Vester College
De onderwijsspecialisten

1.8.1 Stappenplan zinsdelen benoemen

Nieuw Nederlands KGT2 Hoofdstuk 1



Grammatica zinsdelen (blz. 29)

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nieuw Nederlands KGT2 Hoofdstuk 1



Grammatica zinsdelen (blz. 29)

Slide 1 - Tekstslide

Stappenplan
Een stappenplan gebruik je om tot een goed eindresultaat te komen.
Vandaag gaan we het ook hebben over een stappenplan.
Een stappenplan om zinnen te ontleden.
We beginnen met grammatica zinsdelen H1.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van deze les kan je met behulp van een stappenplan zinsdelen benoemen. Je weet in welke volgorde een zin ontleed moet worden en hoe de verschillende delen heten.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog?
Welke zinsdelen ken je nog?
Hoe vind je die zinsdelen dan?
Hoe verdeel je ook alweer een zin in zinsdelen?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Persoonsvorm (PV)

De persoonsvorm is een werkwoord in de zin.

Je vindt de PV door de zin vragend  te maken; het eerste werkwoord is dan de PV!

Slide 6 - Tekstslide

Onderwerp (Ond)

Het onderwerp geeft aan wie of wat iets doet in de zin.


Ond=wie/wat + PV + overige werkwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Werkwoordelijk Gezegde (WWG)
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit ALLE werkwoorden in een zin.
Dus OOK de persoonsvorm!

Slide 9 - Tekstslide

Lijdend Voorwerp (LV)


LV=wie/wat + Ond + WWG

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wat is dan nu dus het stappenplan om zinsdelen te benoemen?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Aan het werk!


•Maak  opgave 3, 4 en 5  van 'grammatica zinsdelen' op bladzijde 29+30 van je lesboek.

Slide 14 - Tekstslide

OEFENING

Maak enkelvoud of meervoud van de persoonsvorm.


Bijvoobeeld:

In Dubai staat een waanzinnig hotel

In Dubai staan waanzinnige hotels

Slide 15 - Tekstslide

Wat heb je nu geleerd?
Het stappenplan om zinnen te ontleden.
Eerst zoek je de...
Dan doe je de...
Vervolgens zoek je het...
Daarna benoem je het...
Tot slot zoek je het...

Slide 16 - Tekstslide