel succes een nieuwe wereld. Er bestaan zes groepen Surinaamse Marrons, die ieder hun eigen taal en cultuur hebben: Aluku, Kwinti, Matawai, Okanisi, Paamaka en Saamaka.
Is dit vrijheid?
Slide 7 - Tekstslide
Kijk samen naar de afbeelding. Stel de vragen:Wat zie je?Dit is een manumissiebrief. Een manumissiebrief is een vrijlatingsverklaring. Van wie is deze brief? Mimie Ze krijgt in deze brief een nieuwe naam: Maria Arkard.
Zij kreeg deze brief toen ze 2 jaar oud was. Zie je de vouwen in het blad? Al die tijd droegen de vrijgemaakte slaven dit bij zich om te bewijzen dat ze vrij waren.
Hoe vrij ben je?
Achtergrondinformatie: de afschaffing van de slavernij (Emancipatie) in Suriname en op de Antillen gebeurt niet van de ene op de andere dag. Lang wordt er gesproken over wanneer en hoe het zou moeten gebeuren. De meeste plantage-eigenaren zijn het niet eens met de afschaffing en eisen daarom vergoedingen van de staat. Na jaren van onderhandelen wordt de Emancipatiewet op 9 juli 1862 aangenomen door de Tweede Kamer. Vanaf 1 juli 1863 wordt de slavernij opgeheven. Bij de Emancipatiewet liggen de belangen van de plantage-eigenaren voorop. Zij krijgen voor elke slaafgemaakte een vergoeding van de staat. De toen vrijgemaakten zijn na 1863 nog steeds niet vrij. In Suriname worden zij gedwongen om nog tien jaar te blijven werken op plantages tegen een laag loon. Alleen mensen die een ambacht uitoefenen hoeven dat niet. Ook op de voormalige Antillen kregen de pas vrijgemaakten te maken met een regeling. Ook deze regeling had het doel om vrijgemaakten zoveel mogelijk verplicht werk te laten doen.
Slide 8 - Tekstslide
Vertel: geweld is een van de fundamenten waarop het kolonialisme was gebouwd. Om landen te bezetten, lage prijzen af te dwingen of productie op te schroeven, gebruikten de Europeanen zwaarden, geweren en kanonnen.
Op dit schilderij zie je Untung Suropati (voor 1660 – 1706). Hij was een tot slaaf gemaakte Balinees die was opgeleid tot VOC-soldaat. Hij keerde zich tegen de Hollanders en vluchtte naar Sultan Amangkurat in Midden-Java. De militaire VOC-diplomaat Kapitein Tack (1650 – 1686) wilde hem daar gevangennemen, maar Suropati doodde hem en een deel van zijn gevolg. Suropati is een van de Pahlawan Nasional Indonesia, nationale helden van Indonesië.
Welk figuur is Suropati?
Slide 9 - Open vraag
Antwoord: Surapati is met witte kleding afgebeeld. Klein postuur, kleine neus, kleine ogen, haar bedekt. Verfijnt. In de Indonesische beeldtaal is dat de ‘goede’ kant. Hij draagt een kris, zoals de meeste helden in Indonesië. Hij staat daarom samen met zijn medestanders aan de rechterkant. Kapitein Tack is rood gekleed. Zijn hoofddeksel is afgevallen. Groot en lomp. Met sabel. De ‘vijand’. Dit is een voorbeeld van hoe het cultureel bepaald kan zijn hoe je een afbeelding “leest". Surapati vocht voor zijn vrijheid. Je kunt je verzetten met wapens dat is een manier.
Wat voor andere vormen van verzet zijn er zonder geweld?
Slide 10 - Woordweb
Vertel: we hebben diverse vormen van verzet met geweld gezien.
Vraag: laat de leerlingen de vraag van het woordweb beantwoord: wat voor andere vormen van verzet zijn er zonder geweld?
Vertel: in de volgende les die aansluit op dit onderwerp gaat het over diverse vormen van creatief verzet.
Evaluatie
Slide 11 - Tekstslide
Doe: druk op de spinner en bespreek de vragen die voorbij komen.
Over dit thema zijn nog twee extra lessen gemaakt. Een vervolg op deze les zijn twee lessen. In de tweede les kom je meer te weten over verschillende vormen van creatief verzet. In de laatste les in deze serie krijgen de leerlingen een creatieve opdracht dit aansluit bij het creatief verzet.
Tot ziens in het Tropenmuseum!
In het museum ontdek je meer...
Slide 12 - Tekstslide
Ben je opzoek naar meer lesmateriaal? Bekijk de pagina's: Wereldactiviteiten