Vester College
De onderwijsspecialisten

3GT Max editie > H3 geld over en te kort - Budgetteren

Budgetteren
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Budgetteren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je een budgetplan maken.
  • Aan het einde van de les kun je je inkomsten en uitgaven analyseren.
  • Aan het einde van de les kun je prioriteiten stellen en bezuinigen bij een tekort.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over budgetteren?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het belang van budgetteren
  • Budgetteren helpt je inzicht te krijgen in je inkomsten en uitgaven.
  • Het laat zien of je geld overhoudt of tekortkomt.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het opstellen van een budgetplan
  • Bereken je gemiddelde maandelijkse inkomsten en uitgaven.
  • Zet je uitgaven in drie hoofdgroepen: vaste lasten, dagelijkse uitgaven, en incidentele uitgaven.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling van uitgaven in hoofdgroepen
  • Vaste lasten: Uitgaven die regelmatig terugkomen, zoals huur en energierekeningen.
  • Dagelijkse uitgaven: Alle uitgaven voor verbruiksgoederen, zoals boodschappen en vervoer.
  • Incidentele uitgaven: Grote aankopen die niet vaak voorkomen, zoals vakanties of elektronica.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bezuinigen en prioriteiten stellen bij een tekort
  • Bezuiniging is nodig als je uitgaven hoger zijn dan je inkomsten.
  • Stel prioriteiten en bepaal lagere budgetten voor minder belangrijke uitgaven.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitielijst
  • Budgetteren: Het proces van inzicht krijgen in je inkomsten en uitgaven.
  • Budgetplan: Een overzicht van je inkomsten en uitgaven.
  • Vaste lasten: Uitgaven die op vaste tijden terugkomen.
  • Dagelijkse uitgaven: Alle uitgaven voor verbruiksgoederen.
  • Incidentele uitgaven: Grote aankopen die niet zo vaak voorkomen.
  • Bezuinigen: Het proces van het verminderen van uitgaven door prioriteiten te stellen en lagere budgetten vast te stellen voor minder belangrijke uitgaven.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H3 paragraaf 3
Maken: opdracht 1 t/m 5 + werkblad uitgaven voor jou persoonlijk en werkblad cirkeldiagrammen over budgetteren.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies