In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
H8 paragraaf 1
Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat arbeidsverdeling inhoudt.
Ik kan de voor- en nadelen benoemen van arbeidsverdeling.
Slide 1 - Tekstslide
arbeidsverdeling
De verdeling van werkzaamheden over verschillende personen, bedrijven of instellingen.
Slide 2 - Tekstslide
Welke arbeidsverdeling bestaat er bij jou thuis?
Slide 3 - Woordweb
Geef een voorbeeld van arbeidsverdeling tussen een gezin en een bedrijf.
Slide 4 - Woordweb
specialiseren
Je toeleggen op één taak.
Slide 5 - Tekstslide
Jeroen werkt op een callcenter. Hij beantwoordt vragen van klanten van een energiebedrijf. Maryam, een collega van Jeroen, doet hetzelfde soort werk, maar zij beantwoordt vragen van klanten van een zorgverzekeraar.
1. waaruit bestaat de specialisatie van Maryam? 2. waarom kunnen Maryam en Jeroen elkaars werk niet gemakkelijk overnemen? 3. noem een mogelijk nadeel van deze arbeidsverdeling.
Slide 6 - Open vraag
welvaart
De mate waarin mensen in hun materiële behoeften kunnen voorzien.
Slide 7 - Tekstslide
zelfvoorziening
Het voorzien in je eigen behoeften door producten zelf te maken.
Slide 8 - Tekstslide
arbeidsproductiviteit
De gemiddelde productie in een periode per werknemer of per tijdseenheid.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Slide 11 - Video
Sjef werkt in een supermarkt en zet pakken volle melk in de koeling. Deze melk zou afkomstig kunnen zijn van het bedrijf van zijn vader. De vader van Sjef is namelijk melkveehouder. Kies welke soort arbeidsverdeling hier is beschreven.
A
de arbeidsverdeling tussen de gezinsleden
B
de arbeidsverdeling tussen de werkenden in een bedrijf
C
de arbeidsverdeling tussen gezinnen en bedrijven
D
de arbeidsverdeling tussen verschillende bedrijven
Slide 12 - Quizvraag
De Nederlandse samenleving was duizend jaar geleden heel anders georganiseerd dan nu. Hierna volgen enkele kenmerken van de samenleving van toen. Geef aan welke twee kenmerken passen bij deze productie.
A
De gezinnen maakten zoveel mogelijk zelf wat ze nodig hadden.
B
De gezinsleden hadden elk hun eigen taken in het gezin.
C
Er werd gewerkt met eenvoudige hulpmiddelen.
D
Er werd weinig gehandeld in goederen.
Slide 13 - Quizvraag
De medewerkers van advocatenkantoor Blom & Dekkers krijgen een directe internetverbinding tussen huis en kantoor. Hiermee kunnen zij thuis voor hun baas werken. Er gaat nu minder tijd verloren aan stilstaan in files en ook de reiskosten gaan omlaag. Leg uit hoe deze maatregel de welvaart van de werknemers kan verhogen.
Slide 14 - Open vraag
Elektra bv is een elektrotechnisch bedrijf. Het bedrijf is gespecialiseerd in de reparatie van huishoudelijke apparaten. De directie van Elektra bv heeft laten onderzoeken hoe deze arbeidsproductiviteit verhoogd kan worden. Leg uit waarom Elektra bv dit heeft laten onderzoeken.
Slide 15 - Open vraag
Jef is eigenaar van Schoutens Beeld en Geluid bv, een winkel in audiovisuele apparatuur. Jef trakteert zijn acht medewerkers elke drie maanden op een etentje. Tegenover deze kosten staat een hogere arbeidsproductiviteit. Leg uit hoe deze etentjes de arbeidsproductiviteit in het bedrijf kunnen verhogen.
Slide 16 - Open vraag
Sjefke verhuist zijn drukkerij van een dorp naar een bedrijventerrein aan de rand van een stad. Sjefke houdt na de verhuizing dezelfde productiecapaciteit. Toch verwacht hij dat de arbeidsproductiviteit van zijn bedrijf omhoog gaat door de verhuizing. Leg uit hoe een verhuizing kan leiden tot een hogere arbeidsproductiviteit.
Slide 17 - Open vraag
Hoeveel procent van de vrouwen vindt dat zij meer huishoudelijke taken doen dan wenselijk is?
Slide 18 - Open vraag
Hoeveel procent van de mannen wil huishoudelijk werk van hun vrouw overnemen omdat wenselijke en werkelijke verdeling niet in evenwicht is?
Slide 19 - Open vraag
Wat zijn de kenmerken van een leidinggevende functie?
Slide 20 - Woordweb
Een aannemer schakelt bij de bouw van een woonhuis een aantal toeleveringsbedrijven in (zie afbeelding). Welk voordeel heeft de aannemer door het inschakelen van deze bedrijven?
Slide 21 - Open vraag
Een aannemer schakelt bij de bouw van een woonhuis een aantal toeleveringsbedrijven in (zie afbeelding). Welk risico loopt de aannemer met het inschakelen van deze bedrijven?
Slide 22 - Open vraag
Lees het krantenbericht. Leg uit op welke manier bedrijven afhankelijk zijn van elkaar.
Slide 23 - Open vraag
Welke arbeidsverdeling leidde tot de problemen met de pinautomaten?