Vester College
De onderwijsspecialisten

Oefenvragen Voeding Les 2

Les 2 Voeding: Gezonde voeding: De schijf van 5
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Les 2 Voeding: Gezonde voeding: De schijf van 5

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
  1. Wat zijn voedingsgewoonten.
  2. Beschrijf wat is de schijf van 5, en welke adviezen staan erin.
  3. Wat is een voedselinfectie?
  4. Leg uit wat voedselhygiene is, noem een aantal tips.
  5. Wat is kruisbesmetting ?
  6. .Welke soorten vetten er zjjn en welke gezond zijn




Je noteert de belangrijkste begrippen en hun betekenis in je schrift.
Je maakt een samenvatting. Bij elke slide zie je een pijl, dat betekent dat je iets in je schrift gaat schrijven. Dit is een verplicht onderdeel van deze les.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat is gezonder voor de mens, verzadigde vetten of onverzadigde vetten?
A
Verzadigde vetten
B
Onverzadigde vetten

Slide 4 - Quizvraag

TGT: Te Gebruiken Tot
Deze bederfelijke producten moet je meestal koel bewaren, meestal maximaal 5 dagen
A
Vlees en melk
B
Bruine bonen
C
broccoli
D
margarine

Slide 5 - Quizvraag

THT: Ten minste Houdbaar Tot
Tot welke datum heeft de producent de kwaliteit van het product garandeert.
A
Een blik knakworstjes
B
Sla
C
Vlees
D
water

Slide 6 - Quizvraag

Karin zegt: Verzadigde vetten zijn gezonder dan onverzadigde vetten
Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 7 - Quizvraag

Energie wordt in je lichaam o.a gebruikt voor het op peil houden van de lichaamstemperatuur.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag


In welke twee vakken komen voedingsmiddelen voor die rijk zijn aan voedingsvezel?
A
Vak met groenten en fruiten en Brood en granen
B
Vak met groenten en fruit en vak met vis en kip etc.
C
Vak met melk, boter en olie en vak met vis en kip etc.
D
Vak met groenten en fruit en vak met melk, boter en olie.

Slide 9 - Quizvraag

Tot welk vak behoort welk vak behoort spaghetti?
A
Het vak met Brood en granen etc.
B
Het vak met groente en fruit
C
Het vak met zuivelproducten
D
Het vak met vis, kip en vlees etc.

Slide 10 - Quizvraag

In welk vak van de
schijf van vijf
staat bloemkool?
A
Blauw
B
Groen
C
Oranje
D
Rose en Geel

Slide 11 - Quizvraag

In de Schijf van Vijf staan producten die je eet en drinkt voor een gezonde levensstijl
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de schijf van 5?
A
5 vakken met minder goede producten waar je niets uit mag nemen
B
5 vakken met alleen maar vette dingen waar je 1 keer per week iets uit mag kiezen
C
5 vakken vol goede producten waar je ieder dag iets uit kiest. Uit het ene vak wat meer dan het andere
D
5 vakken met goede en minder goede producten door elkaar Je kiest zelf de goede producten

Slide 13 - Quizvraag

In welk vak van de
schijf van vijf
zit veel zetmeel?
A
Blauw
B
Groen
C
Oranje
D
Rose en Geel

Slide 14 - Quizvraag

Hoe zorg je voor een gezond dieet volgens de schijf van vijf?
A
Eet elke dag uit elk vak evenveel
B
Eet elke dag uit alle vakken iets, in de juiste verhouding
C
Eet vooral groente en fruit
D
Eet weinig ongezonde dingen

Slide 15 - Quizvraag

In welke voedingsmiddelen
zitten vooral veel koolhydraten?
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Bacteriën en schimmels kunnen zich goed voortplanten in de keuken omdat het er vaak warm en vochtig is.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 17 - Quizvraag


Kruisbesmetting kun je voorkomen door
A
Verschillende snijplanken voor fruit en voor groente te gebruiken
B
Verschillende snijplanken voor vlees en voor groente te gebruiken

Slide 18 - Quizvraag

Wat klopt?
A
1 kcal = 420 kJ
B
1 kJ = 4,2 kcal
C
1 kcal = 42 kJ
D
1 kcal = 4,2 kJ

Slide 19 - Quizvraag

Op het etiket van een pak koekjes staat:
voedingswaarde per 100 g: energie 200 kJ.

Hoeveel kilocaloriën is 200 kJ?
A
40 kcal
B
48 kcal
C
52 kcal
D
58 kcal

Slide 20 - Quizvraag


Hoeveel kcal bevat een portie
A
1318
B
311
C
93
D
395

Slide 21 - Quizvraag

Je ziet een deel van ee n etiket.
Hoeveel kcal zit er ONGEVEER in 50 GRAM havermout
A
355
B
1493
C
746
D
177

Slide 22 - Quizvraag


3 kcal is ongeveer .......kJ
A
0,8 kJ
B
7,6 kJ
C
12,5 kJ
D
9 kJ

Slide 23 - Quizvraag

Kan iemand die overgewicht heeft ook ondervoed zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Wat kan een oorzaak zijn van overgewicht bij kinderen die veel bezig zijn met gamen?
A
Te veel eten
B
Te weinig beweging
C
Te weinig slaap

Slide 25 - Quizvraag

In vitamines, mineralen en water zitten geen kcal.
Karel eet 2 stroopwafels.
Hardlopen kost ong. 450 kcal per uur
Fietsen kost ong. 160 kcal per uur
Karel loopt 15 min. hard en fiets 45 min. Heeft hij de stroopwafels verbrandt?

A
ja ik heb een berekening gemaakt
B
nee ik heb een berekening gemaakt

Slide 26 - Quizvraag

Wat kan je doen aan overgewicht?
A
Maaltijden overslaan
B
Ongezond eten
C
Meer bewegen/sporten
D
Meer bewegen en je eetpatroon aanpassen

Slide 27 - Quizvraag

Gemiddeld:
Aan hoeveel calorieën heeft een man en een vrouw per dag voldoende.
A
Man: 2000 cal Vrouw: 2000 cal
B
Man: 2000 cal Vrouw: 2500 cal
C
Man: 2500 cal Vrouw: 2000 cal
D
Man: 3000 cal Vrouw: 2500 cal

Slide 28 - Quizvraag


BMI staat voor
A
Je gewicht in verhouding tot je lengte
B
Je gewicht in verhouding tot je leeftijd
C
Je leeftijd in verhouding tot je lengte

Slide 29 - Quizvraag

Welk voedingsmiddel adviseer je aan een mager en zeer actief persoon? 
Volgende slide kies je het juiste antwoord

Slide 30 - Tekstslide

Welk voedingsmiddel zal je adviseren aan een mager en zeer actief persoon?
A
Emmentaler
B
Groentespread
C
Pindakaas
D
Geitenkaas

Slide 31 - Quizvraag

Welk voedingsmiddel zal je voor een persoon met 'obstipatie' adviseren?
Volgende slide kies je het juiste antwoord

Slide 32 - Tekstslide

Welk voedingsmiddel zal je voor een persoon met 'obstipatie' adviseren?
A
Pindakaas met stukjes noot
B
Gruyere
C
Groentespread
D
Sesampasta

Slide 33 - Quizvraag