Spelling Nederlands enkelvoudige zin/ samengestelde zin
Spelling Nederlands enkelvoudige zin/ samengestelde zin
De Persoonsvorm.
De persoonsvorm in de enkelvoudige zin.
De persoonsvorm in de samengestelde zin.
1 / 6
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
In deze les zitten 6 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Spelling Nederlands enkelvoudige zin/ samengestelde zin
De Persoonsvorm.
De persoonsvorm in de enkelvoudige zin.
De persoonsvorm in de samengestelde zin.
Slide 1 - Tekstslide
Een enkelvoudige zin heeft één persoonsvorm.
Bijvoorbeeld:
Hij komt op tijd op school.
Slide 2 - Tekstslide
Samengestelde zin
Een samengestelde zin bestaat uit meer dan één zin.
Elke zin heeft een eigen persoonsvorm.
Een samengestelde zin
Een zin met meer dan 1 persoonsvorm noemen we een samengestelde zin. Een samengestelde zin kan bestaan uit: hoofdzinnen of uit (een) hoofdzin(nen) en (een) bijzin(nen).
Slide 3 - Tekstslide
Hoofdzin en bijzin
In een hoofdzin staan de persoonsvorm en het onderwerp vaak naast elkaar.
In een bijzin staan de persoonsvorm en het onderwerp meestal niet naast elkaar. De persoonsvorm in de bijzin staat meestal (bijna) achteraan.
Slide 4 - Tekstslide
Iets meer uitleg over hoofzinnen.
Hoofdzinnen kunnen met elkaar verbonden worden door de voegwoorden en, maar, want of of.