In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Voortplanting bij planten en dieren
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen dat bij bevruchting elk van de ouders de helft van de chromosomen levert.
Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting.
Slide 2 - Tekstslide
Doorgeven van je genen...
het doel van voortplanting
Slide 3 - Tekstslide
Erfelijke eigenschappen
Slide 4 - Tekstslide
Celkern
Bij geslachtelijke voortplanting komen de chromosomen van twee organismen bij elkaar in de bevruchte eicel.
Zaadplanten:
50% chromosomen komt uit eicel
50% chromosomen komt uit de stuifmeelkorrel
Slide 5 - Tekstslide
Geslachtelijke voortplanting
Voorbeeld:
Een eicel van een roze bloem kan worden bevrucht door een stuifmeelkorrel van een witte bloem. Na de bevruchting -> zaad met een kiem.
Uit de kiem -> nieuwe plant. De nieuwe plant heeft lichtroze bloemen.
Slide 6 - Tekstslide
Terugblik: de bouw van een bloem
Mannelijk geslachtsorgaan
Vrouwelijk geslachtsorgaan
Slide 7 - Tekstslide
Vruchten
Na de bevruchting = bloemen uitgebloeid.
Zaadbeginsels met de bevruchte eicellen gaan groeien -> zaadbeginsel groeit uit tot een zaad.
Zaad =embryo.
Slide 8 - Tekstslide
Wanneer een stuifmeelkorrel op de stamper komt spreken we van...
A
Bevruchting
B
Bestuiving
C
Planten sex
D
Zaadverspreiding
Slide 9 - Quizvraag
Je ziet hiernaast een appel. Hoeveel vruchten en zaden zie je?
A
1 vrucht
1 zaadje
B
1 vrucht
2 zaadjes
C
2 vruchten
1 zaadje
D
2 vruchten
2 zaadjes
Slide 10 - Quizvraag
Welk nummer wordt later een vrucht met zaden?
Is dit deel mannelijk of vrouwelijk?
A
Nummer 2
Mannelijk
B
Nummer 2
Vrouwelijk
C
Nummer 7
Mannelijk
D
Nummer 7
Vrouwelijk
Slide 11 - Quizvraag
Geslachtelijke voortplanting dieren
Mannelijke geslachtscel = zaadcel
Vrouwelijke geslachtscel = eicel
Uit bevruchte eicel groeit door celdeling een nieuw dier.
Nakomelingen hebben nietprecies dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouders
Slide 12 - Tekstslide
Uitwendige bevruchting
= bevruchting buiten het lichaam. (bijvoorbeeld kikkers)
Bij kikkers zit het mannetje tijdens de paring boven op het vrouwtje. Het mannetje geeft zaadcellen af net op het moment dat het vrouwtje eicellen afzet. De bevruchting vindt plaats in het water.
Slide 13 - Tekstslide
Wat is geen voorbeeld van geslachtelijke voortplanting?
A
uitwendige bevruchting
B
bestuiving van planten
C
bevruchting van een plant
D
voortplanting van vogels
Slide 14 - Quizvraag
geslachtelijke voortplanting is
A
eicel wordt bevrucht
B
zaadcel wordt bevrucht
C
altijd inwendig
D
hetzelfde als bestuiving
Slide 15 - Quizvraag
Als kikkers paren komen zowel de zaadcellen als de eicellen in het water. Dit noem je....