Vester College
De onderwijsspecialisten

Gelijke kansen



DIVERSITEIT
Pluriforme samenleving
GELIJKE KANSEN: VOOROORDELEN
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapsonderwijsLOB+1Middelbare schoolMBOvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6Studiejaar 1-4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Instructies

Deze les is ontworpen om klassikaal te geven. Na het afronden van de module komen de jongeren zelf in actie. Jongeren kunnen individueel, in groepjes of klassikaal in actie komen.

De tussenstand die weergeven wordt in de module kan je zelf uitzetten. Klik hiervoor op 'geef les'. Ga vervolgens naar de pincode aan de linker onderzijde en klik erop. Er verschijnt een scherm met daarin de optie 'toon tussenstand'. Als je het vinkje verwijdert, wordt de tussenstand niet meer getoond.

Onderdelen in deze les



DIVERSITEIT
Pluriforme samenleving
GELIJKE KANSEN: VOOROORDELEN

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een vader en zijn zoon zijn op weg van voetbaltraining naar huis. Onderweg rijden ze een tunnel in en uit het niets komt een auto op ze af die op de verkeerde weghelft rijdt. Er volgt een frontale botsing. De vader is op slag dood. De zoon wordt met gillende sirenes naar het ziekenhuis gebracht, waar een team van chirurgen klaarstaat om de jongen te redden.

De chirurg werpt bij het binnenrijden van de patiënt een blik op het gezicht van de jongen en zegt: 'Ik kan de operatie niet uitvoeren, deze jongen is mijn zoon.'

Hoe kan dat?

Raadsel

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het antwoord is dat de chirurg de moeder van de jongen is. En, hadden jullie het goed?

Wij mensen hebben onbewust stereotypes. Zo is er onderzoek gedaan naar dit raadsel en daaruit blijkt dat slechts 15% van de proefpersonen het goede antwoord gaf. Overigens is dit onderzoek ook aangepast en herhaald met eenzelfde soort raadsel: Een moeder reed in de auto en een verpleegkundige weigerde om te assisteren tijdens de operatie. Ook in deze situatie kwamen mensen niet op het idee dat de betreffende verpleegkundige ook een vader kan zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk jij aan bij het begrip kansenongelijkheid?
VRAAG 1

Slide 9 - Tekstslide

Activeer de voorkennis door de leerlingen te vragen wat ze al weten. Laat ze elkaar aanvullen. Sta erbij stil dat dit voor iedereen iets anders kan zijn. Alle antwoorden zijn goed! 
Dit onderdeel is met name bedoeld om het thema in de klas te introduceren en het gesprek rustig op gang te brengen.

Vraag 2
Waar denk jij aan bij het begrip 'kansenongelijkheid?'
Op grond waarvan wordt het meest gediscrimineerd in Nederland?

A
GESLACHT
B
GODSDIENST
C
HERKOMST
D
SEKSUELE GEAARDHEID

Slide 10 - Quizvraag

Stel de vraag en laat de leerlingen hun antwoord op hun telefoon invoeren. 
Wanneer ze hun antwoord hebben gegeven, open je het gesprek. 
Antwoord C, Herkomst is het goede antwoord. 
Welk antwoord dachten jullie en waarom? 
Zijn jullie verbaasd over het antwoord?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Vraag 3
Waar denk jij aan bij het begrip 'kansenongelijkheid?'
Op grond waarvan wordt er op de arbeidsmarkt het meest gediscrimineerd?

A
HERKOMST
B
HANDICAP
C
LEEFTIJD
D
GESLACHT

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord A, Herkomst is het goede antwoord. In 2020 is 47% van de meldingen over discriminatie op de arbeidsmarkt op grond van herkomst of huidskleur. 16% van de meldingen gaat over discriminatie op grond van geslacht, 14% op basis van leeftijd en 9% op basis van een handicap.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

VRAAG 4
Waar denk je aan bij het woord vooroordeel?

Slide 15 - Woordweb

Laat de leerlingen nadenken over wat zij denken dat een vooroordeel is. De officiële definitie staat op de volgende slide.
Vooroordelen zijn meningen die niet op feiten zijn gebaseerd. Deze meningen gaan vaak over groepen mensen. Welk vooroordeel komt bij jou naar boven bij deze video? 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Vooroordelen zijn meningen die niet op feiten zijn gebaseerd. Deze meningen gaan vaak over groepen mensen. Welk vooroordeel komt bij jou naar boven bij deze video? 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Vraag 5
Tijd voor eerlijkheid: heb jij vooroordelen?
A
JA
B
NEE

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen heeft vooroordelen. Daar kunnen we niets aan doen. Wat we met die vooroordelen doen, hebben we gelukkig wel invloed op

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DISCUSSIE
VOOROODELEN KUNNEN NUTTIG ZIJN

Slide 21 - Tekstslide

Duur: uitleg en indeling 3 minuten. Uitvoer 3-5 minuten. 

Wat: In deze werkvorm gaat het klaslokaal opgesplitst worden in twee kanten. Is de groep a.d.h.v. de antwoorden op de vorige vraag natuurlijk verdeeld? Zet dan de leerlingen met 'WAAR' aan de ene kant en de leerlingen met 'NIET WAAR' aan de andere kant van het lokaal. Anders verdeel je zelf de klas in deze kampen. Ook als je het niet eens bent met de stelling moet je jouw kant proberen te verdedigen. Ook zijn er 3 "rechters" nodig. Dit zijn neutrale mensen die overtuigt moeten door de voor of tegen. 
Vergeet niet dat dit een debat is, dus iedereen laat elkaar uit praten. De docent is in het begin de debatleider. Als de docent de verantwoordelijkheid durft te geven aan een leerling om de debatleider te worden dan kan dat.

Doel: De leerlingen leren op volwassen niveau hun mening te verwoorden of, in het geval dat je bij je tegenovergestelde mening zit, nadenken over de andere mening.

LET OP! Belangrijk punt hierbij is dat vooroordelen ons wel helpen om de wereld om ons heen makkelijker te maken. Om niet alles opnieuw te moeten evalueren. Hokjes denken is menselijk, alleen leidt het dus ook tot discriminatie. Daarom moeten we ons bewust zijn van onze menselijkheid.
In hokjes denken is menselijk. Het maakt de wereld makkelijker te begrijpen. MAAR...
Vooroordelen dragen bij aan kansenongelijkheid, omdat we de mensen waar we een vooroordeel over hebben niet de kans geven om te laten zien wat ze kunnen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


VRAAG 6
Heb je wel eens in een situatie gezeten waarin je bevoor- of benadeeld werd?
JA
NEE

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Heb je weleens in zo'n situatie gezeten? Wat voor situatie was dat en hoe voelde dat?
Dit onderwerp kan gevoelig zijn. Luister naar elkaar en wees respectvol. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAAG  7
Wat kan jij tegen kansenongelijkheid doen?

Slide 25 - Tekstslide

Schrijf de antwoorden op het bord.